Kunnen de Vlaamse liberalen nog hopen op een booster voor hun electorale score, in de slipstream van eerste minister Alexander De Croo (Open Vld)? Peiling na peiling leidt die laatste de populariteitslijstjes, maar ondertussen zakt zijn eigen partij steeds verder weg. Dat zorgt voor interne discussies over hoe de relatie tussen premier en partij moet worden ingevuld. Dat van buitenaf ondertussen ‘familielid’ Georges-Louis Bouchez (MR) het imago van de premier beschadigt, gaat niet onopgemerkt voorbij. Maar de grootste kopzorg voor Open Vld is misschien wel het feit dat ook De Croo zelf in de laatste peiling eigenlijk echt een tik kreeg.
In het nieuws: Eigenlijk zat het niet in het nieuws, maar premier De Croo zijn populariteit daalt flink.
De details: De cijfers zaten een beetje begraven in de peiling van HLN/VTM/Le Soir/RTL.
- In de lijstjes blijft Alexander De Croo netjes op nummer één. IJzersterk, want nu al maandenlang: de premier is de populairste politicus in Vlaanderen en blijft nummer twee in Wallonië en Brussel, na Sophie Wilmès (MR).
- Traditioneel blijven de persoonlijke scores van de politici in die peilingen altijd wat hangen tussen de plooien. Interessanter zijn de scores van de partijen zelf. Daar is Open Vld gezakt naar een troosteloze 10 procent, een dieptepunt voor de partij.
- Bovendien wordt bij de populariteitspeiling de volgende vraag gesteld: “Wie wil u de komende maanden een belangrijke rol zien spelen?” Dat blijft een zeer ‘open’ en dus eerder vage manier van populariteit peilen, die niet echt correspondeert met de vraag in het stemhokje.
- Maar omdat er in dit land maar twee regelmatige peilingen gehouden worden, is en blijft het een score die zwaar doorweegt in de Wetstraat. De interne pikorde binnen partijen wordt toch wat afgestemd op deze scores, of men dat nu eerlijk vindt of niet. En de gemoedstoestand van een partij, een minister of voorzitter wordt vaak stevig bepaald door een goede of slechte score.
- Komt daarbij dat in het geval van de populariteitspeiling voor politici, de verslaggeving van die peiling werkt met lijstjes, rankings, die uiteindelijk een relatieve score geven, ten opzicht van de anderen. ‘De Croo blijft populairst’, is dus wel correct, maar interessanter zijn de verschuivingen die elke kandidaat maakt ten opzichte van vorige bevragingen, om te zien of iemand in de lift zit, of een dipje meemaakt.
- De vaststelling voor De Croo is dat de cijfers ontnuchterend zijn: in één peilingsgolf daalt zijn populariteit, van 61 procent in september naar 56 procent nu, een dipje van 5 procentpunt. Tegelijk piekt zijn negatieve score (“wie wilt u zeker geen rol zien spelen?”), die liefst 7 procentpunt stijgt, van 27 naar 34 procent. Daarmee haalt De Croo twee keer de slechtste score in de hele top twintig: niemand daalt zoveel in positieve score, of stijgt zo snel in negatieve score.
- Overigens doen zijn partijgenoten het ook opvallend minder goed deze keer. Vincent Van Quickenborne (Open Vld) en Bart Somers (Open Vld) scoren beiden nog 28 procent en komen van 32 en 33 procent. Ze staan flink ‘onder water’, hun negatieve score is met 48 en 52 procent erg hoog, en verder aangetikt van 47 procent in de vorige peiling. Nog problematischer is Open Vld-voorzitter Egbert Lachaert, die helemaal onderaan de lijst bengelt en niet in de top 20 voorkomt.
The Big Picture: De premier kreeg klappen te verwerken.
- Wie de afgelopen maanden, sinds september, de werking van de federale coalitie volgde, kan niet helemaal verwonderd zijn. Wekenlang ging ze van het ene lastige dossier naar het andere. Het begon in de uitlopers van de zomer al rond een heel gevoelig thema: de pensioenen. Daar kwam na dagen spanning uiteindelijk niets van: het dossier is uitgesteld tot volgend jaar.
