De illusie van 80% werkzaamheidsgraad

Meer mensen aan het werk is volgens onze politici de mirakeloplossing voor al onze budgettaire problemen. Helaas lijken ze voorlopig niet van plan om daar echt werk van te maken. Een werkzaamheidsgraad van 80 procent zal er niet komen zonder verregaande hervormingen. En die lijken er niet echt in te zitten. 

Onze politici lijken deze legislatuur dé oplossing gevonden te hebben voor al onze budgettaire problemen: de werkzaamheidsgraad van 80 procent. Gat in de begroting? Opgelost met 80 procent werkzaamheid. Ongedekte pensioenfactuur? Makkelijk gefikst met 80 procent werkzaamheid. Wat ze er helaas niet bij vermelden is dat er vandaag nog geen begin is van een geloofwaardig plan om die werkzaamheidsgraad effectief naar 80 procent te krijgen. Dat dat mogelijk moet zijn, blijkt in Duitsland, Nederland, Zweden en Zwitserland waar vandaag al 80 procent van de 20- tot 64-jarigen aan het werk is.

In België ligt de werkzaamheidsgraad op 70 procent, of zo’n 670.000 werkenden onder de 80 procent-doelstelling. In België halen we die doelstelling voor de 25- tot 54-jarigen (80,3 procent) en zeker voor de hooggeschoolden (86,2 procent). Maar daartegenover staan verschillende categorieën waarvan de werkzaamheidsgraad ver achter loopt: 55- tot 64-jarigen (53,3 procent), kortgeschoolden (46,9 procent), mensen met een handicap of ziekte (40,8 procent) en mensen met een niet-EU27 nationaliteit (40,2 procent). Daarnaast valt ook de regionale dimensie op. Vlaanderen doet het op vlak van werkzaamheidsgraad opmerkelijk beter dan Brussel en Wallonië, en met uitzondering van de ouderen lopen de verschillen nog hoger op voor de kwetsbare groepen.

De 80 procent-doelstelling werd opgenomen in het regeerakkoord, maar voorlopig zijn er nog niet echt overtuigende maatregelen genomen om dat waar te maken. Integendeel, de pensioenvoorstellen van minister Lalieux maken het terug makkelijker om vroeger te stoppen met werken en de verhoging van het minimumloon verhoogt de drempel tot de arbeidsmarkt voor kortgeschoolden en mensen met een migratieachtergrond. Het plan om arbeidsongeschikten via coaching terug naar de arbeidsmarkt te leiden mag dan wel in de juiste richting gaan, de inspanning lijkt voorlopig eerder symbolisch. Verder zullen de recente ballonnetjes om allerlei lastenverlagingen te schrappen evenmin de werkgelegenheidskansen van kwetsbare groepen bevorderen. Ten slotte vereist de uiteenlopende arbeidsmarktsituatie in de regio’s een asymmetrisch arbeidsmarktbeleid waarbij elke regio zich op haar specifieke situatie kan richten. Maar dat blijkt ook maar moeilijk van de grond te komen. 

Een werkzaamheidsgraad van 80 procent zou inderdaad helpen om onze budgettaire uitdagingen aan te pakken, hoewel dat ook niet alles zou oplossen. Maar van die 80 procent zal maar weinig in huis komen als er niet dringend concrete maatregelen genomen worden om dat waar te maken. Die maatregelen moeten vooral gericht zijn op de kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. De jongste politieke schermutselingen beloven op dat vlak weinig goeds. 


De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de feiten 

Meer