Vorig jaar werden in Italië opmerkelijk minder kunstdiefstallen gepleegd dan de jaren voordien. Dat blijkt uit een rapport van de Carabinieri per la Tutela del Patrimonio Culturale (CTPC), de Italiaanse politiedienst die voor de bestrijding van kunstdiefstallen verantwoordelijk is en gestolen kunstwerken moet opsporen.

Generaal Roberto Riccardi, hoofd van de eenheid, erkende dat de daling gedeeltelijk moet worden toegeschreven aan de uitbraak van de coronacrisis, maar anderzijds benadrukte hij dat het succes ook deel uitmaakt van een neerwaartse trend op langere termijn die wordt aangedreven door de inzet van steeds meer geavanceerde technologieën voor beveiliging en bewaking.

Online

Uit het rapport blijkt dat vorig jaar in Italië 287 kunstwerken werden gestolen. Dat betekende een daling met 16,8 procent tegenover het jaar voordien. Drie jaar geleden was nog de ontvreemding van in totaal 474 kunstwerken geregistreerd.

Het rapport meldt anderzijds dat de Italiaanse speurders er vorig jaar in gelukt zijn om 501.574 artikelen, met een geschatte waarde van 333,6 miljoen euro, te recupereren. De teruggevonden buit omvatte onder meer 1.085 schilderijen en 7.460 sculpturen.

Het jaar voordien konden 902.804 voorwerpen, met een gezamenlijke waarde van 103,5 miljoen euro, aan hun rechtmatige eigenaar worden terugbezorgd. Daarbij was er sprake van 796 schilderijen en 146 sculpturen. 

Het korps meldde verder vorig jaar ook 12.181 items bij online zoekopdrachten te hebben teruggevonden. Dat betekende een stijging met 39,5 procent tegenover het jaar voordien.

‘De impact van de coronapandemie op de cijfers kan niet worden genegeerd’, erkende generaal Riccardi in een interview met de Art Newspaper. ‘Gebedshuizen, musea, galerijen en bibliotheken waren allemaal voor lange periodes gesloten. Daardoor was het voor de dieven veel minder gemakkelijk om bij een potentiële buit te komen.’

Omdat gevoelige markten zoals antiekwinkels en veilinghuizen onder invloed van de coronacrisis tot inactiviteit waren gedwongen, beslisten de speurders zich meer op online zoekopdrachten toe te spitsen.

Riccardi benadrukte daarbij dat gestolen kunstwerken opduiken in digitale veilingcatalogi, maar ook op websites en Facebookpagina’s. ‘Dealers wisten vaak niet dat ze met gestolen werken te maken hadden’, aldus de generaal.

Drones

De CTPC beschikt over een elektronische catalogus met 1,3 miljoen gestolen kunstwerken. Die catalogus is de grootste en oudste database over kunstdiefstallen in de wereld. ‘Dat platform zal binnenkort nog worden uitgebreid met een geautomatiseerd systeem dat het internet afspeurt naar artikelen die sterke overeenkomsten met de eigen elektronische catalogus vertonen’, verduidelijkte Roberto Riccardi.

Een pilootprogramma, dat met een subsidie ​​van 5 miljoen euro van de Europese Unie wordt ontwikkeld en aan Interpol ter beschikking wordt gesteld, moet eind volgend jaar operationeel zijn. 

Daarnaast is de CTPC ook een proefproject gestart met het Archeologisch Park van Pompeii. Daarbij wordt gewerkt aan een ultramodern bewakingssysteem, gebaseerd op drones. Dat project moet een model worden voor andere vergelijkbare locaties.

Generaal Riccardi wees daarbij naar een actie van zijn dienst op een oude Griekse archeologische vindplaats in Calabrië. Daar werden beelden van satellieten, helikopters en drones ingezet tegen plunderaars die op de site actief waren. Het onderzoek leidde tot drieëntwintig arrestaties.

In verschillende landen konden in totaal 104 gesloten kunstwerken worden teruggevonden.

(lb)