- De begroting moest een triomf worden: de premier had hard gewerkt om met een zo ordentelijk mogelijk proces tot een akkoord te komen. Dat lukte, tot iets na middernacht het conclaaf ontplofte, op het moment dat vicepremier Wilmès drie keer wegliep, en vervolgens de PS urenlang een ‘njet’ gaf op het finale akkoord. De coalitie kwam er gekneusd uit, het gezag van de premier leek, ondanks een overdreven triomfantelijke persconferentie, aangetast.
- Vervolgens begon het dossier rond de kernuitstap te etteren, met een ontketende Georges-Louis Bouchez (MR), die zich zonder schroom op de lijn van de grootste oppositiepartij N-VA zette, de tweets van Bart De Wever (N-VA) met veel plezier retweette, en de premier in z’n hemd zette.
- Maar het meest gevoelige dossier, is misschien toch dat van de corona-aanpak. Het was daarop dat De Croo in het voorjaar van 2021 duidelijk zijn punten scoorde als premier/crisismanager, en kapitein op het schip in de storm. Dat hij daarbij in vaste tandem werkte met zijn vicepremier en minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) leek beiden te versterken: alle twee schoten ze naar de kop van de populariteitslijstjes.
- Alleen brak die tandem helemaal in het najaar: over de verplichte vaccinatie zijn beiden het helemaal oneens. Een forse meerderheid van de Vlamingen (73 procent), zo blijkt heel duidelijk uit diezelfde peiling, staat daarover aan de kant van Vandenbroucke. Hij stijgt overigens in de peiling van 47 procent naar 51 procent. En zelfs de negatieve score van ‘meester Frank’ daalde opvallend genoeg, van 35 naar 34 procent.
- Dat de premier bovendien in een maelström van Overlegcomités terecht kwam, met drie keer veranderingen op twee weken, maakte dat zijn imago als crisismanager een fikse tik kreeg.
De essentie: Bij Open Vld zal men moeten kiezen over de koers.
- Tijdens de fractiedagen van Open Vld in september kwam de discussie over de relatie tussen premier en partij open en bloot op tafel te liggen. Moet de partij daarbij gedwee achter de eerste minister gaan staan, en helemaal in functie van De Croo opereren, of moet ze net een eigen profiel opzoeken? De vraag werd niet uitgeklaard.
- Dat dilemma is niet nieuw: elke partij die de premier leverde de afgelopen decennia worstelde met die vraag. Maar evengoed leert de recente geschiedenis dat een partij die kiest voor (te veel) confrontatie met de eigen premier, zichzelf nodeloos pijn doet. De legendarische ruzie over het migrantenstemrecht, tussen toenmalige premier Guy Verhofstadt (Open Vld) en zijn partijleider Karel De Gucht betekende het einde van de electoraal marktleiderschap voor de Vlaamse liberalen begin jaren 2000.
- Op de fractiedagen pleitten verschillende kopstukken ervoor om radicaal achter de premier te gaan staan, en zo zelfs te kunnen vervellen tot een beweging die breder gaat dan puur het liberalisme. Nieuw is die analyse niet, onder meer Mathias De Clercq in Gent en Bart Somers in Mechelen hebben al langer ramen en deuren opengegooid bij hun lokale liberale afdelingen en open stadslijsten gevormd. Met succes overigens. Dat model kan volgens hen ook nationaal worden toegepast, onder het banier van een populaire premier.
- Maar dat was vooral voor huidige voorzitter Egbert Lachaert moeilijk om slikken. Hij zou niet “de laatste voorzitter zijn die het licht uitdoet” bij Open Vld, zo verzette hij zich fel tegen dergelijke ideeën. En in praktijk blijkt hij nu al maanden op zoek naar een eigen profiel: onder meer over de pensioenen profileerde hij zich ten opzichte van de regering, en ook over de kernuitstap sloot hij eerst zijn wagonnetje aan bij Bouchez, om het vervolgens wel heel luidruchtig weer af te koppelen.
