Belgische bedrijven profiteren niet van de inflatie om hun winsten op te blazen, zegt de Nationale Bank, maar het IMF is daar niet zo zeker van

De Nationale Bank van België (NBB) verzekert ons dat in ons land de overgrote meerderheid van de sectoren hun winstmarges sinds het begin van de crisis niet hebben verhoogd en dat de prijsstijgingen het gevolg zijn van de toegenomen kosten. Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) klopt die vaststelling niet.

Waarom is dit belangrijk?

De prijzen in ons land zijn sinds vorig jaar fors de hoogte ingeschoten. Sommigen stellen zich de vraag of de hogere prijzen uitsluitend het gevolg zijn van de toegenomen kosten. Of is er sprake van "graaiflatie", waarbij bedrijven misbruik maken van de inflatiesituatie om hun winstmarges te verhogen.

Volgens gegevens van de NBB zijn de consumentenprijzen (grotendeels) in lijn gestegen met de toegenomen kosten. De monetaire instelling merkt op dat er geen sprake is van opportunistische intenties.

Geen hogere winstmarges?

Terwijl de meeste studies een macro-economische indicator gebruiken, namelijk het winstaandeel, om graaiflatie te beoordelen, is onze studie gebaseerd op gegevens op bedrijfsniveau. We analyseerden de gegevens van ongeveer 105 000 ondernemingen en onderzochten hun omzet en kosten. Als de omzetgroei groter is dan de groei van de kosten, wijst dat erop dat een onderneming haar prijzen meer heeft verhoogd dan wat nodig is om de stijgende kosten te dekken en haar marge te beschermen. Als de omzetgroei anderzijds lager is dan de toename van de kosten, wijst dat erop dat een onderneming haar prijzen heeft verhoogd, maar niet haar marge.

De NBB in een persbericht
  • De NBB is van mening dat niet de winstmarges van bedrijven de prijzen opdrijven, maar eerder de stijgende kosten, van energie tot grondstoffen.
  • Ook de hogere loonkosten jagen de consumentenprijzen de hoogte in, zij het in mindere mate. Vergeet niet dat ons land de lonen automatisch indexeert wanneer de kosten van levensonderhoud stijgen. Dat mechanisme beschermt de koopkracht van de gezinnen, maar het voedt ook de inflatie door de bedrijfskosten te verhogen, vooral in vergelijking met de buurlanden.
  • De impact van de winstmarges op de prijzen zou zelfs negatief zijn in de meeste productiesectoren en in de dienstensector, met enkele uitzonderingen zoals scheepvaart en accommodatie. “Als buitensporig winstbejag, of graaiflatie, in België wijdverspreid zou zijn, zouden we veel positieve grijze staven (zie grafieken hieronder red.) zien. Dat is niet het geval”, aldus de monetaire instelling.

Zijn Belgische bedrijven dus net zo goed het slachtoffer van de stijgende prijzen als consumenten? Het IMF, dat de kwestie op Europees niveau bestudeerde, en niet alleen in België, is daar niet zo zeker van. De VN-organisatie is van mening dat in de eurozone de bedrijfswinsten, in het rood weergegeven op de onderstaande grafiek, het grootste deel van de prijsstijging van de afgelopen twee jaar verklaren.

Winst beperken om lonen laag te houden

  • Het IMF vermijdt weliswaar het begrip “graaiflatie” in zijn analyse. Hoe dan ook voedt dit fenomeen de inflatie, vooral omdat stijgende prijzen de vraag naar hogere lonen nog dringender maken. In dat geval wordt er gesproken van tweede-ronde-effecten.

“Als alles gelijk blijft, kan de inflatie alleen snel dalen als bedrijven hun winstmarges – die de afgelopen twee jaar sterk zijn gestegen – laten krimpen en een deel van de verwachte stijging van de arbeidskosten absorberen. Om het kort te houden: energie speelde een belangrijke rol, daarna voedsel. Maar vooral de arbeidskosten spelen nu een belangrijke rol bij het aanjagen van de inflatie

Gita Gopinath, eerste plaatsvervangend directeur van het IMF, tijdens de jaarlijkse vergadering van de ECB in Sintra
  • Tijdens de bijeenkomst in Sintra merkte Christine Lagarde, voorzitter van de ECB, in een toespraak op dat de inflatie nog een tijdje hoog zal blijven. “De geldontwaarding blijft hardnekkig hoog omdat verschillende economische spelers de opgelopen kosten aan elkaar doorrekenen”, klonk het.

(ns)

Meer