Key takeaways
- De EU overweegt asielzoekers en afgewezen migranten weg te sturen naar derde landen.
- Een voorstel maakt het mogelijk asielaanvragen af te wijzen hen naar het buitenland over te brengen.
- Ook België steun het omstreden voorstel.
De Europese Unie overweegt controversiële voorstellen om illegale immigratie te verminderen. De voorstellen, geleid door de Europese Commissie en gesteund door veel EU-lidstaten, houden in dat asielzoekers en afgewezen migranten worden uitbesteed aan derde landen.
Denemarken, dat momenteel het voorzitterschap van de EU bekleedt, heeft beloofd om binnen de komende zes maanden een consensus te bereiken over het terugkeerbeleid. De Deense minister voor Immigratie en Integratie benadrukte een verandering in het perspectief van de lidstaten en merkte op dat innovatieve oplossingen nu meer aanvaard worden.
Illegale migratie indammen
Een van de voorstellen is om “veilige derde landen” opnieuw te definiëren, waardoor lidstaten asielaanvragen zonder onderzoek kunnen afwijzen en aanvragers naar het buitenland kunnen overbrengen, zelfs als ze geen band hebben met het land van bestemming. Deze aanpak weerspiegelt het uitzettingsbeleid van het VK naar Rwanda, dat door het Hooggerechtshof van het VK onwettig werd verklaard.
Het andere voorstel betreft de oprichting van “terugkeercentra” buiten de EU om afgewezen asielzoekers te huisvesten terwijl de repatriëringsprocedures worden uitgevoerd. De Commissie stelt voor dat elke lidstaat partnerschappen aangaat met derde landen die bereid zijn migranten op te vangen in ruil voor financiële stimulansen. De bestaande centra in Albanië, die oorspronkelijk bedoeld waren voor asielzoekers, zijn omgebouwd tot terugkeercentra en zouden als model kunnen dienen.
Europees Parlement
Ondanks de steun van veel landen wordt er tegenstand verwacht van het Europees Parlement, vooral van fracties die een flexibeler migratiebeleid voorstaan. Desondanks is Denemarken van plan om tijdens zijn voorzitterschap prioriteit te geven aan deze voorstellen, met als doel om binnen de komende zes maanden een algemeen akkoord te bereiken over het terugkeerbeleid.

