Beleggers gaan uit van ongeziene steun van de centrale banken en overheden om de financiële markten de komende dagen te stabiliseren. Maar daardoor ontstaat een gevaarlijk psychologisch spel. Worden de verwachtingen niet ingelost, dreigt een nieuwe roetsjbaan.
Spektakel op zondagavond: Amerikaanse centrale bank grijpt in. De Federal Reserve moest volgens de agenda woensdag een rentebesluit nemen, maar stond onder zware druk om vroeger in te grijpen. Die druk kwam niet alleen van de markten, maar ook van president Donald Trump, die zijn kansen op herverkiezing gaaf wil houden en zaterdag opnieuw aandrong op een forse renteverlaging.
De Fed pakt uit met zijn tweede renteverlaging in korte tijd en zet de rente op vrijwel 0 procent. Gecombineerd met de maatregelen die de regering-Trump aan het uitwerken is, wordt dat een van de grootste Amerikaanse anticrisispakketten ooit, met monetaire (Fed) als budgettaire (overheid) stimuli. Een superbazooka, dus.
Hoe gaat het nu verder op de markten? Niemand waagt zich aan een voorspelling, omdat de coronacrisis nu aan beide kanten van de Atlantische Oceaan uitdijt. Dat leidt ook tot de ene drastische beleidsmaatregel na de andere. De noodingreep van de Fed moet een crash van de beurzen vermijden. Maar volgens almaar meer experten is de situatie nu zo ernstig, dat er een gecoördineerde en wereldwijde ‘whatever it takes’-aanpak moet komen van zowel centrale bankiers als overheden.
De tussenbalans: 20 procent verlies in een week. Beleggers hebben in het weekend hun verliezen kunnen uittellen. De meesten moeten bekomen van de zware opdoffers van vorige maandag en donderdag. De Europese Centrale Bank en de Amerikaanse Fed hebben forse steunprogramma’s aangekondigd, maar dat heeft de klappen maar gedeeltelijk kunnen verzachten. Aandelen hebben gemiddeld een vijfde van hun waarde verloren vorige week. De Stoxx 600, een graadmeter voor Europese aandelen, verloor bijna 19 procent. De Brusselse Bel20-index deed het nog slechter en ging van ruim 3.435 punten naar minder dan 2.733 punten, of een daling met ruim 20 procent.
Donkerste beurstijden ooit. Op iets langere termijn bekeken, is de daling met 31 procent op 17 handelsdagen de zwaarste klap uit de recente geschiedenis, zo blijkt uit onderstaande vergelijking door nieuwsdienst Bloomberg.
De volatiliteit, het op en neer gaan van de koersen, is uitzonderlijk groot. Zo noteerden de Amerikaanse beurzen na de grootste klap sinds 1987 donderdag, een dag later meteen de snelste stijging sinds 2008.
Het grote gevaar: opdrogende liquiditeit. Dat verscheidene markten tegelijkertijd – aandelen, bitcoin en zelfs goud – grote weekverliezen leden, heeft volgens financieel experten te maken met een massale vlucht naar cash. Als dat zich doorzet, dreigen sommige markten helemaal op te drogen en wordt een vlotte handel onmogelijk. Een infarct van sommige delen van het financiële systeem komt dan dichterbij.
Dé uitdaging voor beleidsmakers: ‘expectations management’. De beleidsmakers halen best hun psychologieboeken over het managen van verwachtingen nog eens uit de kast. Want als de algoritmes van de grote beleggers de nog niet aangekondigde steunmaatregelen al in hun orderinstructies incalculeren, zal het niet inlossen van die verwachtingen tot verdere koersdalingen leiden.
Groot alarm voor luchtvaart en toerisme. Een duidelijk gemeenschappelijk kenmerk van de wereldwijd genomen maatregelen is dat reizen zwaar ingeperkt wordt en van overheidswege zelfs expliciet wordt afgeraden. De Duitse reisgroep TUI verloor vorige week al 34 procent van zijn beurswaarde en zag dit weekend zijn business in pakketreizen op zijn minst tijdelijk in rook opgaan. Ook de aandelen van luchtvaartmaatschappijen stonden in de uitverkoop. Die bedrijven zullen met knikkende knieën de nieuwe beursweek ingaan. Zonder staatssteun dreigen luchtvaartmaatschappijen kopje-onder te gaan.
Weer de ‘elephant in the room’: Deutsche Bank (-25 procent vorige week). De crisis van 2008 heeft geleerd dat een destabilisering van slechts een handvol banken het hele financiële stelsel op losse schroeven kan zetten. De banksector kreeg vorige week al rake klappen op de beurs. De hoofden draaien automatisch richting Deutsche Bank. De systeemkritische instelling kampt al jaren met haar interne organisatie.
Net voor Valentijn leek de strompelende Duitse bankreus zich eindelijk herpakt te hebben met een koers boven 10 euro. De comeback bleek evenwel van korte duur en de coronacrisis doet de twijfels nog toenemen. Het aandeel verloor vorige week 25 procent, en eindigde op 5,11 euro. De koers is op maandbasis dus alweer gehalveerd.
Volgens sommige waarnemers komen enkele steunmaatregelen die de Europese Centrale Bank aankondigde neer op een impliciete subsidie van de banken. Er wordt dan vooral gewezen op de zogeheten TLTRO-mogelijkheden, die erg gunstig zouden uitvallen voor de banken. Die lezing heeft zich echter nauwelijks vertaald in stijgende beurskoersen.
Deze tekst kreeg een update na de Amerikaanse renteverlaging.