Alicja Gescinska interviewt Ece Temelkuran: ‘Weinig dingen zijn sexyer dan politiek’

Vermoeid, maar veerkrachtig. Zo tref ik Ece Temelkuran (46) aan in haar appartement in Zagreb. Internationaal wordt ze geprezen als een van de belangrijkste intellectuelen van het moment. Over haar laatste boek, Verloren land, hebben uiteenlopende figuren als Margaret Atwood, Bono en Madeleine Albright zich lovend uitgelaten. Het boek beschrijft hoe de democratie in zeven stappen naar een dictatuur omgevormd wordt. Maar door haar kritiek op het regime van Erdogan is de Turkse schrijfster in eigen land persona non grata. In het appartementsgebouw van haar Kroatische uitgever vond ze een veilig onderkomen. Toch wil ze haar leven in ballingschap niet nodeloos problematiseren. ‘Mijn lot is niet anders dan dat van talloze anderen.’

Onze wegen hebben elkaar in het verleden meermaals gekruist, op literaire festivals of debatavonden. Maar verder dan een oppervlakkige begroeting en korte mailtjes achteraf reikte ons contact niet. Voor een echt gesprek was nooit tijd. Tot nu.

Het is ook de eerste keer dat ik in Zagreb ben. Toch voelt de stad vertrouwd aan. In de taal die ik op straat hoor, herken ik Poolse woorden. De gebouwen hebben iets onmiskenbaar Slavisch. En zelfs de geur van Ece haar appartementsgebouw komt me bekend voor. Ik vertel het Ece en we vragen ons hardop af waaruit die zo herkenbare en toch moeilijk te definiëren geur precies bestaat. Het is de geur van … Na een stilte van enkele seconden zeggen we tegelijk ‘communisme’. Zo moet het communisme ruiken. Een geur die blijft hangen, zelfs vele decennia nadat het systeem in elkaar gezakt is.

Ece Temelkuran

Ik vraag Ece waarom ze naar hier verhuisd is, en niet naar een andere Europese hoofdstad. ‘Ik hou van gewonde plaatsen’, antwoordt ze. ‘En een vleugje nostalgie speelt ook mee.’

Welk nostalgisch gevoel bindt jou aan Zagreb? Je hebt hier toch geen verleden?

‘De stad doet me aan de jaren negentig denken. Ik studeerde toen rechten in Ankara. De meeste mensen houden niet van Ankara. Ik wel. Het was een mooie tijd voor me. De mentaliteit van de mensen is hier ook nog eind twintigste-eeuws. De hebzucht van het kapitalisme heeft de ziel van Kroatië nog niet aangevreten.’

Hoe uit zich dat?

‘De eerste reflex van de mensen hier is nog altijd solidariteit, niet competitiviteit. Het neoliberalisme, dat de waarde van competitiviteit oplegt, is hier nog niet doorgedrongen. Uiteraard zijn er mensen die meer en die minder hebben. Maar je ziet hier veel minder schrijnende armoede. De sociaal-economische kloof tussen rijk en arm is hier niet zo groot en contrasterend. Ik voel me hier veilig. En dat gevoel heb je nodig, zeker als je je moederland hebt moeten verlaten.’

Je moet vast ook de Turkse taal enorm missen.

‘Om de band met het Turks te behouden, blijf ik schrijven voor een klein maandblad. Nu alle grote media door de regering opgeslorpt zijn, zijn echte journalisten of gevangen of naar de periferie van de pers gedwongen. Daar worden ze in het beste geval nog net geduld. Omdat ze geen rol van betekenis meer spelen. Als ik mijn maandelijkse stukjes schrijf, is het als chocolade eten. Ik proef de taal. Ze smelt op mijn tong. Het is veel emotioneler dan in het Engels schrijven.’

Taal is een belangrijke component om je thuis te voelen. Hoe vlot het met het Kroatisch?

‘Mijn kennis van het Kroatisch is beperkt tot een minimum. Ik kan mensen begroeten en afscheid van hen nemen. En koffie en wijn bestellen. Dat kan ik in een tiental talen. En wat meer heb je nodig om te overleven in deze wereld?’

Leer je dan geen Kroatisch?

