Met een gemiddelde van 3.1 kinderen per vrouw heeft Israël het hoogste vruchtbaarheidscijfer van alle OESO-landen. ‘Hoe meer kinderen, hoe liever’, schrijft The Jerusalem Post. Toch weerklinkt vanuit de regering kritiek op de babyboom. Volgens minister van Landbouw Alon Schuster begint het land wel héél krap te worden.
‘Elk individueel kind is magnifiek. Zelf wil ik ook heel veel kleinkinderen’, aldus Schuster bij een verkiezingspanel begin maart. ‘Maar dit geboortecijfer doet de bevolkingsdichtheid erg toenemen. En dat zal in de toekomst veel druk op onze open ruimten opleveren.’
Volgens The Jerusalem Post zal het niet zo’n vaart lopen. In een opiniestuk geeft het broadsheet-dagblad Schuster gelijk over de potentiële gevolgen van toenemende bevolkingsdichtheid. Maar deze zouden geen reden zijn om de bevolkingsgroei niet meer te stimuleren.
Negev en Galilea
‘Als uit de cijfers blijkt dat de bevolking van het land tegen 2050 tot 15,7 miljoen zou aangroeien (nu zijn het er 8,8 miljoen, red.), dan moet de regering plannen voor de toekomst’, aldus TJP.
‘Ook al is Israël geografisch gezien klein, toch zijn er in de Negev en in Galilea nog uitgestrekte stukken open land over. Overtuig mensen die grote gezinnen willen naar de periferie te verhuizen. Ontmoedig hen niet kinderen te krijgen’, klinkt het nog.
Mysterie van de ontwikkelde wereld
Waaraan ligt dat hoge geboortecijfer? Vaak worden twee factoren genoemd die de vruchtbaarheidsgraad bevorderen. Ten eerste is er het culturele aspect, namelijk het historische lijden van het Joodse volk. De vrees voor onderdrukking en genocide zou reden kunnen zijn voor een pro-natalistische mentaliteit.
Ten tweede zijn er beleidsmaatregelen die het voor Israëlische vrouwen gemakkelijker maken om werk en gezin te combineren. Deze omvatten: verlof bij ziekte van kinderen, kortere werktijden na terugkeer uit zwangerschapsverlof (‘borstvoedingsuur’), en deeltijdse, flexibele jobs.
Deze argumenten overtuigen niet wanneer we Joden in Israël vergelijken met Joden van de diaspora. Zo is het vruchtbaarheidscijfer onder niet-Israëlische Joden aanzienlijk lager dan in Israël. Ook bij Joden die in Europa wonen, waar de verzorgingsstaten genereuzer zijn dan in Israël.
Bovendien blijken overheidsprogramma’s die de vruchtbaarheid stimuleren enkel op korte termijn te werken. Volgens een studie van denktank Wittgenstein Centre is er maar één beleidsmaatregel die voor meer kinderen zorgt: kwaliteitsvolle kinderopvang.
Haredi-vrouwen
Een andere mogelijke reden van de hoge vruchtbaarheid is het feit dat het orthodox gelovige deel van de bevolking veel kinderen krijgt. En het vruchtbaarheidscijfer van Haredi-vrouwen (ultraorthodoxen) is inderdaad hoog, namelijk ongeveer 7 kinderen per vrouw.
Maar ook daar ontkracht de praktijk de theorie. De stijging van het geboortecijfer de laatste twee decennia is vooral toe te schrijven aan seculiere en traditionele joodse bevolkingsgroepen. Gecombineerd ligt hun geboortecijfer op 2,2 kinderen per vrouw. En dat is op zich al hoger dan het gemiddelde in gelijk welk ander OESO-land.
Eén allesomvattende verklaring voor het mysterie van de Israëlische babyboom is er dus niet. Wellicht betreft het een combinatie van genoemde factoren. Maar waarom kiezen voor de prozaïsche uitleg als het mysterie in stand houden zoveel mooier is.
Lees ook:
(tb)