Auto, fiets of te voet: coronacrisis houdt ons weg van het openbaar vervoer

Veel Belgen staan er na de coronacrisis niet meer voor te springen om nog het openbaar vervoer naar het werk te nemen. Dat schrijft de krant Het Laatste Nieuws op basis van onderzoek dat de Vrije Universiteit Brussel deed naar ons verplaatsingsgedrag.

Het zal u waarschijnlijk niet verbazen dat het pendelgedrag in lockdowntijd met 75 procent kelderde, met dank aan het massale thuiswerken. Opvallender is dan weer dan 40 procent van de ondervraagden aangeeft om in post-coronatijden niet meer te pendelen. Van wie wél nog zal pendelen, zegt opnieuw 40 procent dat het minder vaak zal gebeuren. Nog enkele bijkomende cijfers:

  • 12 procent van de ondervraagden neemt de trein niet meer.
  • 39 procent van de ondervraagden neemt de metro niet meer.
  • 13 procent van de ondervraagden fietst naar het werk.
  • 13 procent van de ondervraagden wandelt (gedeeltelijk) naar het werk.
  • 100 procent van de ondervraagden rijdt met de auto naar het werk, als ze dat voordien ook al deden.

Deze laatste bevinding is geen verrassing, vanuit de idee ‘mijn wagen, mijn vrijheid’. De onderzoekers zijn wél aangenaam verrast door de herontdekking van de fiets, klinkt het. ‘Vooral de elektrische fiets winst sterk aan populariteit. Wie meer dan 20 kilometer van het werk woont, zal het openbaar vaker vervangen door de auto of de motor’, zegt Alice De Séjournet.

Bezettingsgraad

Zo is het duidelijk dat het openbaar vervoer de grote verliezer van de coronacrisis wordt. Ook in het buitenland noteren vervoersmaatschappijen grote dalingen in de reizigerscijfers, omdat veel gebruikers bang zijn voor besmettingen. ‘Het valt op dat de meeste gebruikers het belangrijk vinden om de bezettingsgraad van het openbaar vervoer te kennen’, zegt professor Lieselot Vanhaverbeke, die het onderzoek coördineerde.

Maar voor de vervoersmaatschappij is het niet evident om zo’n informatie aan te bieden. ‘Dagelijks rijden een paar duizend voertuigen uit. De bezettingsgraad van een bus fluctueert vooral in de stedelijke kernen soms heel snel en zeer sterk’, beargumenteert woordvoerster Ine Pieters van De Lijn, die tussen de 20 en 25 procent van haar normale klanten vervoert. Ook bij de NMBS zijn er veel minder reizigers, ondanks een maximale samenstelling van de rijtuigen.

Lees ook:

Meer