Conner Rousseau is de relaties tussen groen en rood opnieuw fundamenteel aan het wijzigen en dat is slecht nieuws voor de federale coalitie

Vous n’avez pas, monsieur Mitterrand, le monopole du cœur.‘ Dit legendarische zinnetje komt van Valéry Giscard d’Estaing, die er in een tv-debat François Mitterrand mee versloeg. Maar in essentie draaide het daar dinsdag, in het debat tussen Conner Rousseau (Vooruit) en Meyrem Almaci (Groen), ook over, in de strijd op links: wie ziet zichzelf als de morele monopolist van ‘het hart’ op links, Groen of Vooruit? Die kwestie suddert al langer tussen beide kampen.

In de studio’s van de VRT kwam het dinsdag tot een heftige aanvaring tussen partijvoorzitters Conner Rousseau (Vooruit) en Meyrem Almaci (Groen), op het moment dat de camera’s stoppen met draaien.

  • De studio van Terzake aan de Reyerslaan, dinsdagavond, zo rond kwart over acht, daverde van de decibels. Het ging er zo luid aan toe dat Wouter Beke (CD&V), die in de aanpalende studio klaar zat voor De Afspraak, naar verluidt het geroep tot bij hem kon horen.
  • Het was Rousseau, die meteen na de uitzending van het debat tussen beiden als een vulkaan uitbarstte. Eerst kreeg de host, Kathleen Cools, een veeg uit de pan over afspraken die volgens de Vooruit-voorzitter niet waren nagekomen, maar daarna ontstond een hoog oplopende discussie met Almaci, die in het verlengde lag van het debat dat beiden zonet op tv gevoerd hadden. Alleen nog veel heftiger.
  • ‘Ronduit leugenachtig, wat jullie doen. Uw parlementsleden zitten mij te vergelijken met nazi’s op Twitter. Wel, als je dat vindt, dan bestuur je dus wel met nazi’s. De conclusie is aan u’, zo schreeuwde Rousseau onder meer. En toen bleek dat Almaci zijn boek, dat eigenlijk de hele aanleiding van de discussie was, nog niet had gelezen, stelde Rousseau ‘dat hij het dan godverdomme zou opsturen’.
  • De groene voorzitter probeerde het conflict te vermijden, stelde eerst dat ze het ‘niet begreep, al die boosheid’, maar ging tegelijk ook niet achteruit en wilde ‘haar woorden niet terugnemen’. ‘Ik deel uw gevoel van onmacht, maar ik mag het toch nog oneens zijn over de oplossing?‘.

In de studio zelf was er een debat over het ‘recht op kinderen’, maar die discussie snijdt veel dieper.

  • De aanleiding van het debat is oorspronkelijk het boek T., dat Rousseau vorig jaar uitbracht. Een persoonlijk relaas over z’n visie op politiek, maar de kern van het boek, en ook de titel, draait rond z’n ervaringen op de vele jeugdkampen die hij meemaakte als kind en als leiding.
  • Daarbij ook de case van T., een jongen die op keiharde wijze de ogen van Rousseau opende voor de problematieken van armoede, ongelijke kansen, verwaarlozing, discriminatie en onderdrukking. Uiteindelijk overlijdt de jongeman. Het legt voor de Vooruit-voorzitter bloot dat hij het debat over zware kindermishandeling en uiteindelijk het ‘recht op kinderen krijgen’, niet uit te weg mag gaan.
  • Die case maakte hij in z’n boek, maar hij herhaalde z’n these in een interview met Terzake: als niets anders helpt, moet een rechter kunnen verhinderen dat een vrouw met een heel zware problematiek telkens opnieuw zwanger raakt.
  • Uit Groen kwamen daar felle reacties op, onder meer Vlaams Parlementslid Celia Ledoux haalde fel uit naar Rousseau. De verontwaardiging daar werd opgepookt, zeker ook omdat de ondervoorzitter van Groen in dergelijke penibele omstandigheden moest opgroeien: stelde Vooruit dan het ‘recht op kinderen’ in vraag?
  • Terzake drong aan op een debat, en Almaci ging daarop in, net als Rousseau. Het resultaat was een dovemansgesprek, dat eigenlijk van kwaad naar erger ging. Alleen al de lichaamstaal en de gelaatstrekken van beiden spraken boekdelen.
    • ‘Ik heb mezelf voorgenomen dat ik het beu ben dat de traditionele politiek z’n kop in het zand steekt en daar niets aan wil doen. Ik heb aan die kinderen beloofd dat ik daar iets aan ga doen’, zo stelde Rousseau algemeen.
    • Maar al heel snel werd de kwestie aangesneden van hoe Rousseau dan moeders zou verbieden zwanger te worden. ‘Kan u mij zeggen vanaf wanneer, vanaf hoeveel cocaïnegebruik, welke ouders u gaat treffen, welke concrete criteria, hoe u dat gaat doen?‘, zo haalde Almaci scherp uit.
    • Rousseau gaf een koekje van eigen deeg: ‘In een gezin waar vier kinderen zijn afgenomen door de rechter, wegens onveilige thuissituatie, vindt u dan dat die vrouw nog een vijfde kind mag hebben? Ja of neen, Meyrem?‘, herhaalde hij een aantal keer dwingend de vraag.
    • ‘Maar meneer Rousseau, dit is een gevoelig debat waar je niet met je brute botten in moet gaan‘, zo antwoordde die even fel.
  • De aanspreking, met ‘Meyrem’ tegenover het veel koelere ‘Meneer Rousseau’, liep doorheen heel het debat. En op het eind haalde Rousseau dat ook aan: ‘Ik vind de afstandelijke toon van Meyrem heel raar. ‘Meneer Rousseau’ en zo. Okay, da’s goed, dat zal een deel van de aanpak zijn.’
  • Nadat de camera’s stopten met draaien, ontplofte de zaak pas goed. Want dat het diep zit, vooral bij Rousseau, was wel heel duidelijk. ‘Hij is maar een mens, dat toont net dat hij met z’n hart aan politiek doet‘, sust men bij de Vlaamse socialisten de verbale ontploffing. Bij de groenen wil men er bitter weinig over kwijt, al ontkent men het hele incident niet.

