De Lijn moet in de toekomst weer meer klantgericht worden. Die boodschap bracht de nieuwe directeur-generaal Ann Schoubs woensdag in haar ‘Visie 2030’ voor de Vlaamse openbaarvervoermaatschappij. ‘De jongste jaren zijn we vooral bezig geweest met de eigen organisatie, maar in de toekomst willen we de klant weer centraal stellen.’
De klantentevredenheid bij De Lijn bedraagt nu amper 58,5 procent en Schoubs wil die score verbeteren. ‘We mikken op minstens 7 op 10. Dat is het minimum’, zei ze woensdag, zonder een precieze timing voorop te stellen. Om die klantentevredenheid te verbeteren, wil De Lijn in de eerste plaats inzetten op de pijnpunten stiptheid en betrouwbaarheid (het aantal afgeschafte bussen en trams naar beneden halen, red.).
Stiptheidsproblemen
‘Stiptheid is niet alleen een probleem van bussen die te laat komen, maar ook die te vroeg vertrekken. Dat gebeurde wel eens tijdens de coronapandemie. Op haltes met een lage frequentie is dat bijzonder vervelend voor de reiziger’, illustreert de directeur-generaal. In dat plaatje past ook een betere aansluiting op andere vervoersmodi, zoals de trein. ‘We gaan inzetten op het delen van informatie en op data-analyse’, verklaarde de directeur-generaal. Volgens haar moet ook de reistijd die wordt vooropgesteld, beter worden bewaakt.
Van tariefintegratie tussen de verschillende vervoersmodi is nog geen sprake, maar ook hier liggen de ambities van Schoubs hoog. ‘We zijn besprekingen aan het voeren. Zeker tussen de verschillende partners van het openbaar vervoer zou er toch een zo eenvoudig mogelijk ticketsysteem moeten komen.’ De nieuwe directeur-generaal plant ook een inhaaloperatie van investeringen in de eigen infrastructuur. ‘Veel van onze activa zijn relatief verouderd, er is te weinig gebeurd de afgelopen jaren en dus is een inhaaloperatie nodig.
Nieuwe doelstellingen
Dit is belangrijk voor de veiligheid, maar ook voor de snelheid van ons aanbod, dat moet concurreren met andere vervoersmodi’, klonk het. Het gaat om investeringen in nieuwe bussen en trams, in tramrails, maar ook in stelplaatsen. De eerste jaren zal de focus komen te liggen op de uitfasering van Euro3- en Euro4-bussen, op stadslijnen of regionale lijnen waar de meeste kilometers worden gereden. De doelstelling van de Vlaamse regering om De Lijn tegen 2025 volledig emissievrij te laten rijden in de centrumsteden, is niet haalbaar, herhaalde Schoubs opnieuw. Zich vastpinnen op een nieuwe datum, deed ze niet.
De vergroening van de busvloot tegen 2035 zou 3,2 miljard euro kosten, bevestigde Schoubs. Een gelijkaardig cijfer werd eerder ook al door voorzitter Marc Descheemaecker naar voor geschoven. ‘Het gaat dan niet alleen om de bussen zelf, maar ook om de laadinfrastructuur en herinrichting van de stelplaatsen, waar extra ruimte nodig is.’ Voor het tramnetwerk verwacht ze dat de investeringskost ‘in de honderden miljoenen zal lopen – de berekening loopt nog’. Volgens Schoubs is het belangrijk dat De Lijn garanties krijgt voor de financiering van die investeringen. Door de coronapandemie vervoert De Lijn momenteel heel wat minder reizigers. Volgens de directeur-generaal ligt dat aantal nog altijd maar op de helft van voor de crisis. Ze verwacht dat 10 à 20 procent van die reizigers de eerste jaren niet zal terugkomen. ‘Meer mensen zullen ook in de toekomst blijven telewerken’, klonk het. De Lijn wil daarop inspelen door bijvoorbeeld flexibeler tariefformules te creëren, voor bijvoorbeeld enkele dagen per week.