Het heropenen van scholen leidt niet tot een forse opstoot van besmettingen met het coronavirus. Dat blijkt alvast uit studies in Duitsland en Noorwegen en twee globale analyses van onder meer de Wereldgezondheidsorganisatie WHO.
Dat meldt de Financial Times woensdag. De studies komen aan de oppervlakte op een moment dat de pandemie in Europa weer flink in opmars is. In verschillende landen woedt de discussie of de scholen niet opnieuw dicht moeten in een poging om de gevreesde curve ‘plat te slaan’. Ook in ons land neemt de druk toe, maar onder meer Vlaams Onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) geeft tegengas.
Weyts krijgt alvast gelijk, als we kijken naar een aantal studies op dat vlak. Zo onderzocht het Duitse Institut zur Zukunft der Arbeit (IZA) de impact van de schoolheropeningen in de verschillende deelstaten. Conclusie: de heropening van de scholen leidde niet tot een opstoot in het aantal besmettingen. Meer nog, in de deelstaten waar de scholen het eerst heropenden, liepen de besmettingscijfers terug.
Een onderzoek dat het Noorse Nationale Instituut voor Volksgezondheid uitvoerde, bracht een ander opmerkelijk feit aan het licht. Op basis van bronopsporing bij besmettingen in scholen bleek dat leerlingen eerder besmet geraakten door volwassenen thuis dan door hun klasgenoten in de school.
‘Scholen zouden belangrijker superspreaders moeten zijn omdat daar zoveel verschillende netwerken samenkomen. Maar we vinden amper bewijzen van besmettingen in schoolomgevingen.’
Gwen Knight, onderzoekster aan de London School of Hygiene and Tropical Medicine
Die nationale studies sluiten aan bij globale analyses die werden uitgevoerd door de WHO en het European Centre for Disease Prevention and Control. Daaruit moet blijken dat de meeste besmette kinderen amper symptomen ontwikkelen en dat er weinig bewijzen zijn voor besmettingshaarden in scholen.
En tot slot is er het werk van Gwen Knight, een onderzoeker aan de London School of Hygiene and Tropical Medicine. Zij werkt aan een database van wereldwijde zogenaamde ‘superspreader’ uitbraken. Dat zijn evenementen of locaties waar een groot aantal besmettingen aan kan gelinkt worden. Knight vond amper scholen terug in haar statistieken. Ze geeft zelf aan dat die conclusie verrassend is. ‘Scholen zouden belangrijker superspreaders moeten zijn omdat daar zoveel verschillende netwerken samenkomen’, zegt ze aan de FT. ‘Maar we vinden amper bewijzen van besmettingen in schoolomgevingen.’ Al voegt Knight er meteen aan toe dat er onvoldoende getest wordt om uitsluitsel te geven.
Lees ook: