Het voorbije jaar waren op de Belgische automarkt 126.241 oldtimers ingeschreven. Dat betekende een sterke toename tegenover vijf jaar geleden. Dat heeft de krant La Dernière Heure gemeld op basis van cijfers van François Bellot, federaal minister van mobiliteit.
Wanneer er echter gekeken wordt naar wagens met een leeftijd van minstens vijfentwintig jaar, loopt dat cijfer volgens de Federale Overheidsdienst Mobiliteit echter nog gevoelig verder op. In totaal komt het Belgische autoverkeer immers aan 259.531 wagens die al minstens een kwarteeuw geleden werden gebouwd.
Nieuwe wetgeving
De groeiende populariteit van de oldtimers – die aan de nummerplaat met het specifieke O-kenteken herkenbaar zijn – is geen verrassing. Vijf jaar geleden werd immers een nieuwe wetgeving van kracht, waardoor de eigenaars van oldtimers zich op elk ogenblik van de dag en op elk mogelijk traject in het verkeer mochten begeven.
Voordien mochten de oldtimers slechts in uitzonderlijke omstandigheden uit de garage worden gehaald. Er mocht alleen gereden worden tussen zonsopgang en zonsondergang. Bovendien mochtens de wagens alleen worden gebruikt voor specifieke evenementen. Testritten werden toegelaten binnen een straal van vijfentwintig kilometer.
Al die beperkingen werden vijf jaar geleden opgeheven. Alleen verplaatsingen van de woning naar de school of het werk blijven verboden, net zoals professionele ritten. Een inschrijving als oldtimer biedt een aantal voordelen, waaronder een gunstig fiscaal regime en het wegvallen van de jaarlijkse controle.
Volkswagen
Een aantal eigenaars maakt van die mogelijkheden echter misbruik. Een onderzoek van de Belgische Federatie voor Oude Voertuigen (BFOV) toonde vorig jaar dat 2 procent van de eigenaars regelmatig van zijn oude wagen gebruik maakte om naar het werk te rijden. Geraamd wordt dat ongeveer 5 procent van de eigenaars misbruik maakt van het gunstige regime.
Liefhebbers van oldtimers blijken vaak meer dan één exemplaar in hun garage te hebben staan. Ongeveer 25 procent van de eigenaars zou minstens twee oldtimers in bezit hebben. De leeftijd van de wagens laat grote verschillen optekenen.
Wel blijkt dat auto’s uit de sixties op de grootste populariteit kunnen rekenen, want 51 procent van de totale vloot behoort tot die leeftijdsgroep. Oudere wagens zijn veel zeldzamer, want slechts 7 procent is voor het einde van de jaren vijftig gebouwd. Anderzijds blijkt 71 procent voor het einde van de jaren zeventig te zijn geproduceerd. Uit de cijfers blijkt ook nog dat 10 procent van de eigenaars een Volkswagen in zijn collectie heeft.
Uit het onderzoek van de BFOV bleek ook dat de bezitter van een oldtimer gemiddeld 53,8 jaar oud is. Met een oldtimer wordt per jaar ongeveer 1.500 kilometer afgelegd. Beide cijfers komen ongeveer overeen met de Europese gemiddelden. Tevens bleek dat jaarlijks gemiddeld bijna 6.000 euro aan het onderhoud en het gebruik van een oldtimer wordt besteed.