Feest is voorbij voor Big Tech: wetten in de maak om de techreuzen strenger te reguleren

De afgelopen jaren zijn de grote techbedrijven fors gegroeid. Bovendien hebben zij hun concurrenten verpletterd en strikte regels opgelegd aan gebruikers en partners. Maar het tij keert langzaam. Verschillende wetten die in de Verenigde Staten, Europa en Azië worden overwogen, staan op het punt het monopolie van Big Tech te doorbreken.

Een beperking van het gebruik van gezichtsherkenning, voorkomen dat grote techbedrijven de kleine spelers zomaar kunnen verpletteren en het verbieden van zelfpromotie in het geval van monopolies zijn maar enkele pistes die de beleidsmakers wereldwijd verkennen om de machtspositie van Big Tech in te perken. Jarenlang hebben die bedrijven geprofiteerd van een bijzonder gunstig kader dat hen in staat heeft gesteld om uit te groeien tot de mastodonten die ze vandaag zijn. Maar dit staat dus op het punt te veranderen.

Sancties opleggen

Tot dusver heeft de regelgeving die Big Tech in het gareel moet brengen, niet noodzakelijk tot de gewenste resultaten geleid. Bedrijven hebben hun boetes betaald – niet zonder tegen hun veroordeling in beroep te gaan. Maar gezien de astronomische bedragen die zij elk jaar verdienen, betekenen zelfs recordboetes niet veel voor hen. In vijf jaar tijd is de waardering van de vijf grootste Big Tech-bedrijven verviervoudigd tot meer dan 9.000 miljard dollar, aldus de Wall Street Journal.

Het opleggen van boetes is niet langer voldoende. Het is noodzakelijk om de techbedrijven te raken waar het pijn doet. Toezichthouders overwegen trans-Atlantische datastromen af te sluiten als het privacybeleid niet wordt nageleefd, bepaalde soorten digitale reclame te beperken, grote productwijzigingen uit te stellen – zoals het geval was met de nieuwe gebruiksvoorwaarden van WhatsApp – maar ook activiteiten voortdurend te controleren.

Het gaat er ook om te voorkomen dat Big Tech zijn immense middelen gebruikt om de concurrentie op afstand te houden of zijn gewicht te vergroten door nieuwe overnames te doen. Het besluit van de Britse autoriteiten om Meta te dwingen Giphy te verkopen om zo de concurrentie op de Britse markt niet in gevaar te brengen, is een perfect voorbeeld.

Momentum

“Er is een gevoel dat er een nieuw momentum is voor de regelgeving”, zei Sinead McSweeney, Twitters hoogste lobbyist. De afgelopen weken heeft het bedrijf zijn beleid al in ten minste zes landen moeten aanpassen om te voldoen aan nieuwe wettelijke eisen.

Hetzelfde geldt voor Google, dat nauw samenwerkt met de Britse marktregulator om de cookies die de onlineactiviteiten van zijn gebruikers volgen te verwijderen. De Amerikaanse reus is ook op zoek naar een nieuwe manier om gebruikers- en partnerinformatie intern te beheren, om zichzelf niet in conflict te brengen met de nieuwe wetgeving die wordt ingevoerd.

“Er ligt op dit moment veel op tafel,” zegt Kent Walker, juridisch directeur bij Google. “Het is een moeilijke oefening omdat de tijdschema’s voor naleving in veel gevallen kort zijn en we eigenlijk nu al moeten beginnen met de voorbereiding op de regels, voordat de inkt droogt.”

Bedrijven passen zich aan de nieuwe regels aan, maar doen dat uiteraard niet zonder slag of stoot. Twitter vreest dat de maatregelen om online-inhoud te reguleren de vrijheid van meningsuiting zullen verlammen, terwijl Google van mening is dat de voorgestelde oplossingen in sommige gevallen gewoonweg onmogelijk uit te voeren zijn.

Een goede zaak, maar niet perfect

Voor kleine spelers is de ambitie van de regelgevers om de technologiemarkt beter te reguleren een goede zaak, maar zij vrezen dat de aandacht meer uitgaat naar het goedkeuren van wetten dan naar het garanderen van een eerlijke behandeling voor alle spelers in de sector.

Het is op dit moment moeilijk te zeggen welke reële en ingrijpende gevolgen de nieuwe bepalingen van de regelgevers – waarvan sommige nog worden bestudeerd – zullen hebben voor Big Tech, zijn concurrenten en de techsector in het algemeen, maar ook voor de consument.

(ns/evb)

Meer