De terugkeer naar “normale” rentes: wat betekent dit voor obligatiebeleggers?

Tenzij Fed-voorzitter Jerome Powell met een grote verrassing uitpakt, verhoogt de Amerikaanse centrale bank vandaag haar rente met 50 basispunten. Dat is alvast wat de markten ingeprijsd hebben. Het versnelt de terugkeer naar “normalere” renteniveaus en het einde van de negatieve rentes. Goed nieuws voor obligatiebeleggers zou je denken, maar er is één grote donderwolk.

  • De Amerikaanse centrale bank verhoogt vandaag haar rente naar verwachting naar 0,75 à 1 procent, wat neerkomt op een verhoging met 50 basispunten. Slechts een kleine minderheid van de beursanalisten denkt dat Powell en co forser gaan ingrijpen en een verhoging met 75 basispunten gaan aankondigen.
  • De marsrichting van de Fed is al een tijdje duidelijk: stapsgewijze renteverhogingen en minder steunaankopen op de markt. De Europese Centrale Bank straalt meer aarzeling uit, maar bouwt haar aankopen van effecten eveneens af en gaat later dit jaar vrijwel zeker ook over tot renteverhogingen.
  • De financiële markten prijzen dat allemaal in en gaan uit van hogere rentes op staatsobligaties dan in het verleden. Voor het eerst in jaren ging de Amerikaanse tienjaarsrente bijvoorbeeld boven de grens van 3 procent. Een hogere marktrente wijst op lagere prijzen voor lopende obligaties.
  • Die inverse relatie zit als volgt in elkaar: hoe hoger de marktrente, hoe minder de bestaande obligaties waard worden, omdat nieuw uitgegeven obligaties hogere coupons gaan hebben en dus aantrekkelijker worden. De aankoopprijs voor een oude, laagrentende obligatie zakt dan. De voorbije weken kregen de obligatiemarkten zware klappen.
  • Toch durven steeds meer beursexperten te spreken van een nieuw tijdperk voor obligaties. Volgens sommigen kan het Amerikaanse niveau van 3 procent voorzichtige beleggers aanzetten om hun “minder veilige” aandelen in te ruilen voor obligaties, wat velen in jaren niet meer gedaan hebben.

Negatieve reële rente

  • Volker Schmidt, portfoliomanager bij fondsenbeheerder Ethenea, tempert wel het enthousiasme, zeker als het om staatsobligaties gaat. Bij bedrijfsobligaties, die een hogere coupon aanbieden als uitdrukking van het hogere risico, zijn er volgens hem meer kansen op mooie rendementen.
  • Zijn voorbeeld: “De rente op 10-jarige Duitse staatsobligaties steeg aanzienlijk. Momenteel hebben ze een rendement van ongeveer 0,9 procent, of een coupon van 0 procent en een aankoopprijs van ongeveer 92 procent. Dit is echter zeer laag naar historische normen. Na aftrek van de aankoopkosten en de jaarlijkse portefeuilleprovisies, blijft er voor particuliere beleggers maar weinig over.”
  • Bovendien is er één grote donderwolk boven de obligatiemarkten: de hoge inflatie. De obligatierentes mogen dan wel “genormaliseerd” zijn, de huidige inflatie blijft abnormaal in historisch opzicht. Dat heeft tot gevolg dat de reële rente (rente min inflatie) negatief is, omdat de hogere rentes onvoldoende zijn om de inflatie te compenseren.
  • Beleggen in obligaties of toch in aandelen? Die beslissing zal dus in grote mate afhangen van hoe je de toekomstige inflatie inschat.

(am)

Meer