Mediterrane eilandstaat Malta. Daar leeft een inwoner gemiddeld 82,6 jaar. De levensverwachting bij de geboorte is er in 2020, het aanvangsjaar van de pandemie, nochtans licht gedaald. Grotere dalingen in andere lidstaten betekenen echter dat het mini-land nu bovenaan de EU-ranglijst staat.
De cijfers zijn afkomstig van Eurostat, aldus de Times of Malta. Eurostat definieert de levensverwachting bij de geboorte als ‘het gemiddelde aantal jaren dat een pasgeboren kind zou leven als het gedurende de rest van zijn leven aan de huidige sterftecondities wordt onderworpen’.
Relatief gezien steeg de levensverwachting van Malta vorig jaar met vier plaatsen ten opzichte van 2019, ondanks het feit dat de laatste maanden de dodelijkste in jaren waren voor het land als gevolg van het nieuwe coronavirus.
Hoewel de gemiddelde levensverwachting daalde van 82,9 in 2019 tot 82,6 vorig jaar, was deze daling kleiner in vergelijking met andere landen binnen het EU-blok, wat de stijging van Malta naar de top verklaart. Vrouwen zullen in Malta naar verwachting meer dan vier jaar langer leven dan mannen. De levensverwachting voor vrouwen is 84,6 jaar en die voor mannen 80,4 jaar.
Daling Spanje en Italië
Spanje, Italië, Zweden en Frankrijk, de vier lidstaten van de Europese Unie met de hoogste levensverwachting in 2019, lijken zwaarder te zijn getroffen door de COVID-19-pandemie. In al deze landen is de levensverwachting met meer dan 0,7 jaar gedaald.
Deze trend werd weerspiegeld in de overgrote meerderheid van de EU-lidstaten, die allemaal een daling van de levensverwachting registreerden, met uitzondering van Cyprus, Letland, Finland en Denemarken.
Langere levensduur in niet-EU-lidstaten
Malta staat ook op de vierde plaats wat levensverwachting betreft in heel Europa in 2020, vijf plaatsen hoger dan het jaar daarvoor. Dat betekent dat de landen met de langste gemiddelde levensduur op het continent allemaal niet-EU-lidstaten zijn, met Noorwegen aan kop met 83,3 jaar, gevolgd door Zwitserland (83,2) en IJsland (83,1).
Noorwegen, Finland en Denemarken verhoogden de levensverwachting met respectievelijk 0,3, 0,1 en 0,1 jaar. Liechtenstein, Spanje en Bulgarije daarentegen werden vorig jaar het zwaarst getroffen, met dalingen van respectievelijk 2,4, 1,6 en 1,5 jaar.
Lees ook:
- Chinezen hebben nu langere gezonde levensverwachting dan Amerikanen
- Wordt de levensverwachting niet meer hoger?
(jvdh)