Ece Temelkuran

‘Dat ik niet actief Kroatisch leer, heeft verschillende redenen. Ten eerste is de taal heel moeilijk. Ten tweede: ik had gewoon geen tijd. Ik heb mijn laatste boek in het Engels geschreven. Ik ben voortdurend on the road, aan het spreken over mijn boek, altijd in het Engels. Engels is mijn tweede voertaal geworden. Daarnaast geniet ik er ook van dat ik de taal niet begrijp. Ik hoor de taal rond me alleen als muziek, als melodie. Dat roept een merkwaardig gevoel in me op. Als een kind dat op de schoot bij de moeder zit, terwijl de moeder met een vriendin aan het praten is, fluisterend. En het kind valt uiteindelijk in slaap. Daar doet het mij aan denken. Het is het ultieme gevoel van thuis.’

Dus paradoxaal genoeg …

‘… voel ik me meer thuis in Kroatië door de taal niet te kennen.’ Terwijl we praten, drinken we de ene kop koffie na de andere en rookt Ece als een Turk. Op de achtergrond klinkt het vreugdevolle getier van de kinderen op het speelpleintje achter het appartementsgebouw.En ook de televisie – een gigantische flatscreen – staat ononderbroken aan, maar heel stil. Ece is een echte nieuwsjunkie. De hele dag staat CNN, Euronews of Al Jazeera op. Plots veert ze op. ‘Israël’, zegt ze. Ze wil weten wat de eerste verkiezingsresultaten zijn.

Ze haalt een fles Japanse whisky tevoorschijn. De uitslag van de verkiezingen zal een veel grotere invloed hebben op de internationale politiek dan velen denken. En de politiek heeft zelf een veel grotere invloed op het leven van individuen dan velen denken. Ece ervoer dat zelf op pijnlijke wijze. Als de naam Erdogan valt, snijdt het in haar ziel.

‘Mensen zoals ik hebben verloren. De traditie waar ik van kom – seculier, progressief, links – is verdrukt geraakt. Wij zijn thuisloos geworden. Dat geldt ook voor hen die niet gevlucht zijn. Maar ik wil niet klagen, geen slachtoffer van historische krachten zijn. Mijn lot is niet anders dan dat van vele anderen. En zelfs beter.’

‘Als vrouw in de journalistiek ben je gedwongen te transformeren tot een haast geslachtloos wezen. Zeker in een conservatief, traditionalistisch land als Turkije’

Wanneer heb je besloten uit Turkije te vluchten?

‘Eigenlijk ben ik niet gevlucht. Ik ben gewoon niet teruggekeerd uit het buitenland. Ik was twintig jaar lang politiek journaliste bij een van de belangrijkste kranten van het land. Het gevolg was dat ik voortdurend aangevallen werd.’

Waarom werd je aangevallen?

‘Om twee redenen. De belangrijkste: omdat ik al vanaf het begin van Erdogans regeerperiode waarschuwde dat hij verdrukking en geen bevrijding zou brengen. De tweede reden: omdat ik vrouw en jong ben. Een jonge vrouw die over politiek schrijft, is verdacht.’

‘Ik was 19 toen ik eraan begon: als journaliste werken in een land in het Midden-Oosten, waar de omgeving heel mannelijk en macho is. Nu kijk ik terug op die jaren en zie ik dat ik getraumatiseerd ben. Ik heb er nog nachtmerries van. Dan droom ik dat ik in een krantenkantoor ben. Enerzijds wil ik er zijn, maar anderzijds is er altijd die stress, die mannelijke druk rond me. Ik probeer me ergens te verbergen, te vluchten.’

‘Toen ik er nog werkte, dacht ik er nooit bij na. Ik deed gewoon mijn ding, en deed dat zo goed mogelijk. Ik geloofde dat erover klagen een teken van zwakte was: deal with it or leave it. Nu ik terugkijk, zie ik dat er een vijandige mannelijkheid rond me was. Ik kwam er emotioneel en mentaal gewond uit.’

Hoelang deed je het?

‘Twintig jaar lang. Van 1993 tot 2012.’

Hoe manifesteerde die mannelijke druk zich?

‘Ik begon zelf als een macho te lopen. Als vrouw in de journalistiek ben je gedwongen te transformeren tot een haast geslachtloos wezen. Je kunt niet gewoon vrouw zijn. Zeker in een conservatief, traditionalistisch land. Het vergt veel van je om je staande te houden: veel performance en poses, en veel angsten. Toen ik de deur van de journalistiek achter me dichttrok en me volledig op mijn schrijverschap focuste, begon ik weer andere kleren te kopen. Ik werd weer mezelf.’

Je bent het gewoon om aangevallen te worden?