De essentie? Rousseau is de relaties tussen groen en rood opnieuw fundamenteel aan het wijzigen.

  • In essentie draaide het dinsdag, in de studio’s van de VRT, vooral over de strijd op links: wie ziet zichzelf als de morele monopolist van ‘het hart’ op links, Groen of Vooruit? Die kwestie suddert al langer tussen beide kampen.
  • Bij de socialisten voelt men zich al jaren de ‘underdog’, de partij die de klappen kreeg terwijl groenen in de lift zaten, maar ook mentaal, de partij die niet de ‘verheven’ toon en ideologie bezit om heel de wereld te moeten gaan reden met haar politieke visie. De ergernis over “het verheven morele vingertje” van de groenen zit diep vertakt, tot in de basis van de partij.
  • Zeker in deze kwestie, waarbij Conner Rousseau z’n nek uitsteekt en zich ver waagt, heeft men bij de socialisten het gevoel dat de groenen dit aangegrepen hebben om hun ‘morele verhevenheid’ nog eens te demonstreren. De voorzitter trok met geslepen messen naar het debat, ervan uitgaande dat Almaci klaar zou staan om hem live op televisie af te maken. Het resultaat was ernaar.
  • En het klopt dat de figuur van Rousseau de groenen bezighoudt. Daar kijkt men al langer met een mix van bijwijlen bewondering, maar eerder verbazing en afkeer naar de nieuwe toon die de socialisten hanteren onder de jonge voorzitter: soms brutaal en op het platvloerse af, maar ook met volgens hen weinig gebrek aan dossierkennis, en met in hun ogen soms ook erg “rechtse” standpunten.
  • Dat de Vlaamse socialisten ondertussen wél scoren in de peilingen, terwijl Groen wegzakt, maakt het er niet beter op. Dat de start van de regering voor de socialisten, met Frank Vandenbroucke (Vooruit) een voltreffer was, en tegelijk de casting bij Groen uiterst rommelig verliep, maakt het er niet beter op.
  • Die verhoudingen zetten zich door in de mindset van de respectievelijke achterban. Beide voorzitters kregen na afloop erg veel reacties uit ‘hun’ kamp, met steunbetuigingen: voor beiden komt hun leider er toch veeleer als ‘winnaar’ uit, en is de ander wat ‘ontmaskerd’.
  • Zeker voor de socialisten, die onder Bruno Tobback, maar vooral John Crombez vooral klappen moesten vangen, is dat nieuw. Zij waren herleid tot junior partner, tot nummer twee op links, een positie die ze historisch niet gewoon waren. Nu zijn ze ‘terug’, of “we’re back, bitches”, om de voorzitter te parafraseren, met wat Rousseau voor zijn achterban ‘winner-socialisme‘ noemt: een assertievere vorm van aan linkse politiek doen. “Hij ging het debat niet uit de weg hé, hij trok naar de studio en verdedigde het”, zo is te horen. Het is aan Groen om daarop nu een antwoord te formuleren.
  • Maar tegelijk neemt de Vooruit-voorzitter een gok. Rousseau heeft wel erg veel ‘skin in the game‘ in het debat: het is vanuit de eigen onderbuik dat het komt. Die wel erg persoonlijke benadering wordt hem ook verweten door andere partijvoorzitters: niet elk vraagstuk kan je oplossen met persoonlijke casuïstiek, ook algemene dossierkennis is belangrijk.

Voor de federale coalitie is dit niet zo’n geweldig signaal.

  • De strijd op links is niets nieuws. Maar tegelijk is het een herinnering aan de moeilijke regeringsonderhandelingen, waarbij de Vlaamse socialisten de analyse maakten dat een coalitie met de groenen in Vivaldi helemaal niet hun voorkeur genoot, om tal van redenen. Die zijn vandaag niet plots weg.
  • Persoonlijke verhoudingen tussen de voorzitters zijn uiteraard niet de doorslaggevende factor in het wel of niet functioneren van een federale regering: die draait in de eerste plaats op de premier en zijn vicepremiers. Maar het debacle op het eind van de Zweedse periode toonde wel aan dat wanneer de communicatie stilvalt tussen de architecten, en dat zijn in deze wel de partijleiders, het gevaar om de hoek loert.
Meer