Ook na Covid-19 zal delokalisering een fabel blijven

De Franse president Macron kondigde dinsdag aan dat de productie van paracetamol terug naar Frankrijk komt. De productie van dat geneesmiddel, bekend van onder meer Dafalgan, verhuisde al in 2009 naar India en China. Maar bij een bezoek aan een vestiging van de Franse farmagroep Sanofi, herhaalde Macron dat Frankrijk maatregelen gaat nemen om bepaalde ‘kritische’ farmaproductie terug naar Frankrijk te halen. 

Bij het uitbreken van de coronacrisis had Macron zijn landgenoten al beloofd om een einde te maken aan ‘het uitbesteden aan derden van onze voedselketen, onze bescherming, onze capaciteit om voor elkaar te zorgen, onze leefomgeving’. Hij had die situatie als ‘waanzin’ omschreven. ‘We moeten de controle over deze zaken heroveren.’

Ook in ons land gingen recent stemmen op om de productie van essentiële medische producten terug naar ons land te halen. ‘We zijn te afhankelijk van landen als China en India voor strategische producten’, zei europarlementslid en voormalig Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) eind april. Zijn partij pleit voor het terughalen van ‘strategische productie’, zoals hoogwaardige geneesmiddelen, maskers en beschermende kledij.

Globalisering bereikte een plateau

Nieuw is dat allemaal niet. Ook in 2008 al gingen in de nasleep van de financiële crisis stemmen op om de globalisering terug te draaien. Dat leverde niet direct een breuk met de mondialisering op (zo goedkoop en zo snel mogelijk produceren), maar wel een stagnering. Er werd met andere woorden niet meer in het buitenland besteld, maar ook niet minder. De opwaartse curve bereikte een plateau (grafiek onder). Donald Trump introduceerde daarna vanaf 2016 nieuwe vormen van protectionisme, met wisselend succes.

Productie terugbrengen uit het buitenland?

Ook de voorbije dagen regende het aankondigingen van Europese overheden en bedrijven die – in de nasleep van de coronacrisis – productie vanuit het buitenland willen terugbrengen. 

Steeds meer Europese autobouwers begeven zich op de markt voor elektrische wagens, waar ze rechtstreeks in concurrentie komen met China.  België telt ondertussen al een half dozijn bedrijven, dat in eigen land mondmaskers wil gaan maken. Vaak worden ook ecologische factoren naar voren gebracht. Hier produceren, groener produceren en werkgelegenheid creëren, is de boodschap. Maar dat zal moeilijk gaan zonder staatshulp, lees belastinggeld. Niet voor niets had Macron bij zijn bezoek aan Sanofi een enveloppe met 200 miljoen euro bij.

Subsidies, belastingverlagingen of andere steunmaatregelen

Als overheden ook arbeidsintensieve activiteiten weer naar Europa willen halen, zullen daar subsidies, belastingverlagingen of andere steunmaatregelen voor nodig zijn. Sommige zullen groen licht van Europa vergen.

Delokalisering blijft de uitzondering, niet de norm

Net daarom is de kans dat delokalisering de uitzondering op de regel blijft niet gering. Er zijn een aantal redenen waarom die niet of slechts in zeer kleine mate zal plaatsvinden.

  1. Uit een enquête van consumentenorganisatie Test-Aankoop blijkt dat 62 procent van de Belgische huishoudens geld verloor heeft door de coronacrisis, voor een gemiddeld bedrag van 1.626 euro. De ECB schat het loonverlies op gemiddeld 7 procent. Volgens Pierre Wunsch, de gouverneur van de Nationale Bank, zal ons land pas in 2023 het pré-coronaniveau heroveren. In die context wordt het moeilijk te denken dat Europese gezinnen low-cost, in Azië geproduceerde producten, zullen inruilen voor duurdere producten die we zelf maken.
  1. De Covid-19 crisis drukt op de winstmarges van de bedrijven, met een stijging van faillissementen tot gevolg. Uit rondvragen van Voka blijkt dat één op de vijf ondernemingen vreest voor een faillissement. Nog eens 25 procent denkt mensen te moeten ontslaan. In andere EU-landen is de situatie nog een pak dramatischer. Zullen deze bedrijven bereid zijn hun goedkope, bestaande en efficiënte toeleveringsketens in te ruilen voor duurdere alternatieven? Om daarna te gaan concurreren met buitenlandse low-cost producten? 
  1. Tenslotte heeft de Covid-19 crisis de kapitalistische structuur van multinationals niet gewijzigd. De aandeelhouders blijven tot op vandaag grote, internationale investeringsfondsen die voorstander blijven van globalisering, diversificatie en transnationaal handelsverkeer.

Zal de Europese belastingbetaler bereid zijn om voor de subsidies op te draaien die deze delokaliseringen mogelijk moeten maken? Ook de Japanse overheid kondigde een tijd geleden aan Japanse bedrijven financieel te zullen  helpen om hun productie uit China weg te halen en ze opnieuw naar eigen land te brengen. Maar het enthousiasme bij Japanse bedrijven was ver te zoeken.

Meer