EC: Wie in een ander EU-land een hotelkamer wil boeken moet zich straks kunnen identificeren met DigiD

Wie in een ander EU-land een hotelkamer wil boeken, een bankrekening wil openen of wil gaan studeren, moet zich straks kunnen identificeren met DigiD. Dat identiteitsbewijs moet bovendien toegang gaan geven tot grote internetplatforms als Facebook en Google, als het aan de Europese Commissie ligt.

Sommige EU-landen accepteren elkaars digitale identiteitsbewijzen al langer, maar nog lang niet allemaal. Dat wil de commissie veranderen met de invoering van een ‘digitale portefeuille’ waarin een paspoort, rijbewijs, huwelijksakte of ander document kan worden opgeslagen. Nederlanders en andere EU-burgers kunnen vervolgens sommige gegevens delen met instanties en bedrijven. Bijvoorbeeld hun leeftijd, om in het café aan te tonen dat ze oud genoeg zijn voor een drankje.

Alle EU-lidstaten moeten elkaars nationale digitale ID’s gaan erkennen, zegt verantwoordelijk Eurocommissaris Margrethe Vestager. Maar burgers worden niet verplicht ervan gebruik te maken. Ze kunnen ook ouderwets hun papieren documenten blijven gebruiken.

Belangrijk voordeel

Maar de ‘Europese ID’ heeft een belangrijk voordeel, stelt Vestager. Wie zich nu met papieren moet identificeren, geeft vaak veel meer informatie prijs dan nodig. Straks kan hij of zij volstaan met alleen de gegevens die een instantie of bedrijf nodig heeft.

Bovendien moeten mensen er straks mee kunnen inloggen op grote internetplatforms. Daardoor kunnen ze ontkomen aan het gebruik van bijvoorbeeld een Facebook- of Google-account, waarmee deze bedrijven nu nog veel informatie over hen kunnen vergaren.

Het Europees Parlement en de EU-landen moeten nog met de plannen instemmen. Het duurt al gauw nog anderhalf jaar voor ze werkelijkheid kunnen worden.

Meer