China vermeed een recessie nadat de economie in het tweede kwartaal van 2020 met 3,2 procent was gegroeid, de eerste grote economie die herstelde van de schade veroorzaakt door de coronaviruspandemie.

In normale omstandigheden is een groei van 3,2 procent een rampscenario voor China. In de huidige context is het een triomftocht. Volgens officiële cijfers van het Chinese bureau voor Statistiek is de tweede grootste economie ter wereld aangegroeid in het tweede kwartaal, in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. 

Ook al is het naar Chinese normen met een slakkentempo, blijft het een straffe prestatie na de zware lockdown door de coronapandemie. Het is eerste grote economie die herstelt van de schade veroorzaakt door het virus. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voorspelt voor geen enkele andere grote economie groei dit jaar.

In het eerste kwartaal kreeg de Chinese draak nochtans de zwaarste economische klap in 40 jaar te verwerken, met een krimp van 6,8 procent. 

Volgens waarnemers is de ommezwaai te danken aan massale overheidsinvesteringen in infrastructuur. Krediet dat zeer makkelijk te verkrijgen is – banken worden daarvoor onder druk gezet door de overheid – heeft de consumentenuitgaven aangevuurd. 

Een andere belangrijke reden is ook China het virus ook zo goed als uitgeroeid heeft op zijn grondgebied, althans volgens de officiële cijfers. Daardoor heeft de economie zich kunnen herpakken, ook al is de bevolking nog wantrouwig.