Het Internationaal Olympisch Comité bevestigt dat de Olympische Spelen van Tokio – ondanks de pandemie en uitgezonderd een grote verrassing – wel degelijk zullen plaatsvinden van 23 juli tot 8 augustus 2021.
De organisatoren willen er ‘andere’ Spelen van maken volgens een model dat ‘voor vele jaren’ als referentie kan dienen. De Spelen zullen van eerdere edities verschillen en wel op drie vlakken.
1. Op financieel vlak
Er komt een einde aan het ongebreideld uitgeven van geld, dat de voorbije Spelen heeft gekenmerkt. Het uitstel heeft de organisatie al 2 miljard euro extra gekost. Tokio wil nu nog eens 230 miljoen euro gaan besparen op een totaal budget van 13 miljard euro. (Ter vergelijking: het budget van de O.S. van Tokio bedroeg 40 miljard euro.) Er wordt gestreefd naar kleinere delegaties en minder plaats voor sponsors. We krijgen dus minder exuberante Spelen.
2. Op sportief vlak
De aanloop naar de Spelen oogt moeilijk. Verschillende voorbereidende competities werden afgelast of in gereduceerde vorm georganiseerd. Zo’n 70 procent van de atleten wordt vandaag in hun voorbereiding geconfronteerd met berekende maatregelen als gevolg van de pandemie. Dat zal gevolgen hebben voor hun prestaties eens ze in Japan arriveren. Ook naast het stadion worden het weinig aantrekkelijke Spelen. Het contact tussen atleten zal tot een minimum worden beperkt. In Rio had de organisatie nog 450.000 voorbehoedsmiddelen uitgedeeld aan de 10.000 deelnemers.
3. Op extra-sportief vlak
Ook toeschouwers zullen het niet onder de markt hebben. Volgens de Franse sportkrant L’Equipe heeft het IOC een 54 pagina’s tellend document gepubliceerd waarin te lezen staat dat buitenlandse fans wel degelijk welkom zijn, via een verdeelsleutel die nog moet worden vastgelegd. Die supporters moeten een masker dragen en de sanitaire maatregelen respecteren. Verder mogen ze hun atleten niet aanmoedigen door te roepen of te zingen. Olympische Spelen met publiek, maar zonder sfeer dus…