- De relatie met de MR, die hen de Zestien bezorgde, met dank aan de electorale sterkte van de ‘familie’, blijkt vandaag een vergiftigd geschenk. Zodanig zelfs dat ook bij Open Vld sommigen opperen om hen te lossen, en te vervangen door het cdH.
- Maar ook die operatie houdt een gigantisch risico in. Zodanig dat het door andere Vivaldi-voorzitters in de Wetstraat wordt weggewuifd. Het mag dan al gefluisterd worden in bepaalde kringen, concreet is het niet: “Bouchez zegt constant in Vlaanderen dat de Open Vld niet liberaal genoeg is. Maar ze gaan die nooit durven lossen. Dat wordt mee hun ondergang.”
Ondertussen bij de MR: Geen verrassing, de verzoening is een feit.
- Na een woelige week, waarbij Bouchez zijn partij op de rand van uitdrijving uit de Waalse regering bracht, voltrekt zich alweer hetzelfde ritueel: na de onverwachte storm komt even snel de onverwachte kalmte. Want plots was het “dat er geen enkel conflict meer is tussen de voorzitter en minister Jean-Luc Crucke (MR)” en dat al diegenen die daar wél nog iets in zochten spijkers op laag water zochten.
- En zo heeft de MR alweer een “nieuwe interne procedure” om “beter te overleggen”, waarbij cruciale voorstellen van ministers op voorhand afgetoetst zullen worden bij de partijleiding en de Parlementsleden. Dat besliste het partijbureau van de MR maandag, om de crisis tussen Bouchez en zijn Waalse ministers netjes af te dekken.
- Het doet net iets te veel denken aan die keer dat Bouchez weer eens te ver was gegaan, toen hij zijn federale ministers moest aanstellen, in oktober vorig jaar. Toen stelde de MR, na alweer een grote crisisvergadering, een raad aan van tien ‘wijzen’, die de voorzitter “zouden bijstaan bij het beslissingsproces”. Tien chaperonnes dus, om de voorzitter te begeleiden.
- Niemand in de Wetstraat heeft sindsdien nog iets gehoord van die structuur: wie gelooft dat Bouchez zich veel laat ‘bijstaan’, vergist zich schromelijk. De voorzitter laat zich door niemand sturen, zelfs niet door de premier.
Ook genoteerd: Hoe zit het met de rest van de populariteitslijst voor de partijen?
- De partijvoorzitter die momenteel het meest klappen moet incasseren, CD&V-voorzitter Joachim Coens, staat er ook slecht voor in de persoonlijke peilingen: hij haalt een troosteloze 29ste plaats in de lijst van 30 gepeilde politici. De doortocht van Coens in De Slimste Mens, nochtans een stille hoop in bange dagen voor onpopulaire of eerder onbekende partijvoorzitters, heeft niet mogen baten.
- Voor CD&V nog meer zorgelijk nieuws: ook de ster van Hilde Crevits (CD&V) is wat tanende: zij zakt twee plaatsen op de lijst, naar nummer 9, en verliest een deel van haar positieve score, van 43 procent naar 39 procent. Crevits is nu in ‘rood territorium’, haar negatieve score groeit van 41 procent naar 46 procent.
- Ook Annelies Verlinden (CD&V), die worstelt met de politievakbonden, daalt in populariteit, van 35 naar 33 procent. Haar negatieve score blijft op 34 procent. De andere CD&V’ers lijken ook niet te scoren: Wouter Beke (CD&V) en Sammy Mahdi (CD&V) staan wel als ‘klimmers’ in de (relatieve) lijst, maar dat is omdat onder meer de Open Vld’ers Somers en Van Quickenborne zoveel slechter scoren.
- Zowel Mahdi (van 32 naar 31 procent, en een negatieve score van 36 naar 37 procent) als Beke (van 30 naar 29 procent en een negatieve score die op 51 blijft), gaan niet vooruit. Net als Vincent Van Peteghem (CD&V), die maar niet weggeraakt uit de staart van het peloton, met een 27ste plek.
