Golfterreinen langs de kust kunnen een zwaar milieuprobleem opleveren. Men moet immers vaststellen dat een groot aantal golfballen in het zeewater terechtkomen en naar de bodem zinken. Dat blijkt uit een studie van Alex Weber, een achttienjarige studente en duikster uit Carmel Bay in de Amerikaanse staat Californië, met assistentie van wetenschappers aan de Stanford University. Over een periode van twee jaar heeft Weber naar eigen zeggen vijftigduizend golfballen van de zeebodem opgeraapt. Dat komt uit op een afvalvolume van 2,5 ton.
Elk jaar raken golfers in de Verenigde Staten 300 miljoen golfballen kwijt. Een gedeelte komt daarbij ook in de zee terecht.
Stressreacties
“In Carmel Bay ligt de zeebodem vaak vol golfballen,” getuigt Alex Weber, die aan het lokale Cabrillo Community College studeert. “Het lijkt vaak wel op een plastic tapijt. Bovendien moesten we vaststellen dat er meer nieuwe golfballen in het water terecht kwamen dan wij konden ophalen.”
De vaste kern van de golfballen bevat onder meer zinkoxide en zinkacrylaat, die de duurzaamheid en flexibiliteit van het materiaal moeten verbeteren. Beide verbindingen zorgen in een watermilieu echter voor een giftige activiteit. De producten zouden bij vissen, algen en schaaldieren activeren tot stressreacties leiden.
“Ongeveer 10 procent van de verzamelde ballen was ernstig versleten,” zegt Matthew Savoca, een marine-ecoloog aan de Stanford University die Weber heeft geholpen met het rapport. “Op dat ogenblik is er een maximale blootstelling van het leefmilieu aan de giftige producten.”
De gerecupereerde voorraden in Carmel Bay zouden ongeveer 28 kilogram gefragmenteerd synthetisch materiaal aan de oceanen hebben afgegeven. Wereldwijd vertegenwoordigen golfballen slechts een klein percentage van de totale voorraad plastic afval die in de oceanen terecht komen. Op lokaal niveau – zoals in Carmel Bay – kan deze fractie echter de belangrijkste bijdrage aan plastic afval in zee leveren.
Afbreekbaar
“Het risico op een lekkage van schadelijke chemicaliën uit golfballen blijft beperkt,” zegt Robert Weiss, emeritus hoogleraar polymeertechnologie aan de University of Connecticut. “Dat komt gedeeltelijk omdat golfballen onder water slechts langzaam degraderen. De vervuiling door de golfballen is waarschijnlijk onbeduidend in vergelijking met de impact van andere kunststoffen en metalen op het maritieme milieu.”
Alex Weber wijst tevens op een aantal mogelijke oplossingen. “Het belangrijkste is dat men zoveel mogelijk belet dat de golfballen in de zee terecht komen,” merkt ze op. Weber denkt verder aan biologisch afbreekbare golfballen. Daarbij verwijst ze naar de ecobioball van Albus Golf, die binnen achtenveertig uur wordt afgebroken. Dat proces legt bovendien een innerlijke kern, bestaande uit visvoer, bloot. De bal is echter nog steeds niet erkend door de United States Golf Association.
Drijvende ballen zouden eveneens een mogelijke oplossing kunnen zijn. “Maar hierdoor zouden de golfballen wellicht snel afdrijven, waardoor het nog moeilijker wordt om het afval op te halen,” besluit Weber.
De lokale Golfclub Pebble Beach Company zegt in de problematiek een proactief programma te hanteren. Golfers krijgen te horen dat ballen nooit opzettelijk in het water mogen worden geklopt. Daarnaast is met verscheidene duikers contact opgenomen om golfballen op de bodem van de zee in te zamelen. Medewerkers en vrijwilligers organiseren opruimacties op de stranden.
Volgens Weber zouden de caddies, die de golfers begeleiden, kunnen bijhouden hoeveel ballen verloren gaan. Op die manier krijgt men volgens haar nog een beter inzicht in het probleem.
“Men zou de spelers ook kunnen trainen nauwkeuriger te slaan,” oppert Sabine Pahl, sociaal psycholoog aan de University of Plymouth, gespecialiseerd in de bescherming van maritieme omgevingen. “Daarnaast zouden netten kunnen worden geïnstalleerd om te beletten dat ballen in het water zouden kunnen belanden.”