Extra belastingen voor de Dag van de Arbeid

In de aanloop naar 1 mei werden dit jaar allerlei ballonnetjes gelanceerd voor extra belastingen op bedrijven, op vermogens, op de ‘rijken’, … Dat soort voorstellen mag dan in sommige hoeken goed klinken, ze gaan wel nogal vlot voorbij aan de economische realiteit in ons land. En het is ook niet meteen duidelijk hoe die voorstellen zouden bijdragen tot het Feest van de Arbeid.

Het probleem is niet ‘te weinig belastingen’

Het is ronduit bizar dat verschillende politieke partijen voor de Dag van de Arbeid afkomen met voorstellen voor extra belastingen. Volgens de OESO heeft België de derde zwaarste totale belastingdruk van de industrielanden. In sommige hoeken lijkt het antwoord op elke uitdaging extra belastingen te zijn, maar het probleem in ons land is zeker niet te weinig belastingen. Zoals hier al eerder aangegeven, is België volgens het IMF op weg naar de hoogste overheidsuitgaven van alle industrielanden in 2027. De totale overheidsuitgaven zouden dan oplopen tot bijna 55 procent van het BBP.

Het is politiek ongetwijfeld makkelijker om ballonnetjes te lanceren over nieuwe belastingen die door ‘anderen’ betaald worden, dan om ernstige maatregelen uit te werken om de overheidsuitgaven terug een beetje onder controle te brengen of om de oefening te maken of al die overheidsmiddelen wel efficiënt ingezet worden (het korte antwoord is neen). De zwakte van onze overheidsfinanciën ligt in de overmatige uitgaven, niet in te weinig belastingen. Dat nog meer belastingen de oplossing kunnen vormen voor onze uitdagingen is een onbegrijpelijke redenering.

Zware belastingdruk op kapitaal

De achterliggende idee voor de jongste belastingvoorstellen lijkt te zijn dat in ons land de belastingdruk op arbeid hoog is, terwijl kapitaal weinig of niet belast zou zijn. Dat idee is maar half correct. De belastingdruk op arbeid is inderdaad bij de hoogste ter wereld, maar dat geldt evengoed voor de belastingdruk op kapitaal. Het klopt dat de belastingen op kapitaal slecht opgebouwd zijn met veel variatie en uitzonderingen waarbij sommige vormen van kapitaalinkomsten niet of nauwelijks belast worden, terwijl andere vormen dan weer opmerkelijk zwaar belast worden.

Dat creëert eindeloze mogelijkheden voor fiscale optimalisatie. Op die manier worden investerings- en/of beleggingsbeslissingen mee bepaald door fiscale overwegingen, wat economisch niet erg efficiënt is. Er is dus zeker ruimte voor een grondige hervorming van onze belastingen op kapitaal, maar gezien de al zeer hoge belastingdruk op kapitaal is het geen goed idee om die belastingdruk nog verder op te drijven (er zijn geen bonuspunten te halen voor het land met de allerhoogste belastingdruk op kapitaal).

Was 1 mei niet het Dag van de Arbeid?

De Belgische arbeidsmarkt werkt niet goed, en de zwakke punten zijn al lang gekend. Met een werkzaamheidsgraad van 71,6 procent hoort België bij de zwakste leerlingen van de Europese klas. In de Europese toplanden ligt die werkzaamheidsgraad boven 80 procent. In de Europese ranglijst staat België tussen Spanje en Frankrijk, niet meteen economische voorbeeldlanden. Concreet betekent dat dat een kleine twee miljoen Belgen op beroepsactieve leeftijd niet aan het werk zijn. Dat terwijl bedrijven nauwelijks nog geschikt personeel vinden.

Belgen stoppen nog altijd vroeg met werken, laaggeschoolden en mensen met een migratieachtergrond krijgen weinig kansen op de arbeidsmarkt, er zijn veel niet-werkenden, er wordt te weinig ingezet op levenslang leren, er is relatief weinig flexibiliteit, … En dat heeft pijnlijke implicaties, o.m. voor de financiële houdbaarheid van onze welvaartsstaat en de armoede die vaak gelinkt is aan niet-werken. De pijnpunten zijn gekend, maar daar wordt opmerkelijk weinig aan gedaan.

Hoe de voorstellen voor extra belastingen kunnen bijdragen tot een beter werkende arbeidsmarkt is een raadsel. De 1 mei-voorstellen zouden beter focussen op een versterking van onze arbeidsmarkt, wat positieve gevolgen zou hebben voor de armoede, de koopkracht, de overheidsfinanciën, onze welvaartsstaat, kortom voor onze algemene welvaart.

Levenslang leren, meer flexibiliteit, meer mogelijkheden om uitkering en werken te combineren, lagere lasten op arbeid, een correctere pensioenregeling, … zijn allemaal maatregelen die de werking van onze arbeidsmarkt zouden versterken. Maar daarover viel de voorbije dagen opmerkelijk weinig te horen. 1 mei lijkt helaas eerder een hoogmis geworden voor ideetjes die net meer hindernissen op de arbeidsmarkt opwerpen. Dat is dit jaar niet anders.


De auteur Bart Van Craeynest is Hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de Feiten.

Meer