Key takeaways
- Slechts 13 procent van de inwoners van de EU bleef werken na hun eerste ouderdomspensioen.
- De Baltische staten hadden de hoogste percentages van blijven werken, terwijl Roemenië, Griekenland en Spanje de laagste percentages hadden.
- Persoonlijke voldoening werd genoemd als belangrijkste motivator voor 36,3 procent van de mensen die bleven werken na hun pensionering.
Na hun eerste ouderdomspensioen koos een aanzienlijk deel van de EU-ingezetenen ervoor om niet te werken (22,4 procent) of stopte helemaal met werken (64,7 procent). Slechts 13 procent bleef werken. Van degenen die bleven werken, volhardde ongeveer de helft in hun vorige functie, terwijl de andere helft aanpassingen deed, zoals van baan veranderen, minder uren gaan werken of een tweede baan aannemen terwijl ze hun primaire functie verlieten. De Baltische staten toonden de hoogste percentages van blijven werken: Estland (54,9 procent), Letland (44,2 procent) en Litouwen (43,7 procent). Roemenië (1,7 procent), Griekenland (4,2 procent) en Spanje (4,9 procent) lieten daarentegen de laagste percentages zien. Dit meldt Eurostat.
Continue werkgelegenheidscijfers in West-Europa
In België bleef 9,4 procent van de mensen werken nadat ze hun eerste ouderdomspensioen hadden ontvangen, een cijfer dat lager is dan in de buurlanden. Luxemburg (9,7 procent), Nederland (17,4 procent), Frankrijk (9,9 procent) en Duitsland (12,8 procent) rapporteerden hogere percentages. Mensen die ervoor kozen om na hun pensionering door te werken, noemden plezier in hun taken en productiviteit als belangrijkste motivatoren (36,3 procent). Financiële noodzaak speelde ook een belangrijke rol voor 28,6 procent van degenen die bleven werken. Het onderhouden van sociale banden (11,2 procent) en de financiële voordelen van een baan (9,1 procent) waren bijkomende factoren die hun beslissing beïnvloedden. Een kleiner percentage (3,5 procent) schreef het feit dat ze bleven werken toe aan de werkstatus van hun partner.
Persoonlijk plezier als reden om te blijven werken
Denemarken (61,0 procent), Nederland (59,6 procent) en Italië (51,7 procent) hadden de hoogste percentages mensen die bleven werken vanwege persoonlijk plezier. Spanje (17,9 procent), Cyprus (19,1 procent) en Slowakije (20,4 procent) rapporteerden daarentegen de laagste percentages om deze reden. Financiële noodzaak kwam naar voren als de belangrijkste reden voor degenen die bleven werken in Cyprus (68,6 procent), Roemenië (54,3 procent) en Bulgarije (53,6 procent). Zweden (9,4 procent), Tsjechië (12,4 procent) en Luxemburg (14,4 procent) gaven de laagste percentages financiële noodzaak op als reden om te blijven werken.
Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!