‘Ik ben niet altijd aangevallen geweest, maar wel te vaak en te veel. Toen ik onderzoek deed voor Verloren land ging ik nog eens door mijn archieven. In 2010 zijn in één week tijd zeven columns over me verschenen. In één ervan stond letterlijk een oproep om me te vervolgen. Het is de eerste keer dat ik erover spreek. Dat doe ik niet graag. Het plaatst je in een slachtofferrol. Maar we moeten erkennen dat het niet gemakkelijk is om als vrouw al die dingen te doen. Ik moet mezelf, mijn werk, mijn doorzettingsvermogen leren appreciëren. Dat is niet evident.’

Ece Temelkuran

Je hebt nochtans een indrukwekkende staat van dienst als intellectueel. Je romans zijn in verschillende talen bestsellers. En Verloren land, waarin je het rechts-nationalistische populisme fileert, doet wereldwijd veel stof opwaaien. Reden genoeg, lijkt me, om enige zelfwaardering te hebben.

‘Ik heb altijd het gevoel dat ik niets belangrijks doe. Voor het eerst in mijn leven probeer ik dat gevoel te bestrijden. Daarom zeg ik het nu, tegen jou, tegen mezelf. Dan zeg ik: ‘Bravo, je hebt het gedaan. Je hebt het overleefd.’ Ik zit in een periode van rehabilitatie voor mezelf. Het is voor mij een tijd om terug te kijken op mijn leven, het te begrijpen, te plaatsen, en voort te gaan. Houdt dat steek?’

Steek houden doet het zeer zeker. Wat doen we hier op deze wereld? Een mens kan die vraag alleen met zijn daden en levensloop beantwoorden. De worsteling tegen het gevoel van zinloosheid en de behoefte om je bestaan te rechtvaardigen, zijn ook mij niet vreemd. Evenmin de vermoeidheid die daaruit volgt. Ik merk dat dertig jaar lang de vinger aan de pols van de wereld houden en de luis in de pels van de macht zijn, zijn sporen nagelaten heeft in Ece haar ziel. De schrijfster is moe van de misère in de wereld. Het schrijven van haar laatste boek en de daaropvolgende internationale tour hebben hun tol geëist.

‘Voor Verloren land heb ik zoveel deprimerend onderzoek gedaan. Als je je verdiept in het rechts-nationalistische populisme, stuit je op zoveel slechte, lelijke dingen. Schrijven is strijden. Dit is een van de misdaden van fascisme, en van het populisme. Taal wordt een oorlogszone. Taal is niet langer een communicatiemiddel of iets om schoonheid te scheppen. Taal dient om geweld en miscommunicatie te stimuleren. Miscommunicatie is een drijvende kracht van het hedendaagse publieke debat. Mensen zijn op zoek naar onbegrip.’

‘Stel je voor dat ik tweet dat ik van honden hou en de verwaarlozing van honden in een asiel aanklaag. Hoelang duurt het voor iemand reageert: ‘En katten dan?”

En niet naar begrip?

‘Op sociale media is dit wat de mensen de voorbije jaren het meest proberen, in Turkije en elders: verkeerd begrijpen. Altijd is er iemand die klaarstaat om beledigd te zijn, om de dingen te verdraaien. Zelfs een vredesboodschap kan meteen als haatdragend opgevat worden.’

‘Stel je voor dat ik tweet dat ik van honden hou en de verwaarlozing van honden in een asiel aanklaag. Hoelang duurt het voor iemand reageert: ‘En katten dan?’ Of: ‘Terwijl jij voor honden wilt zorgen, zijn er kinderen aan het sterven. Zijn honden belangrijker dan kinderen?’ Dan reageer ik: ‘Zo bedoel ik het toch niet.’ Waarop de reactie volgt: ‘Ah, een schrijfster die niet kan schrijven wat ze bedoelt.’ En zo gaat het maar door.’

En dus zwijg je wanneer je zou moeten spreken?

‘Die neiging is er. Het wordt onmogelijk om een echte conversatie te hebben. Een van de dingen die het autoritarisme doet, is het ontmantelen van de basisgebruiken van communicatie en samenleven. Dat leidt tot atomisering. Iedereen sluit zich op in zichzelf. Dat is de perfecte conditie voor fascisme. De meerderheid wordt in de positie van het zwijgen geduwd. Zo gebeurt het. Je ziet het in real time. En dan denk je: misschien is dit wel wat de mens verdient. Misschien moeten we maar naar de verdoemenis. En dan wil je niet meer praten of schrijven. Je kunt toch niets veranderen. Al die dingen, het is zo deprimerend. Ik ben mijn geloof in de mens verloren geraakt. Ik probeer het al drie jaar terug te vinden.’

En lukt dat een beetje?

‘Het lukt me een beetje, maar ik zit hier ook in vredevol Zagreb.’

Niet veel later trekken we vredevol de stad in. Inderdaad lijkt de geest van de jaren negentig nog in deze stad te hangen. We wandelen, praten en zwijgen over de dingen des levens. Dan passeren we een boekhandel. Er hangt een gigantische affiche van Ece en haar nieuwste boek. De Kroatische vertaling van Verloren land is pas uit. Ik zeg haar dat het toch mooi is dat ze hier in haar tweede thuisland haar eigen boek zo groot aangekondigd kan zien. Het schrijven van Verloren land was misschien een last. Maar niets wat zinvol is, komt makkelijk tot stand.

‘Ik had me er bijna geheel bij neergelegd dat het leven ellendig is. Maar nadat ik het boek geschreven had, kwam ik tot andere inzichten: je kunt het verlangen om schoonheid te scheppen niet uit de mens verdrijven. Daarmee bedoel ik niet dat iedereen in zich een Michelangelo draagt, maar wel dat het eigen is aan onze natuur om schoonheid met kleine dingen te willen maken. Het gaat over de manier waarop je je leven inricht. Daar hebben we die drang naar schoonheid, en die drang houdt ons overeind. Daar geloof ik nog in.’

Ece Temelkuran

‘Niet velen weten het, maar toen ik aan mijn boek werkte, was ik heel depressief. Ik zat constant in de ellendige verhalen van populisten. Om daaraan te ontsnappen, begon ik te fantaseren over imaginaire vogels. Dat gaf weer wat vreugde en kleur aan mijn dagen. Ik verzamelde mijn gevleugelde fantasieën in een boek: De encyclopedie van niet-bestaande vogels.’

Je haalde er troost uit.

‘Ja, het was heilzaam. Het genas mijn geest. Ik had de behoefte om iets moois te zien, te horen, te scheppen, om te kunnen blijven werken, om over het slechte te kunnen blijven schrijven, om de onzekerheid van mijn eigen leven draaglijk te houden.’

Hoe werd de encyclopedie in Turkije onthaald?

‘Heel goed. Ik schreef het zo opdat kinderen én volwassenen ervan kunnen genieten. Tijdens het schrijven had ik voortdurend een beeld voor ogen van een moeder die het met haar kind leest. Misschien is het omdat ik zelf geen kinderen heb, dat dit beeld van de ouder die met het kind leest zo sterk voor me is.’

Van imaginaire vogels naar werkelijke politici. Hoe moeten we de opkomst van het autoritarisme en rechts-nationalistische populisme begrijpen?

‘Het hoofdstuk uit Verloren land dat ik misschien wel het belangrijkste vind, is hoofdstuk drie. Dat gaat over schaamte en neoliberalisme. Als mensen me na mijn dood om iets herinneren, mag het om dat hoofdstuk zijn.’

Waarom is het zo belangrijk?

‘In Europa en de VS zijn mensen verbaasd over de schaamteloosheid van leiders als Trump. Tot nu heeft niemand het economische en politieke systeem met die schaamteloosheid verbonden. Evenmin is beschreven hoe zowel het politieke als economische systeem die schaamteloosheid gecultiveerd hebben tot een echte zeitgeist. Voor zover ik weet, ben ik de eerste om die te verbinden. Dat kan niet belangrijk lijken, maar …’

Het lijkt juist heel belangrijk. Filosofen als Max Scheler wezen in het verleden al op het sociale en morele belang van schaamte. Een samenleving heeft schaamtegevoel nodig opdat de menselijke interactie een beetje ordentelijk kan verlopen.

‘In het neoliberalisme is schaamte de vuilnisbak in gekieperd. Nu is er schaamteloosheid alom en zitten we met schaamteloze politici. Die schaamteloosheid ruïneert het geloof in de mens. En dat verlies aan geloof in de mensheid creëert dan weer een apolitisering: mensen keren zich af van de politiek. Ze worden onverschillig of zijn slechts oppervlakkig geïnformeerd. Dat is een vreselijk aspect van ons huidige tijdsgewricht. Als we dat mechanisme kunnen uitleggen, hoe een zeitgeist ons opgedrongen wordt, dan pas kunnen we genezen. Dan kunnen we ons geloof in de mensheid een beetje herstellen.’