- Ook N-VA heeft geen reden om enthousiast te zijn. Partijvoorzitter Bart De Wever (N-VA) daalt van 52 naar 50 procent in positieve score, zijn negatieve score stijgt van 39 naar 40 procent. Verder moet een heel rijtje kopstukken wat terrein prijsgeven: Zuhal Demir (N-VA) zakt van 45 naar 44 procent, Theo Francken van 44 naar 42 procent. Die laatste zit in de rode cijfers nu, zijn negatieve score gaat van 43 naar 44 procent.
- Ook Jan Jambon (N-VA) daalt licht, van 43 procent naar 42 procent, net als Ben Weyts (N-VA), van 42 procent naar 40 procent. Terwijl heel de N-VA-top zich zo in de top 10 van de ranking parkeert, bengelt Peter De Roover, de fractieleider van N-VA in de Kamer op een troosteloze 26ste plek.
- De Vlaamse socialisten zijn in deze lijst de grote winnaars: hun twee kopstukken, Conner Rousseau (Vooruit) en Frank Vandenbroucke (Vooruit) schieten naar een gedeelde 2de plek in de ranking, met elk een positieve score van 51 procent, Rousseau komt van 49 procent. Net als bij Vandenbroucke zakt ook zijn negatieve score zelfs nog wat, van 36 procent naar 35 procent.
- De rest van hun partij is wel nergens: minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir bengelt op een 25ste plaats ergens onderaan.
- Wat opvalt in deze peiling: Raoul Hedebouw (PVDA) komt meteen binnen op plaats 20, met een positieve score van 23 procent. Daarmee laat hij partijvoorzitters als Lachaert en Coens, maar ook Meyrem Almaci (Groen) achter zich, die drie plaatsen zakt in de peilingen naar stek 21.
- Wel een lichtpunt voor Groen: met Petra De Sutter (Groen) lijken ze voor het eerst een politica te hebben sinds lang, die aanslaat bij het grote publiek. Met 27 procent, komende van 24, zit ze voor het eerst netjes in de middenmoot. Minister Tinne Van der Straeten (Groen) scoort dan weer een pak minder, op plek 27. Wouter De Vriendt (Groen), de fractieleider in de Kamer, sluit helemaal de rij, op een 30ste plek.
- Bij Vlaams Belang geen nieuws: Tom Van Grieken gaat heel licht achteruit, van 33 procent naar 32, en een negatieve score van 53 procent, komende van 54 procent. Filip Dewinter (Vlaams Belang), stijgt dan weer licht, van 22 procent naar 24.
Lastig: Is fiscale fraude nu plots geen prioriteit meer? Vooruit is woest op minister Verlinden.
- Een nieuw ‘Nationaal Veiligheidsplan 2022-2025’ bevat een politieke voetzoeker. Want het plan, dat op 1 januari wordt uitgerold, bevat niet langer fiscale fraude als een van “de fenomenen die een bijzondere aandacht verdienen” van alle politiediensten in ons land. Dat schrijft De Tijd.
- Meteen reageert men gepikeerd, onder meer bij de coalitiepartners van Vooruit. Want minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) koos voor zeven andere topprioriteiten, zoals drugs en verkeersveiligheid, maar ook “ernstige en georganiseerde sociale fraude”. Maar bij die zeven dus niet meer de fiscale fraude.
- Op het kabinet van Verlinden vindt men het bijzonder flauw dat dit zo wordt opgeblazen: de budgetten van de politie om fiscale fraude op te sporen dalen helemaal niet, het is eerder een semantische discussie, omdat fiscale fraude nu is opgedeeld bij de ‘reguliere werking’, dan bij de nieuwe criminele fenomenen, die “bijzondere aandacht” verdienen, zo klinkt het daar.
- Maar zo ziet men het in de eigen meerderheid dus niet. “Dit is een zeer fout signaal. En gaat in tegen de geest van het regeerakkoord. Belastingfraude moet op alle fronten bestreden worden”, zo liet Vooruit-Parlementslid Joris Vandenbroucke al op Twitter weten.
