75% van de Belgische bedienden zat eind 2020 met een overschot aan extralegale vakantiedagen. Dat is 7% meer dan het jaar daarvoor. Gemiddeld schoof de Belgische bediende 2,5 vakantiedagen door van 2020 naar dit jaar. Dat blijkt uit een analyse van hr-dienstenbedrijf Acerta.
De Belgische bedienden uit de privésector droegen gemiddeld 2,5 vakantiedagen over uit 2020, ofwel 19 uren. Het gaat hierbij om extralegale vakantiedagen, aangezien wettelijke vakantie niet overgedragen kan worden. Drie op de vier bedienden hadden eind 2020 nog vakantiedagen over. De jaren voordien waren dat er telkens minder, zo’n 68 procent. Die conclusie trekt hr-dienstenbedrijf Acerta op basis van cijfers van meer dan 120.000 bedienden.
Beperkte impact
‘De coronacrisis heeft het opnemen van vakantiedagen duidelijk beïnvloed’, verklaart Marijke Beelen van Acerta. ‘Doordat mensen tijdelijk werkloos waren, thuiswerkten of misschien zelfs geveld waren door corona, hebben ze minder vakantiedagen opgenomen dan anders.’
Ook het gebrek aan mogelijkheden of zin om te reizen, had zijn invloed. ‘In november en december hebben werknemers nog een eindspurt ingezet en in die periode opvallend meer vakantiedagen opgenomen dan in andere jaren. Want aan het eind van elk werkjaar moet de teller van wettelijke vakantiedagen op nul staan. Het gaat hier bijvoorbeeld over anciënniteitsdagen’, legt Beelen uit.
Dankzij die eindspurt eind vorig jaar, blijft de impact voor bedrijven volgens Acerta al bij al beperkt. ‘Het maakt dat voor 2021 werkgevers en werknemers opnieuw met een bijna propere lei aan de vakantieplanning kunnen beginnen’, aldus Beelen.
Lees ook: