Chinees handelsoverschot in juli bereikt nieuw record

Goed nieuws voor China: de export is gegroeid, met een recordoverschot op de handelsbalans. Dat terwijl draconische COVID-maatregelen en een nakende vastgoedcrisis de economie doen afremmen. Maar de exportcijfers worden opgeblazen door stijgende prijzen en een zwakke yuan. Nu de inflatie wereldwijd voelbaar begint te worden, zou de Chinese export de komende maanden wel eens slechter kunnen uitkomen.

De Chinese handelsbalans bereikte in juli een recordoverschot van 101 miljard dollar, bijna het dubbele van juli 2021 (56 miljard dollar). Vergeleken met een jaar geleden is de uitvoer met 18 procent gestegen, het hoogste groeipercentage van het jaar, net boven het cijfer van juni (17,9 procent). De invoer daarentegen steeg met slechts 2,3 procent, volgens statistieken van de Chinese douana. Dat meldt CNN Business.

Het handelsoverschot is een sprankje hoop voor de Chinese economie, die momenteel met tegenwind te kampen heeft: de economische activiteiten vertraagden als gevolg van de COVID-maatregelen, wat in het tweede kwartaal tot een quasi-stagnatie van het bbp heeft geleid. Daarbovenop komt de inzinking van de vastgoedsector, die met een dalende verkoop en een schuldencrisis te kampen heeft. Het land verwacht een jaarlijkse groei van 5,5 procent, de slechtste prognose in meer dan 30 jaar. Maar niet alle waarnemers zijn het met dit cijfers eens: het IMF heeft zijn prognose voor China onlangs naar beneden bijgesteld en gaat nu uit van een groei van slechts 3,3 procent.

Gemengde gevoelens

In de stijging van de uitvoer spelen de hogere prijzen een grote rol. De helft van de hogere exportcijfers zouden daardoor verklaard kunnen worden, meent Larry Hu, econoom bij Macquarie Capital, volgens berichtgeving van CNN. Met andere woorden, het aantal uitgevoerde goederen is niet zo sterk gestegen, maar het zijn vooral de prijzen van de geëxporteerde goederen die het totaalbedrag omhoog krikken. 

Langs de andere kant kan de zwakke yuan ook hebben geholpen om de export te stimuleren: als de munt in waarde daalt, bijvoorbeeld ten opzichte van de dollar, worden bestellingen voor wie in vreemde valuta betaalt, goedkoper. Maar voor een land kan de zwakte van de nationale munt ook nadelen meebrengen. Sommige producten, zoals energieproducten die vaak in dollars worden verhandeld, worden duurder, wat bijdraagt tot de inflatie.

Wereldwijde vraag op een laagtepunt

Het sprankje hoop lijkt niet van blijvende aard te zijn. Wereldwijd beginnen de torenhoge energieprijzen, de stijgende kosten van levensonderhoud en de stijgende rentetarieven, een poging om de inflatie te beteugelen, de vraag te drukken.

Consumenten zullen hun uitgaven daardoor beperken en bepaalde aankopen vermijden of uitstellen, zoals kleding of elektronica, die vaak in China worden geproduceerd. “Wij denken dat de afkoelende wereldwijde vraag China’s exporthausse snel zal doen leeglopen,” zegt Julian Evans-Pritchard, econoom bij Capital Economics, in een door CNN ingeziene nota.

In de komende maanden zou de uitvoer van China bijgevolg kunnen vertragen. De export is verantwoordelijk voor 180 miljoen banen in China, een kwart van de beroepsbevolking, en meer dan een derde van het groeipercentage dat China in de eerste helft van het jaar zag (0,9 van de 2,5 procent): voor het land en zijn economie zal een vertraging van de export slecht nieuws zijn. Het zou bijgevolg willen afstappen van dit model, waarin de uitvoer zo’n grote invloed heeft op het bbp.

Voor de rest van de wereld zou het goed nieuws kunnen zijn: de exponentiële vraag in de nasleep van de pandemie heeft geleid tot congestie van de toeleveringsketens, wat heeft bijgedragen tot de inflatie. Nu de vraag en de uitvoer vertragen, kan de situatie enigszins normaliseren en kan de prijsdruk afnemen.

(as)

Meer