- “Dit zegt veel over de ingesteldheid waarmee Verlinden naar deze topprioriteit uit het regeerakkoord kijkt. Daar is niets semantisch aan, er moet juist wel iets veranderen: meer inzet van politie op fiscale fraude. Want als dit semantisch zou zijn, waarom staat sociale fraude dan wel in de prioriteiten? Verlinden moet het regeerakkoord uitvoeren. Want zo’n plan van de politie is in feite hun Bijbel, en dus zeer belangrijk dat fiscale fraude erin staat.”
- In de wandelgangen van de meerderheid is te horen dat dit “niet is afgetoetst met de coalitiepartners. En dat dit gênant is, ook naar de minister van Financiën Vincent Van Peteghem toe, nochtans een partijgenoot van Verlinden bij CD&V.” Van Peteghem maakt immers van de strijd tegen de fiscale fraude een speerpunt: hij rekent er ook op voor de begroting.
- Bij de oppositie liet Sander Loones (N-VA) niet na om zout in die wonde te strooien. “Enerzijds wil minister Van Peteghem de fiscale controlediensten versterken. Anderzijds vindt minister Verlinden de strijd tegen fiscale fraude géén prioriteit. Vivaldi, elke dag een verrassing …”
Bijzonder relevant: De EU toont haar tanden aan Rusland, maar dat levert extra druk op de gasprijzen op.
- Dat er een nieuwe Duitse regering is, met een nieuwe coalitiepartner, de groenen, zal iedereen in Europa geweten hebben. Want een van de meest controversiële delen van het Duitse buitenlandbeleid, de gaspijplijn Nord Stream 2, is meteen in vraag gesteld door de nieuwe regering.
- Helemaal verwonderlijk is dat niet: Annalena Baerbock, de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, van de groene partij, is van plan om een politiek te voeren met meer aandacht voor mensenrechten en dus ook assertiever ten opzichte van Moskou en Peking.
- Voor het ‘on hold’ zetten van de pijplijn roepen Baerbock en bondskanselier Olaf Scholz nochtans technische argumenten aan: ze willen weten of de pijplijn helemaal in orde is met het EU-recht.
- De waarheid is dat het dossier bijzonder gevoelig ligt: de Duitse socialisten hebben het altijd gesteund. Oud-bondskanselier en socialist Gerhard Schröder is de voorzitter van de Russische staatsoliemaatschappij Rosneft én van Nord Stream, waardoor hij met Russische roebels zijn zakken vult, en weegt op het dossier.
- De spanning veroorzaakte meteen weer een piek in de gasprijzen, die 11 procent stegen op één dag. Maar het moet gezien worden in het breder geheel van een partij blufpoker tussen de EU en Rusland over Oekraïne.
- De Russen zijn al maanden troepen aan het verzamelen rond de grens met hun buur uit het westen, waar ze eerder in 2014 een deel van het grondgebied, de Krim, annexeerden. Dat leverde sancties op, economische schade dus voor de Russen, maar ze kwamen ermee weg.
- Nu lijkt zich een nieuw soortgelijk scenario te herhalen. Maar de EU is vast van plan het zo ver niet te laten komen. Donderdag voor een Europese top, is alvast de toon gezet: de bedoeling is dat de 27 Europese staats- en regeringsleiders een harde lijn aanhouden ten opzichte van de Russische president Vladimir Poetin. Niet toevallig komt Volodymyr Zelensky, de president van Oekraïne, woensdag langs in Brussel: hij zal er van alle 27 EU-leiders steun krijgen.
- Want het EU-overleg verloopt opvallend eensgezind: iedereen lijkt klaar om bijzonder forse economische sancties te gaan opleggen aan de Russen, moest het tot een escalatie komen. De Russische economie kampt met een forse inflatie van 8,4 procent, en lijkt kwetsbaar.
- De confrontatie met Rusland is een bewuste politieke keuze. Na het debacle in Afghanistan is het de Europese overtuiging dat ze zelf hun boontjes moeten doppen. Alleen kan het wel dramatische gevolgen hebben voor de prijzen van gas in Europa. Meteen opnieuw onprettig nieuws voor België, dat de komende jaren net rekent op nieuwe gascentrales, om in elektriciteit te voorzien.