De overheid groeit sneller dan de private sector

Vorige week organiseerden de vakbonden een nationale betoging tegen de Arizona-regering,
onder meer tegen de ‘ontmanteling’ van de openbare diensten. Ook de belangrijkste
vakbonden van de openbare diensten (ACOD en ACV openbare diensten) hamerden er de
voorbije dagen op dat de ‘keiharde’ besparingen op de overheid voor hen onaanvaardbaar
zijn. Dat is opmerkelijk gezien die openbare diensten de voorbije decennia vrij spectaculair
uitgebreid zijn.

Meer dan 500.000 extra werkenden bij de overheid sinds 1995

In 1995 werkte iets meer dan één miljoen mensen bij de overheid (in brede zin). Vandaag is
dat opgelopen tot meer dan anderhalf miljoen. Die stijging deed zich voor doorheen de hele
overheid. De sterkste toename was er in de maatschappelijke dienstverlening (waaronder
onder meer de rusthuizen vallen), met 180.000 extra jobs, en in de gezondheidszorg
(+123.000). Die stijging is op z’n minst gedeeltelijk gelinkt aan de vergrijzing van de
bevolking. Ook in het onderwijs kwamen er sinds 1995 meer dan 120.000 werkenden bij,
een stijging met 40 procent. Ter vergelijking, het aantal min-18-jarigen nam in die periode met 6 procent
toe. En zelfs in de publieke sector in enge zin, openbaar bestuur en defensie, nam het aantal
werknemers sinds 1995 met meer dan 80.000 toe.

De totale werkgelegenheid bij de overheid nam tussen 1995 en 2023 dus met de helft toe,
dubbel zo snel als die in de privé (+25 procent). Die stijging was ook duidelijk sterker dan de
toename van de totale bevolking (+16 procent). Tegen die achtergrond zijn de aanhoudende
alarmkreten over een tekort aan mensen in het onderwijs, in de zorg, bij justitie… , en het
protest tegen de zogenaamde ‘keiharde besparingen’ op z’n zachtst gezegd bizar. Zeker ook gezien de digitalisering het ook binnen de overheidsdiensten mogelijk zou moeten maken
om meer te doen met minder mensen.

Ook de activiteit neemt sterker toe bij de overheid dan in de privé

Naast de werkgelegenheidscijfers bij de overheid tonen ook de activiteitscijfers een
opmerkelijk patroon. Doorgaans groeit de activiteit in de private sector sneller dan die in
publieke sector. Maar dat was de voorbije vijf jaar niet het geval. In die periode groeide de
activiteit in de publieke sector dubbel zo snel als in de privé (met 12 procent versus 6 procent). Dat was
op zich nog logisch tijdens de coronacrisis, toen de private sector zwaar onder druk kwam,
maar dat patroon werd ook de jongste jaren doorgetrokken.

Gezien de al aanzienlijke omvang van onze overheid en de budgettaire uitdagingen waar we
voor staan, is het voor onze economie en toekomstige welvaartscreatie geen gezonde
situatie dat de publieke sector sterker groeit dan de private. Dat de nieuwe regering plannen
heeft om de overheidsuitgaven af te bouwen (al bij al in beperkte mate), is dan ook een voor
de hand liggende keuze. Dat heeft niets te maken met een vermeende ontmanteling van de
overheidsdiensten, maar vooral met een effectievere inzet van de beschikbare middelen.
Ondanks onze hoge overheidsuitgaven en uitgebreide overheid blijft de kwaliteit van het
beleid en de dienstverlening die daartegenover staat eerder middelmatig in internationaal
perspectief. Onze overheden zouden veel meer moeten kunnen met de middelen die ze
hebben (of hetzelfde met minder middelen).

Bart Van Craeynest
Hoofdeconoom bij Voka en auteur van ‘België kan beter’ 

Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.