- Vers van de pers dus: vanmorgen rond vijf uur pas bereikten de sociale partners een akkoord over de loonstijging en een heel pakket andere afspraken. Daarmee is de zogenaamde ‘sociale vrede’ meteen een feit.
- Een stevige triomf voor de federale ploeg van De Croo I: in het regeerakkoord werd een groot belang gehecht aan het sociaal overleg. Men wilde zeker aan de linkerzijde, bij socialisten en groenen, laten voelen dat deze regering geen Zweedse coalitie was: voortaan moeten vakbonden weer ‘gerespecteerd worden’ en zouden opnieuw sociale akkoorden met iedereen mogelijk zijn.
- Na maanden van schermutselingen en hoogspanning, waarbij coalitiepartners PS en Open Vld toch achter de schermen met getrokken messen tegenover elkaar stonden, zijn de sociale partners daarin vanmorgen vroeg dus gelukt.
- Het akkoord bevat zoals verwacht voor elk wat wils:
- De minimumlonen gaan omhoog: het grote stokpaardje van de vakbonden, maar ook van de PS, die gedreigd had om keihard te reageren als deze maatregel er niet zou komen.
- Maar tegelijk houden de liberalen wel de omstreden loonnormwet van ’96 intact, inclusief de recente aanpassingen aan het mechanisme. De facto betekent dit dat de stijging van de lonen nu beperkt is tot die ondertussen beruchte 0,4 procent, plus mogelijk coronapremies.
- Er zijn ook afspraken over goedkopere overuren gemaakt. Dat kwam er op vraag van de werkgevers. De versoepelingen van de coronamaatregelen, die op bepaalde sectoren betrekking hadden, blijven nu gelden en worden uitgebreid naar heel de economie.
- Brugpensioen kan pas vanaf 60 jaar: een symbolische drempel, want de vakbonden eisten 58 jaar. Zogenaamde landingsbanen kunnen wel al vanaf 55 jaar.
Belangrijke horde genomen
- Hoe dan ook kan Vivaldi nu een tijdje gerust verder: een stabiel Interprofessioneel Akkoord (IPA) lijkt daarmee een feit. Dat is een eerste belangrijke sociaal-economische horde die nu genomen is. De strijd daarrond leek op voorhand beslecht: in het regeerakkoord werd expliciet gekozen om de loonnormwet niet aan te passen: het ‘behouden blijven’ van die Zweedse aanpassing was voor de liberalen op zich al een trofee.
- Maar of daarmee de rust in de klassieke links-rechts dossiers weerkeert, is allerminst zeker. Het enorme dossier van de pensioenhervorming ligt te wachten. Daarbij haalde de PS in het regeerakkoord wel haar slag thuis: een minimumpensioen voor iedereen van 1.500 euro ligt in het verschiet, zowel voor zelfstandigen als loontrekkenden. Grote ideologische vraag is wie dat gaat financieren. Als geraakt wordt aan de tweede of derde pijler, waar bevoegd minister Karine Lalieux (PS) naar neigt, dan dreigt een gigantische clash.
- En daarnaast blijft er de fiscale hervorming. Een stevige opsteker is het oordeel van de G7, de zeven grootste economieën ter wereld: onder impuls van de VS en de EU werd beslist om voortaan multinationals overal ter wereld 15 procent belasting te laten betalen. Nu ontsnappen die grootste spelers systematisch de dans: ze gebruiken allerlei achterpoortjes. Ook in België is dat het geval: onder meer bierreus AB Inbev betaalt bespottelijke percentages op zijn totale winst.
- In totaal gaat het in België om 54 bedrijven. Hoeveel die potentieel meer zullen betalen aan de Belgische staatskas blijft onduidelijk: de G7 heeft slechts een vaag kader vastgelegd. Maar in principe moeten het dus wel extra inkomsten zijn: mooi meegenomen voor Vivaldi.
- Tegelijk dreigt de discussie over de fiscaliteit ontzettend moeilijk te worden. In de Kamer bleek tijdens het voorbereidend debat al hoe ver de meningen uiteen liggen. Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) heeft wel de principes – ‘eenvoudiger, transparanter, fairder’ – klaar, maar verder dan die makkelijke woorden is er weinig consensus. En dreigt het toch ook opnieuw een clash tussen links en rechts te worden.