De wereld van de unicorns – snelgroeiende hightech-ondernemingen met een waarde van meer dan 1 miljard dollar – kennen in opkomende markten zoals China, Brazilië en Colombia een sterke opgang. Dat blijkt uit een studie van wetenschappers van de Cornell University in de Verenigde Staten.

“Unicorns zijn zeldzaam”, benadrukt onderzoeksleider Lourdes Casanova, professor opkomende markten aan de Cornell University. “Er kunnen in de hele wereld minder dan vijfhonderd vertegenwoordigers van deze categorie ondernmingen worden geïdentificeerd.”

“Bijna de helft van die bedrijven is bovendien in de Verenigde Staten gevestigd. Maar inmiddels heeft China ook in deze sector een aandeel van ongeveer 40 procent opgebouwd. Ook in Latijns-Amerika kan een toename van het aantal unicorns worden opgemerkt.”

Politieke stelsels

“Sinds het begin van de nieuwe eeuw – en vooral na de financiële crisis dertien jaar geleden – zijn bedrijven uit opkomende markten bijzonder mondiaal geworden”, stipt Casanova aan. “Vooral China telt veel snelgroeiende technologiebedrijven.”

Casanova wijst erop dat onder meer politieke stelsels in de opkomende markten voor deze bedrijven bijzonder belangrijk zijn. “In landen zoals de Verenigde Staten of Japan kan er in een stabiele en voorspelbare politieke omgeving worden gewerkt”, merkt de onderzoekster op. “In opkomende markten kan de politieke situatie op de ondernemingen een grote impact hebben.”

De wetenschappers beklemtonen dat deze snelgroeiende bedrijven een grote impact hebben op het wereldwijde economische landschap. “Op dit moment bestaat een derde van de Fortune Global 500 uit multinationale ondernemingen uit opkomende markten”, betoogt Casanova.

“Daarbij kunnen ze profiteren van een sterke groei op hun thuismarkten, de oprichting van divisies in het buitenland en fusies en overnames. Daardoor zijn ze in verschillende sectoren in de topklasse terechtgekomen.”

“Deze ondernemingen zijn tevens belangrijke vernieuwers en technologische leiders geworden. Door al die ontwikkelingen zijn ze ook vaak belangrijke concurrenten van hun westerse sectorgenoten geworden.”

Staatseigendom

“Er zijn een aantal sleutelfactoren die de groei van deze bedrijven hebben gestimuleerd”, voert Casanova nog aan. “In China moet er daarbij onder meer worden gewezen op de lage arbeidskosten, waardoor de Chinese bedrijven hun concurrenten op prijsniveau kunnen bestrijden.”

“Tevens hebben veel ondernemingen zwaar geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling en stellen ze zich met de ontwikkeling van hun producten en diensten bijzonder innovatief op.”

Casanova voert verder aan dat multinationals in de opkomende markten vaak – gedeeltelijk of volledig – door de staat worden gecontroleerd. “Dit betekent dat deze entiteiten toegang hebben tot financiering en andere voordelen die voor privébedrijven vaak ontoegankelijk zijn.”

“Tussen de honderd grootste ondernemingen van de Verenigde Staten, bevindt zich slechts één bedrijf – de US Postal Service – dat in handen van de staat is.”

“In China heeft de overheid daarentegen ongeveer 80 procent van de honderd grootste ondernemingen geheel of gedeeltelijk in handen. In naties zoals Mexico, Brazilië en andere landen kan een gelijkaardig fenomeen worden vastgesteld.”

“Het gebruik van digitale technologie, waaronder mobiele betalingen, biedt een andere verklaring voor de kracht van deze bedrijven uit de opkomende markten”, werpt Casanova op.

“In de Verenigde Staten kan op betaalplatformen zoals Apple Pay of Venmo beroep worden gedaan. In opkomende markten, zoals Zuid-Amerika en Afrika, kunnen kredietkaarten daarentegen slechts op een beperkte penetratie rekenen. In die landen ontwikkelen de bedrijven dan ook vaak zelf mobiele betaalopties.”