De Vlaamse regering droomt hardop van een succesvolle staatsbon. Maar dat is niet eenvoudig te realiseren.
- Het succes van de eenjarige staatsbon van minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) oogstte veel lof en afgunst begin september. Door de roerende voorheffing van 15 procent in plaats van 30 procent vertrouwden heel wat Belgen hun geld toe aan de overheid: een waanzinnige 21,896 miljard euro werd opgehaald.
- De Vlaamse regering wil ook wel zo’n succesverhaal, zo kopt Het Laatste Nieuws op de voorpagina. Minister van Financiën Matthias Diependaele (N-VA) laat dat ballonnetje op, zij het voorzichtig: “Op termijn is het inderdaad een optie.” Vlaanderen had al contact met het Agentschap van de Schuld daarover.
- Een vervelende hindernis wel: hét beslissende element is geen Vlaamse bevoegdheid. De roerende voorheffing eventueel verlagen wordt federaal beslist. Vlaanderen zou het dan via omwegen moeten oplossen, in de fiscaliteit.
Afwachten geblazen
Om te volgen: Dat voordeel toepassen “is niet onmogelijk maar ook niet evident”.
- Volgens het Vlaams schuldcomité, een groep academici, economen en kabinetsmedewerkers dat op vraag van de regering het idee besprak, is dat laatste niet onoverkomelijk. “Je kunt op andere manieren de spaarder een geste doen zodat hij extra rendement krijgt. Maar dat is een kwestie van creativiteit en van wat er budgettair mogelijk is bij de Vlaamse overheid”, vertelt econoom Ivan van de Cloot tegenover HLN.
- Verder is het vooral zaak om af te wachten wat de volgende Vlaamse regering gaat doen, een staatsbon uitgeven hoort niet tot de bevoegdheden van een regering in ‘voorzichtige zaken’ na de verkiezingen. De expertengroep denkt dat het al dan niet uitgeven van een staatsbon ook veel afhangt van de bevoegde minister, iets wat duidelijk moet worden bij de komende regeringsonderhandelingen.