Eigen vork eerst? Foodsharing na corona

Joey doesn’t share food, en na Covid-19 halen misschien net iets meer mensen de neus op voor tapas, mezze of een sushiboot waarbij iedereen in hetzelfde potje sojasaus dipt. Is foodsharing niet langer caring?

‘Als je jouw vrienden graag ziet, dan zal je voortaan geen maaltijden meer met hen delen zoals je dat vroeger [voor het coronatijdperk] deed’, aldus de Indische foodrecensent Sujit Ahuja aan The Indian Times begin deze maand. ‘Samen uit eten gaan betekent vanaf nu dat iedereen zijn eigen bestek en servies gebruikt.’ 

Bij een Belgische brasserie kijkt men eerder vreemd op als je dat níet doet. Maar voor andere culturen vergt die postcorona-prognose een grotere mentaliteitsverandering. Onder meer in Azië vormt het delen van eten aan één grote tafel een belangrijk onderdeel van de cultuur. Chinezen beschouwen proeven uit dezelfde potten bijvoorbeeld als een manier om affectie te tonen aan de mensen die je graag ziet: ouders prikken met de eigen eetstokjes iets van tafel om aan hun kinderen te geven, terwijl die laatsten op hun beurt lekkers aan de grootouders aanreiken om respect te tonen. In Ethiopië wordt dan weer met de hand gegeten, of scheppen ze met een soort pannenkoek – de injera – uit verschillende potjes met vlees, groenten en peulvruchten. 

‘Wie van elkaars bord eet, creëert een hechtere band’

Communicatiewetenschapper Charlotte De Backer

‘Eten met elkaar delen is één van de sterkste signalen van verbintenis die je kan geven’, legt communicatiewetenschapper Charlotte De Backer (UAntwerpen) uit, die onderzoek doet naar eten en sociaal gedrag. In september verschijnt haar boek Niet iedereen kan een buffel schieten – waarom samen eten de wereld kan redden. ‘Wie van elkaars bord eet, creëert een hechtere band. Het komt vaker voor in minder individualistische culturen, zoals in Azië en Afrika. Daar zal zelden iemand een portie voor zich alleen bestellen. Je deelt alles met elkaar.’

Aparte stokjes om op te scheppen worden als formeel en afstandelijk beschouwd in China. Iedereen prikt met de eigen stokjes in dezelfde potten.

Opscheppen met stokjes

Sharing is caring. Maar sinds het risico op besmetting met het coronavirus, krijgt die uitspraak in het foodielandschap een iets wrangere nasmaak. De Chinese overheid startte enkele weken geleden een grote campagne met de slogans ‘divide meals, not love’, in een poging de diep ingebakken eetgewoonte om uit één bord te eten terug te schroeven. Geruggesteund door de plaatselijke Marc van Ranst/Erika Vlieghe – die daar de namen Dr. Zhong Nanshan en Dr. Zhang Wenhong dragen – worden restaurants en klanten aangemoedigd om gongkuai te gebruiken. Dat zijn aparte stokjes om het eten van het midden van de tafel naar het eigen bord te scheppen. Onder de noemer love is one more pair of chopsticks moeten restaurants sinds juni extra stokjes of bestek voorzien voor klanten die dat willen, en indien mogelijk aparte porties serveren.

‘De helft van onze klanten vraagt nu aparte stokjes om op te dienen. Vóór de pandemie was dat vijf procent’

Bai Yiwen, eigenaar van Chilli Kitchen in Bejing

In Japan, Korea en Taiwan is het gebruik van ‘opschepstokjes’ meer ingeburgerd. Ook in Hongkong is het gangbaarder, na een gelijkaardige campagne in 2002/2003 na de SARS-uitbraak. Op het vasteland van China verloopt de switch moeizamer, omdat gongkuai met afstandelijkheid en formele situaties worden geassocieerd. In grotere steden zoals Beijing en Shanghai gebeurt het wel al vaker, al helemaal sinds de corona-uitbraak, bevestigt Bai Yiwen, eigenaar van Chilli Kitchen in Bejing, aan The New York Times. De helft van de groepen die komen eten in zijn restaurant, vraagt vandaag zelf naar de extra stokjes of lepels om op te dienen – wat vóór de pandemie ongeveer vijf procent was. ‘Vroeger werden gongkuai als hinderlijk beschouwd. Vandaag beseffen steeds meer klanten dat het belangrijk is voor de hygiëne en wennen mensen eraan’, klinkt het.

