Britse energiefactuur dikt in oktober aan met zo’n 1.700 euro: schreeuw om koopkracht te beschermen klinkt almaar luider

De Britten gaan vanaf oktober fors meer moeten betalen voor hun energieverbruik. Dat komt omdat de Britse energieregulator Ofgem dan het prijsplafond verhoogt met 80 procent. Daardoor zal de energiefactuur van een gemiddeld gezin stijgen met zo’n 1.500 pond, oftewel 1.770 euro.

Net zoals de rest van de wereld wordt het Verenigd Koninkrijk getroffen door de energiecrisis. De gezinnen in dat land bleven tot nu toe gedeeltelijk gespaard van de opgelopen energieprijzen omdat er gewerkt wordt met een prijsplafond.

Het plafondbedrag wordt in oktober opgetrokken met 80,06 procent, na een verhoging in april. Dat heeft vergaande gevolgen voor de Britse gezinnen. Een gemiddeld gezin ziet daardoor de energiefactuur stijgen van 1.971 pond (2.323 euro) naar 3.549 pond (4.184 euro). Dat is een toename van welgeteld 1.578 pond, oftewel 1.861 euro.

Gasprijs blijft stijgen

Er wordt verwacht dat de regulator het prijsplafond in januari opnieuw zal verhogen. Een prijsstijging tot 4.000 pond wordt dan niet uitgesloten. De oplopende energieprijzen zijn voornamelijk het gevolg van de gestegen gasprijs. Die blijft namelijk de pan uit rijzen wegens bezorgdheden over nieuwe onderhoudswerken aan de gaspijpleiding Nord Stream 1 volgende week.

De Europese gasprijs (Nederlandse TTF Gas Futures voor september) had gisteren zelfs even de kaap gerond van 340 euro per megawattuur. Dat was slechts 5 euro minder dan het hoogterecord uit maart. Op 7 maart was de gasprijs even gestegen tot 345 euro. Op het einde van de handelsdag gisteren was de prijs gezakt tot 306 euro.

De stijgende energieprijzen zijn ook de belangrijkste aandrijver van de Britse inflatie. Die bedroeg in juli maar liefst 10,1 procent. Ter vergelijking: de geldontwaarding in de eurozone bedroeg toen 8,9 procent. De Amerikaanse bank Citi verwacht overigens dat het leven in het Verenigd Koninkrijk eind dit jaar 18,6 procent duurder zal worden.

VK overweegt maatregelen

Tot nu toe heeft het Verenigd Koninkrijk niet al te veel maatregelen genomen om de koopkracht van de bevolking te beschermen. We mogen niet vergeten dat het land in een politieke crisis verkeert. Zo stapt Boris Johnson op 6 september op als premier.

Nadhim Zahawi, Brits minister van Financiën, waarschuwt nu dat kleine en middelgrote inkomens overheidssteun zullen nodig hebben om de energiecrisis door te komen. “We onderzoeken nu hoe we de gezinnen kunnen helpen”, zegt hij in een interview met de Daily Telegraph. Hij voegt eraan toe dat het land zich in een “economische noodsituatie bevindt die 18 maanden tot 24 maanden zou kunnen duren.”

Zowel Liz Truss als Rishi Sunak, de twee kandidaten om Johnson op te volgen, hebben verdere steun toegezegd, zonder details te geven. Op het eerste gezicht lijken de twee politici wel voorstander te zijn van extra belastingen voor de energiegiganten. Dat geld zou dan gebruikt kunnen worden om de gezinnen te steunen.

Hoe dan ook hebben de hoge energieprijzen en de inflatie al voor sociale onvrede gezorgd in het VK. Gisteren zijn burgers bijvoorbeeld op straat gekomen om te protesteren tegen het hogere prijsplafond. De afgelopen maanden waren er ook al verschillende stakingen in belangrijke sectoren om meer loon te eisen. Zo lag het Britse spoorverkeer deze zomer meermaals plat. In tegenstelling tot in ons land worden de lonen in het VK niet automatisch aangepast aan de stijgende levensduurte.

Meer