Denen gebruiken zeegras voor opslag van koolstofdioxide

Zeegras kan een belangrijk wapen worden om de wereldwijde capaciteit voor de opslag van koolstofdioxide verder te versterken. Dat gegeven vormt de basis van een project onder leiding van wetenschappers aan de Syddansk Universitet in Odense. Daarbij werden nieuwe gebieden met zeegras aangeplant op de bodem van de Deense fjorden Horsens en Vejle.

Het project moet volgens de Deense wetenschappers duidelijk aantonen dat de opslag van koolstofdioxide niet alleen op het vasteland kan gebeuren.

Slecht beschermd

Het project helpt de ecologische voetafdruk van Denemarken te verkleinen. “Er zijn op aarde meer dan zeventig soorten zeegrassen”, benadrukken de Deense wetenschappers. “Deze vegetatie behoort tot de minst goed beschermde flora van de wereld, maar vormen een groot deel van de biotopen van kustgebieden over de hele planeet.”

“Geen enkele plant kan koolstofdioxide bovendien beter opvangen en opslaan dan zeegras. De opslag van koolstofdioxide gaat bij zeegras vijfendertig keer sneller dan in het tropisch regenwoud. De meest geschikte locaties voor de opslag van koolstofdioxide ligt dan ook mogelijk onder de zeespiegel.”

De Deense wetenschappers voeren daarbij aan dat een zeegras op een gebied met een oppervlakte van een half voetbalveld ongeveer 335 kilogram koolstofdioxide per jaar zou kunnen opvangen. Dat komt overeen met de totale uitstoot van een personenwagen over een afstand van 6.212 kilometer.

Zeegras is ook essentieel voor dieren in het wild gebruiken. “Het zeegras is van groot belang voor het leven in de Deense fjorden en binnenzeeën”, verduidelijkt bioloog Mads Fjeldsø Christensen uit, projectmanager bij de gemeente Vejle. “Deze gebieden functioneren als een kraamkamer voor kleine vissen. Gebieden met zeegrassen zijn de bossen van de zee.”

“Het probleem is dat sinds het begin van de vorige eeuw tussen 80 procent en 90 procent van de gebieden met zeegrassen langs de kusten en in de fjorden van Denemarken zijn verdwenen”, geeft Christensen nog aan. “Dat probleem heeft een complexe oorsprong, waarbij moet worden gewezen naar overbevissing, pollutie door afval en de klimaatverandering.”

Aanplantingen

Zich bewust van de cruciale functie die deze vegetatie heeft voor de opslag van koolstofdioxide en de ondersteuning van de biodiversiteit, beslisten wetenschappers projecten op te zetten om deze gebieden manueel te restaureren.

Aanvankelijk werd daarbij, naar het voorbeeld van de landbouw, geopteerd voor het zaaien van zaden. “Dat bleek echter weinig efficiënt”, voert Troes Lange, verantwoordelijke voor het project aan de Syddansk Universitet, aan. “Daarom werd uiteindelijk beslist om met jonge planten te werken.”

“Maar ook dat bleek een moeilijke uitgave”, merkt Lange op. “Wanneer men zich niet zorgvuldig voorbereidt en ervoor zorgt dat de meest geschikte locaties worden geselecteerd, dreigen vooral mislukkingen te zullen worden geoogst. Tevens konden we vaststellen dat operaties met vijfduizend tot tienduizend aanplantingen meer kans op succes hebben dan kleinere projecten.”

Een proefproject de voorbije twee jaar wees uit dat de aanplantingen de dichtheid van de gebieden met zeegras zeventig keer versterkte. Tevens kon worden vastgesteld dat de gebieden met zeegras hun territorium met 30 procent hebben uitgebreid.

In een volgende fase willen de wetenschappers in samenwerking met duikers de aanplantingen geleidelijk opvoeren. Bedoeling is dat individuele matten met zeegras aan de zeebodem worden vastgemaakt. Om de matten op hun plaats te houden, wordt gebruik gemaakt van spijkers die biologisch worden afgebroken.

(kg)

Meer