In Duitsland heeft de regering beslist om 1 miljard euro te investeren in de steun van de culturele industrieën. De middelen moeten de sector helpen om zijn activiteiten weer op te starten. Door de uitbraak van de coronacrisis moesten nagenoeg alle culturele evenementen worden opgeschort of definitief van de kalender worden afgevoerd.
Om de culturele industrie weer op gang te brengen, heeft de Duitse regering het programma Neustart Kultur gelanceerd. ‘Het programma moet het Duitse culturele leven, dat door de corona-pandemie is verlamd geraakt, nieuw leven inblazen,’ zegt Monika Grütters, Duitse minister van Cultuur. ‘Neustart Kultur moet banen scheppen voor kunstenaars en alle andere personen die op cultureel gebied actief zijn.’
Hygiëne
Een belangrijk onderdeel van het pakket is gericht op maatregelen die rechtstreeks op de gevolgen van de coronacrisis moeten inspelen. ‘Om culturele activiteiten weer op een veilige manier te kunnen organiseren, zijn immers een aantal specifieke ingrepen noodzakelijk,’ verduidelijkt minister Grütters.
‘Die budgetten gaan onder meer naar de introductie van hygiënische bescherming en naar efficiënte verluchtingssystemen, maar ook naar de organisatie van online ticketplatformen. Die maatregelen moeten de cultuursector de mogelijkheid bieden om de risico’s op nieuwe besmettingen te beperken.’
Neustart Kultur reserveert daarnaast 150 miljoen euro voor de ondersteuning van muziekevenementen. Een even groot pakket is voorzien voor theater en dans, terwijl film op 120 miljoen euro steun kan rekenen.
De privéradio’s krijgen 20 miljoen euro steun. ‘Zij verzorgen immers een belangrijke functie in de informatieverstrekking, maar hebben door het wegvallen van vele reclame-inkomsten zware klappen gekregen,’ aldus de minister. Galerijen en socio-culturele centra kunnen rekenen op 30 miljoen euro.
Kunstenaars
De steun is gericht op instellingen. ‘Dat geldt niet alleen voor initiatieven die aan de overheid zijn gelinkt,’ aldus de minister. ‘Ook de privésector zal op Neustart Kultur beroep kunnen doen.’
Rechtstreekse hulp aan individuele kunstenaars is in het programma niet voorzien. Daarvoor verwijst de minister echter naar andere departementen van de federale overheid en de deelstaten. Daar kunnen volgens haar individuele kunstenaars terecht om onder meer compensatie voor het verlies van opdrachten te verkrijgen.
Grütters voegt eraan toe dat een steun aan de instellingen uiteindelijk ook de kunstenaars zal helpen. Zonder die instellingen wordt het immers veel moeilijker om werk te vinden.
Minister Grütters stelt dat het hulppakket ongeveer de helft van het normale cultuurbudget van de Duitse regering vertegenwoordigt. Gecombineerd met initiatieven van de deelstaten en andere instanties, mag volgens haar gerekend worden op een steun van ongeveer 6 miljard euro. Normaal lopen de jaarlijkse Duitse cultuuruitgaven op tot een niveau tussen 9,3 miljard euro en 9,5 miljard euro.