Eigen vork eerst

Ook dichter bij huis wordt hier en daar minder zelfzeker in een tapasbordje met patatas bravas geprikt. Vorige week opende in hartje Antwerpen het nieuw tapasrestaurant ‘Tío’. In tegenstelling tot wat oorspronkelijk gepland was, voorzien ze nu voor elke klant die dat wil een individueel bordje, bestek, en lepels om op te scheppen. In plaats van met tandenstokers het assortiment in het midden van de tafel te verkennen, kan iedereen desgewenst op het eigen bord scheppen. ‘Het idee blijft wel foodsharing’, benadrukt eigenaar Raphael Helsmoortel. ‘We stappen niet af van het concept om eten te delen, want dat is net het leuke aan tapas: van alles een beetje proeven. Maar mensen die zich onzeker voelen over de verspreiding van het virus, willen we vooral zorgeloos laten genieten. We gaan niemand tegenhouden om toch bestek en servies te delen – bijvoorbeeld binnen je bubbel.’ In een artikel voor Bloomberg Quint enkele weken geleden getuigt de Madrileense dienster Ana Milena Torres dat klanten in haar tapasbar zelf vaker vragen naar bestek. ‘Er komen minder klanten, en als ze toch komen, vragen ze zelf naar wegwerpbestek en borden. Zelfs als het is om ter plaatse te eten.’

Een tafeltje bij tapasbar ‘Tío’ in Antwerpen. Klanten kunnen een apart bordje en bestek vragen.

Geen blijvende verandering

Toegegeven: tapas met een bord en bestek nemen wat weg van de spontaneïteit van de zuiderse eetcultuur, en ook in China zelf is niet iedereen enthousiast. Liu Peng, een 32-jarige consultant uit het Chinese Qingdao, is niet van plan te raken aan de traditie, vertelt hij aan The New York Times. ‘Misschien is het hygiënischer om aparte stokjes te gebruiken. Maar samen eten is voor ons het uitgelezen moment om te relaxen, en we willen dat niet laten verstoren door al die kleine regeltjes.’ In een online poll van hotel Sina Shangai bij meer dan 650 respondenten gaf meer dan de helft aan dat ze onder familie nooit aparte stokjes zullen gebruiken.

‘Wie het gewend is eten te delen, vertoont vaker altruïstisch en sociaal gedrag’

Communicatiewetenschapper Charlotte De Backer (UAntwerpen)

Volgens De Backer zal het coronavirus diepgewortelde culturele eetgewoonten dan ook niet blijvend veranderen. ‘Mensen vergeten snel, en zijn ook gewoontedieren. Wat mij bijvoorbeeld opviel in Aziatische culturen, is dat ze heel snel restaurants zijn beginnen sluiten toen het virus uitbrak. Ze zijn zich duidelijk bewust van het hoge besmettingsgevaar door hun eetgewoonten. Het is ook niet de eerste keer dat ze met een uitbraak van een ziekte te maken krijgen.’

Oneven aantal gehaktballetjes

En maar goed ook dat we foodsharen nog niet afzweren, besluit De Backer. ‘Er zit zo’n mooie dynamiek in samen eten. En daarvoor hoef je niet noodzakelijk letterlijk in hetzelfde potje te roeren. In ons onderzoek maken we voorlopig nog geen onderscheid tussen het delen van een pot op tafel, of dezelfde maaltijd delen – elk op op je eigen bord. In beide gevallen zorgt foodsharing voor een betere band tussen wie samen aan het eten is. Er groeit meer vertrouwen en het stimuleert een betere samenwerking. Uit ons onderzoek is gebleken dat mensen die het gewend zijn om samen ‘te eten wat de pot schaft’, ook vaker sociaal en altruïstisch gedrag tonen, zoals bloed geven, iemand helpen oversteken aan het zebrapad,… Wie het lastiger heeft met delen, is individualistischer ingesteld. In Amerika zien we dat sterk, waar de meesten een voorkeur hebben om zelf iets te kiezen dat alleen voor hen op het eigen bord belandt.’

Het loont de moeite om kinderen van jongs af aan te leren om eten te delen, besluit De Backer nog. ‘Ik vind het bijvoorbeeld een leuk experiment om thuis gehaktballetjes klaar te maken en er een oneven aantal in te stoppen. Het stimuleert het maken van morele keuzes en afstemmen met je eetgezelschap. Dat schept alleen maar een grotere vertrouwensband.’

‘Niet iedereen kan een bizon schieten’ van Charlotte De Backer verschijnt in september 2020.

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.