Ece Temelkuran

Wat is er verder nog kenmerkend aan onze zeitgeist?

‘Naast schaamteloosheid wordt ook stupiditeit gecultiveerd. Er is een infantilisering gaande. Een vervlakking door neoliberalisme. Ons tijdperk wordt gekenmerkt door het kwaad van de banaliteit.’

Wat moeten we daaronder verstaan: het kwaad van de banaliteit?

‘Om mensen dociel en braaf te houden is een hele banaliteitscultuur gecreëerd. De banaliteit van populaire figuren en de massamedia leek onschuldig. Tot het populisme het overnam.’

In de figuur van Trump zie je de perfecte belichaming van deze ontwikkeling?

‘Iedereen dacht dat al die realityshows onschuldig waren, louter vermaak. Entertainment door middel van banaliteit. Maar zo lanceerde Trump zichzelf als politiek figuur. Via het banaliteitsproces kreeg hij politieke macht. En dan zijn mensen plots verbaasd. Hoe is het mogelijk dat politieke leiders zo ruw en idioot kunnen zijn? Wel: stupiditeit en banaliteit zijn decennialang gepromoot. Een cultuur die Kim Kardashian als rolmodel presenteert, krijgt uiteindelijk een president als Trump. Cultuur en politiek zijn geen gescheiden domeinen. De verheerlijking van de banaliteit in het ene, zal zich uiteindelijk vertalen in het andere domein.’

Is er een uitweg?

‘Er is actie nodig: in politieke en filosofische zin. Intellectuelen dragen een grote verantwoordelijkheid. Intellectuele arbeid is gereduceerd tot begrijpen en beschrijven. Sinds de jaren zeventig is dit de dominante overtuiging onder intellectuelen: we moeten alleen proberen te begrijpen. Iets anders doen is te min voor ons. Dat is dirty. Politiek is vuil. Daar blijven we van weg. Maar er is geen begrip zonder actie en geen actie zonder begrip. Ze kunnen niet zonder elkaar. Dit idee moeten we ons weer collectief herinneren.’

Intellectuele verantwoordelijkheid impliceert ook politieke verantwoordelijkheid.

‘Ja, en de politieke verantwoordelijkheid rust op de schouders van alle burgers. Niemand moet als nutteloos en verloren bestempeld worden. Iedereen kan actief zijn. Iedereen is een politiek object. Maar we moeten ook beseffen dat we een politiek subject kunnen zijn. Iedereen kan dat. Wie dat beseft, is al een politieke actor die iets kan veranderen.’

Willen mensen aan politiek doen?

Ece Temelkuran

‘Uiteraard. Weinig dingen zijn sexyer dan politiek. Echt aan politiek doen, uiteraard. Als je politiek ontmantelt, dan wordt het saai, dan is het slechts schijn en entertainment. Voor de Europese verkiezingen zag ik iets dat me enorm ergerde. De EU schakelde influencers op Instagram in om de verkiezingen te promoten bij jongeren. Een jonge vrouw zat dan maar wat selfies te nemen in het Europees Parlement. Dat is geen politieke activiteit, dat is entertainment. Geen vreugde, maar banaliteit.’

Jongeren en maatschappelijke betrokkenheid; dan moeten we het haast wel over de klimaatjongeren hebben. Zie je daarin een positieve tendens?

‘Ik weet niet wanneer de klimaatjongeren matuur genoeg zullen zijn om politieke macht te claimen. Maar het proces is wel begonnen. Ik heb het gevoel dat het mijn plicht is om hen te helpen. Ze zijn heel jong, en vatbaar voor zoveel verkeerde dingen. Ik heb te doen met Greta Thunberg. Ze maken van haar een popster, en zo maken ze haar kapot. Door haar voortdurend de hemel in te prijzen, bewijzen haar sympathisanten haar geen dienst. Dat arme kind is overal. Ze maken er een Jeanne d’Arc van; dat is nergens goed voor. Hoe miserabel is het niet: de hele wereldpolitiek kan niemand anders vinden dan een zestienjarig meisje om zich achter te scharen, om de bezorgdheid over de toekomst van de mensheid te vertalen. Waar zijn de anderen?’

De boodschap van je boek is niet geruststellend: je waarschuwt dat wereldwijd de ontmanteling van de democratie dreigt. Het autoritarisme in Turkije staat ook andere landen te wachten. Is de weg van democratie naar dictatuur een noodlot? Je spreekt zelfs van een oorlog die nakende is. Een cultuuroorlog.

