De hysterische benadering van milieuproblematiek bij EU-beleidsmakers

Recent bereikten onderhandelaars van het Europees Parlement en de EU-lidstaten een akkoord over nieuwe EU-regelgeving om zogenaamde “greenwashing” tegen te gaan, waarbij bedrijven zich milieuvriendelijker profileren dan ze in realiteit zijn: De nieuwe regels leggen allerlei nieuwe rapporteringsverplichtingen op – eerst aan grote bedrijven, later ook aan KMO’s – met als bedoeling burgers “beter te informeren” over “het effect dat bedrijven hebben op de mensenrechten en het milieu”, aldus Bruno Le Maire, de Franse minister van Economie, die als bemiddelaar optrad bij de totstandkoming van het compromis.

In dezelfde lijn liggen de Europese “taxonomie”-regels, waarbij de Europese Unie met een soort van beoordelingssysteem komt van hoe milieuvriendelijk investeringen zijn, met als bedoeling daar meer en meer wettelijke en fiscale gevolgen aan te gaan koppelen. De filosofie achter dit alles is die van de zogenaamde “ESG” criteria, een acroniem dat staat voor “Environmental, Social, and Governance”. ESG beoogt milieuvriendelijkheid aan de hand van de mate waarin de mens impact uitoefent op de aarde. Zo kreeg Sri Lanka een ESG-score van 98 op 100, onder meer omdat het in april 2021 een verregaand verbod op kunstmest uitvaardigde.

In het geval van Sri Lanka was dit meteen ook een van de redenen voor het feit dat het land onlangs failliet ging. De maatregel zorgde er immers voor dat de landbouwsector er werd gedecimeerd, dit terwijl het voordien zelfvoorzienend was op het gebied van rijstteelt. In combinatie met een onverantwoord  monetair beleid leidde dit tot hoge inflatiecijfers, supermarkten die zonder voedsel kwamen te zitten en grootschalige protesten waarbij de president gedwongen werd zowel zijn paleis als het land te uit te vluchten. Kortom, ESG is niet bepaald een doorslaand succes.

Dit weerhoudt linkse politici, zoals de Canadese premier Justin Trudeau, niet om dit beleidspad aan te blijven houden. Hij wil namelijk mestgebruik door boeren fors terugdringen, en negeert daarbij zowel de landbouwsector als enkele Canadese provincies, die waarschuwen: “Boeren in het Westen van Canada produceren nu reeds de meest duurzame agrovoedingsproducten ter wereld, en toch wordt voortdurend aan hen gevraagd om meer te doen met minder. We zijn echter niet in staat de groeiende wereldbevolking te voeden met tegelijk minder kunstmest.” Net zoals bij het Nederlandse en Vlaamse stikstofbeleid is het de bedoeling van Trudeau om op die manier stikstofuitstoot terugdringen, en ook in Canada leidt dit nu tot protest.

Business as usual

Zoals gezegd gaat men ook op Europees niveau op veel vlakken gewoon door met het bestaande milieubeleid, alsof er geen Russische inval in Oekraïne of grootschalige energiecrisis is. Zo is het “business as usual” op vlak van de “European Green Deal“, waarbij er een uitbreiding naar meer sectoren komt van het emissiehandelssysteem (ETS) van de EU, wat eigenlijk een soort EU-klimaatbelasting is. Daarbij dienen bedrijven CO2-uitstootrechten aan te kopen, iets waarvoor de eindconsument uiteindelijk betaalt.

Een goede illustratie van hoe de Europese beleidsmachine blind blijft voor wat er zich op het terrein afspeelt is dat Nederland nu ook nog eens een uitzondering zou verliezen op vlak van Europese regels om mestgebruik terug te dringen, waardoor Nederlandse boeren nog maar eens zouden worden getroffen. Dit alles ondanks de bijzonder grote tegenstand tegen de door EU-regelgeving geïnspireerde stikstofregels, die de nieuwe boerenpartij zelfs tot de tweede grootste van het land in de peilingen katapulteerde.

De nieuwe Europese regels tegen “greenwashing” getuigen van de grote invloed die groene NGO’s hebben op het Europees beleidsvormingsproces. Ook palmolie-producenten uit landen zoals Maleisië zijn hier slachtoffer van. Ondanks het feit dat de industrie er een duurzaamheidslabel heeft uitgewerkt, waaraan 90 procent van de productie voldoet, blijft de EU van plan om verregaande nieuwe beperkingen op de invoer van palmolie op te leggen, zogenaamd in de strijd tegen ontbossing.

Nochtans is palmolie duurzamer dan andere plantaardige oliën, gezien het feit dat de opbrengst per hectare veel hoger is dan voor pakweg koolzaad-, soja-, olijf- of zonnebloemolie.

Ook stelt het Wereld Natuur Fonds (WWF) dat het de voorkeur verdient “duurzame palmolie te steunen en boycots te vermijden, aangezien we weten dat substitutie door andere plantaardige oliën kan leiden tot nog meer schade aan het milieu en de samenleving”. De palmolie-industrie heeft grote vooruitgang geboekt volgens het “Global Forests Report 2020” van ngo CDP, dat opmerkt dat er een “toename van 27% is ten opzichte van 2019 (…) in bedrijven die bekendmaken hoe ze ontbossing beheren en 93% van de door ons geanalyseerde bedrijven neemt ten minste één door de industrie geaccepteerde actie om bossen te beschermen.” Met andere woorden, industrie-initiatieven kunnen wel degelijk positief effect resorteren, ondanks de sceptische houding hierover op EU-niveau.

Timmermans

Een speciale vermelding moet ook gaan naar Europees “klimaat”-Commissaris Frans Timmermans, die zich laat opmerken door steeds apocalyptischer taalgebruik, in een poging om zijn “green deal” te verdedigen, en daarbij ook niet terugdeinst om VN-klimaatrapporten alarmistischer voor te stellen dan ze zijn. Zo wil hij nu een speciale herdenkingsdag om “de slachtoffers te herdenken van deze verschrikkelijke weerpatronen veroorzaakt door de klimaatcrisis.” Nog los van de vraag of de overstromingen bij ons wel te wijten zijn aan het klimaat en niet aan falend waterbeheer, werd Timmermans voor zijn voorstel gekapitteld door Ronald Plasterk, een voormalige Nederlandse Minister, ook voor PvdA trouwens, die schreef in De Telegraaf: “Timmermans gebruikt [het] leed van anderen om [de] eigen politieke portefeuille belangrijker te maken”.

Het moet in elk geval duidelijk zijn dat deze hysterische benadering van milieuproblematiek, met steeds meer verregaande beperkingen, jammer genoeg dominant is bij EU-beleidsmakers. Hopelijk moet het niet zo ver komen, maar misschien maken energietekorten komende winter daar komaf mee.


De auteur Pieter Cleppe is hoofdredacteur van BrusselsReport, een webstek die zich richt op nieuws en analyse met betrekking tot EU-politiek.

Meer