De cijfers:

• Twee op de drie werknemers is in 2022 met een voltijds contract aan de slag. Dat is een record in de laatste vijf jaar, zo becijferde Acerta op basis van 330.000 contracten. “De afgelopen vijf jaar werkten nooit zoveel Belgen voltijds als nu.”
• Ook bij deeltijdse werknemers is er een opmerkelijke evolutie: contracten met relatief veel uren zitten in de lift, terwijl halftijds werk en ander deeltijds werk onder 80 procent (vier vijfde) onder druk staan. Daaruit volgt dat alle deeltijdse werkers samen gemiddeld steeds langere werkweken hebben.

De verklaringen:

• Vanuit werknemersstandpunt speelt de energie- en inflatiecrisis misschien een rol, denkt Acerta. “Mogelijk willen werknemers meer financiële zekerheid inbouwen door voltijds te werken.”
• De cijfers doen vermoeden dat meer deeltijdse werknemers “kleine contracten” links laten liggen. “Meer uren betekent meer inkomen zonder naar een andere of een extra job op zoek te moeten gaan”, zegt Acerta.
• Telewerk maakt voltijds werken voor kantoorjobs makkelijker dan vroeger.
• Vanuit werkgeversstandpunt is het in de war for talent aantrekkelijk om deeltijdse werknemers extra uren te geven: je hoeft niemand te rekruteren, je kent de werknemer en ze zijn onmiddellijk inzetbaar.

De gevaren:

• Als de arbeid niet herverdeeld wordt en weinig nieuwkomers via deeltijds werk een eerste stap zetten op de arbeidsmarkt, dreigt een toenemende maatschappelijke kloof tussen de werkenden, die almaar harder werken, en de niet-werkenden.
• Dat zal zich later ook uiten in een pensioenkloof.
• Het toenemend aantal uren per gemiddeld werknemer doet ook het risico toenemen op overwerken en burn-outs.

(fjc)