‘Er zal een oorlog aankomen, een oorlog tegen alles wat het symbool van vruchtbaarheid is: de natuur, ideeën, vrouwen, liefde. Het andere front zal bestaan uit macht aanbiddende aanhangers van het autoritarisme.’

Waar zal die oorlog plaatsvinden?

‘Niet in of tussen landen. Het zal een versplinterde oorlog zijn, ik denk dat die al begonnen is. De klok wordt teruggedraaid voor vrouwenrechten. Die tendens zal zich de komende jaren nog meer manifesteren. Figuren als Greta Thunberg en Alexandria Ocasio-Cortez zijn boodschappers van die komende oorlog. Dat denk ik echt. Wat in Turkije gebeurd is, herhaalt zich in andere landen. Er is een frontale oorlog tegen vrouwen in Turkije gaande. Ze doen het, omdat ze het kunnen. Ze doen jonge meisjes met mannen huwen. Vroeger was dat uitzonderlijk, nu is het de norm aan het worden. Pijnlijk om te aanschouwen.’

Stemt onze tijd eerder tot wanhoop dan hoop?

‘Er is geen limiet op stomheid. Het is niet omdat je de bodem bereikt hebt, dat je niet nog lager kunt vallen. Sociale en politieke ontwikkelingen zijn dus anders dan wetenschappelijke wetmatigheden. Maar ik maak de morele keuze om te geloven in de mensheid, hoe moeilijk dat ook is.’

Dus toch een beetje hoopvol?

‘Ik geloof niet in het woord hoop, wel in vastberadenheid. Er is een tijd waarin er geen hoop meer is, maar je kunt de vastberadenheid niet wegnemen uit de mens. Het is die vastberadenheid waarmee je de wereld kunt verbeteren. Je moet beseffen dat je macht hebt.’

Wanneer was jij je bewust van je macht om de dingen te veranderen?

‘Ik heb altijd een moeizame relatie met macht gehad. Het idee van macht vind ik lastig. Macht is iets vies, dus ik wilde het niet hebben. Zo dacht ik erover. Ik wou niet erkennen dat ik als schrijfster en journaliste echte invloed kon uitoefenen op het verloop der dingen. Maar als je macht hebt, moet je dat erkennen. Want je moet ernaar handelen. Anders wordt macht je ondergang.’

Wanneer erkende je dan je eigen macht?

‘Op het moment dat ik haar verloor.’

Ece Temelkuran

Maar je bent die macht van de pen toch niet kwijt?

‘Jawel, want ik ben gemarginaliseerd, in diskrediet gebracht. In 2012 werd ik ontslagen als politiek journaliste, omdat ik te kritisch was. Dan veranderde de wereld voor me.’

Maar je kwam terug. Je geniet internationaal veel aanzien als intellectueel. Je bent toch niet langer gemarginaliseerd.

‘Ja, maar hoe vaak kan een mens terugkomen? Als je jong bent, weet je niet wat dat is: uitgeput zijn. Dan denk je over eindeloze veerkracht te beschikken. Maar nu ik mijn leeftijd heb … Dan denk je: ik wil niet weer opstijgen uit mijn as. Geen feniksgedoe meer, alsjeblieft. Ik kwam altijd terug, na alle aanvallen. Dat was mijn kenmerk. Daar hield ik van, als middel om de angst te verdrijven. Maar het is vermoeiend. Dus ik hoop dat het gedaan is.’

Later in het gesprek omschrijft Ece zichzelf nog als een master of survival tegen wil en dank. Ze heeft elke storm weten te trotseren. Maar een mens kan niet permanent in vecht- of overlevingsmodus zitten. Ze zegt dat ze een luipaard is: een luipaard is snel en krachtig, maar kan slechts 30 seconden op topsnelheid lopen. Ze heeft het gevoel dat haar 30 seconden voorbij zijn. Het is de eerste keer dat ze dit zegt, vertelt ze nog, als ik me klaarmaak om naar de luchthaven te vertrekken.

Ik wens haar de rust toe die ze zo duidelijk nodig heeft. Ze dankt me ervoor, en voor het gesprek. ‘Het is geweldig om met je te praten,’ zegt ze. ‘Want ik ben tegelijk met mezelf aan het praten. Ik besef wat ik zeg, hoe ik mezelf beschrijf, hoe ik mezelf zo vorm.’ In een goed gesprek komt een mens dichter bij zichzelf. En dichter bij onszelf gekomen, zien we onze wegen zich weer scheiden.

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.