Het British Museum moet zijn samenwerking met sponsor British Petroleum (BP), producent van fossiele brandstoffen, verbreken. Dat staat in een brief die door de belangengroep Culture Unstained – bestaande uit onder meer klimaatwetenschappers, archeologen en vertegenwoordigers van de culturele sector – aan de raad van toezicht van het British Museum werd gestuurd. De sponsoring door het olieconcern wekt bij diverse partijen al langer kritiek op.
Het British Museum en British Petroleum moeten binnenkort de verlenging van de vijfjarige sponsoringovereenkomst bespreken. In de brief roept Culture Unstained het museum echter op de samenwerking niet te verlengen.
Belangenconflict
“De samenwerking druist in tegen het eigen beleid van het museum”, wordt er opgemerkt. “Een vernieuwing van de sponsoring zou dan ook de reputatie van het museum schaden.” Culture Unstained merkt daarbij op dat British Petroleum in de strijd tegen de klimaatverandering duidelijk achterblijft op de actie die daarbij mag worden verwacht.
In de brief wordt George Osborne, voorzitter van het British Museum, tevens opgeroepen om zich uit de discussies over de verlenging van de sponsoring terug te trekken. Er zou immers sprake zijn van belangenvermenging, aangezien het olieconcern een klant is van Robey Warshaw, het bankbedrijf van Osborne.
Dezelfde oproep werd ook gericht aan het adres van Philipp Hildebrand, een bestuurslid van het museum. Hildebrand is immers vicevoorzitter van BlackRock, een van de grootste aandeelhouders van British Petroleum.
“De meerderheid van de Britse culturele organisaties – waaronder de National Portrait Gallery, de Royal Shakespeare Company, de Tate Gallery, het Edinburgh International Festival en het Scottish Ballet – hebben inmiddels hun sponsorovereenkomsten met British Petroleum beëindigd”, vervolgt de brief.
“Aan de andere kant hebben het National Theatre, de National Gallery, het Southbank Centre en het British Film Institute hun samenwerking met Shell afgebroken. Het British Museum dreigt hierdoor geïsoleerd te raken, zowel door zijn voortdurende acceptatie van sponsoring door een bedrijf dat fossiele brandstoffen produceert, als door zijn gebrek aan een duidelijk ethisch standpunt over deze kwestie.”
British Petroleum is al jaren sponsor van het British Museum. Het meest recente vijfjarige contract werd zes jaar geleden ondertekend. Wegens de uitbraak van de coronacrisis werd die looptijd echter met een jaar verlengd.
De samenwerking tussen beide partijen is eerder al op kritiek onthaald, waarbij in het algemeen de betrokkenheid van producenten van vervuilende fossiele brandstoffen bij de kunst op de korrel wordt genomen.
Noodzaak
Eerder dit jaar vroegen meer dan driehonderd archeologen en historici in een brief de beheerders van het museum ook al om de banden met het bedrijf te verbreken. Twee jaar geleden werd het museum drie dagen lang bezet tijdens een tentoonstelling rond Troje die door British Petroleum werd gesponsord.
Ook het personeel van het museum heeft al zijn protest tegen de samenwerking met het olieconcern laten blijken, net zoals de acteurs Emma Thompson, Mark Ruffalo en Mark Rylance.
Vorige maand nog verwijderde het British Museum de naam van de familie Sackler uit zijn galerijen en kamers. Leden van die familie worden mee verantwoordelijk geacht voor de opioïdencrisis die de Verenigde Staten zware schade heeft aangericht.
Het museum spreekt tegen dat het op ongepaste wijze door donaties of sponsoring zou worden beïnvloed. Een woordvoerder van het museum merkte tegelijkertijd op dat langdurige zakelijke partners zoals British Petroleum noodzakelijk zijn om zijn activiteiten te kunnen ondersteunen.
“Zonder externe steun zouden een groot deel van de programmering en andere grote projecten onmogelijk kunnen worden”, luidt het. “De directeur en beheerders denken steeds goed na over de aard en de kwaliteit van sponsoring vooraleer tot een samenwerking wordt overgegaan. Beslissingen worden bovendien uitsluitend door de beheerders en het personeel van het museum genomen.”
(ns)