Een jaar nadat het Verenigd Koninkrijk officieel de Europese Unie verliet, is een meerderheid van de Britse bevolking ontevreden met die beslissing. Meer dan zes op de tien Britse kiezers vindt dat de brexit slechter is verlopen dan ze hadden verwacht.

Uit de peiling, afgenomen door peilbureau Opinium bij 1.900 Britse kiezers, valt op hoe vooral het pro-brexitkamp verdeeld is geraakt. Zo’n 42 procent van de Britten die in 2016 ‘leave‘ stemden, zegt dat de situatie vandaag er slechter uitziet dan voor de brexit. Bij de ‘remainers‘ heerst er meer eensgezindheid: bij hen gelooft 86 procent van de stemmers dat de brexit slechter is uitgedraaid dan verwacht.

“In plaats van twee uniform tegengestelde blokken, is het remain-blok nog steeds grotendeels eensgezind dat de brexit slecht is, terwijl het leave-blok meer verdeeld is”, verklaart Adam Drummond van Opinium aan The Guardian.

De steun bij de Britse bevolking voor de brexit was al tanende, maar nu zakt de goedkeuring nog dieper weg. De Britse economie maakte inderdaad een aantal schokken mee sinds het Verenigd Koninkrijk de Unie verliet.

Harde grens, lege rekken

Door uit de Europese Unie te stappen, vielen heel wat economische voordelen voor de Britse economie weg. Zo werd de grens tussen het VK en de EU opnieuw een harde grens, met extra controles op alle goederen en personen die het Kanaal willen oversteken.

Die strengere controle op zowel goederen als personen heeft voor een hele hoop problemen gezorgd die duidelijk voelbaar waren bij de Britse consumenten. Door de striktere controles op geïmporteerd voedsel, moesten supermarkten langer wachten op nieuwe leveringen van producten.

Daarbovenop was er een arbeidstekort aan truckers ontstaan om die goederen te transporteren. Voor de brexit was een groot deel van de vrachtwagenchauffeurs in het VK afkomstig uit Oost-Europa. Door de strengere arbeidsvoorwaarden viel die groep weg, waardoor een tekort aan arbeidskrachten werd blootgelegd.

Noord-Ierse grens

Een ander heet hangijzer is de grens tussen Ierland en Noord-Ierland. Sinds de inwerkingtreding van de brexit, loopt de grens voor goederencontroles vooral langs het eiland Brittannië, waar dus Schotland, Engeland en Wales zich op bevinden. De Britse deelstaat Noord-Ierland bevindt zich echter op het eiland Ierland, dus voor transporten tussen de Republiek Ierland en Noord-Ierland gelden niet dezelfde grenscontroles als voor de rest van het VK.

Premier Johnson ging aanvankelijk akkoord met deze regeling. Maar ondertussen is Londen op dit principe teruggekeerd omdat het onwerkbaar zou zijn. Het Verenigd Koninkrijk eist nu dat de grenscontroles gelijklopen met de grens tussen Noord-Ierland en de Republiek Ierland, om zo goederentransport binnen het VK vlotter te laten verlopen.

De onderhandelingen slepen nu al maanden aan, en onlangs nam de brexitonderhandelaar David Frost nog ontslag, vermoedelijk uit ongenoegen met het beleid van premier Boris Johnson. Aangezien Frost een brexiteer van het eerste uur is, was zijn ontslag een pijnlijke zaak voor premier Johnson.

De Britse premier bevindt zich op een zeer wankele sokkel. Binnen zijn eigen Conservatieve Partij is er een groeiend ongenoegen ontstaan over Boris Johnson. In de publieke opinie leeft ook stevige ontevredenheid omwille van een reeks schandalen die aan het licht zijn gekomen.

(evb)