Wie verantwoordelijk is voor de technologie binnen zijn onderneming, ontkomt er niet aan zich in high performance computing of HPC te verdiepen. Een technologie die lijkt te zijn weggelopen uit een sciencefictionfilm. Maar kunnen ook kmo’s ermee aan de slag? HPC-consultant Carl Mensch sprak daarover met Business AM.
“We zien dat supercomputers, ongeacht hun naam, steeds vaker ingezet worden. Voor onderzoek worden ze al tientallen jaren ingezet. Maar ook in bedrijven zien we dat supercomputers steeds vaker worden gebruikt om complexe problemen op te lossen en om gegevens, analyses en processen te gaan optimaliseren. Ze worden daar ingezet wanneer men tegen de limieten van de laptop stuit. Op vlak van tijdsbesteding of op vlak van de complexiteit van de uit te voeren berekeningen.”
“De farmaceutische sector is zeker koploper. Die hebben hun eigen supercomputers beschikbaar. In de farmawereld zien we dat die eigen servers hebben geïnstalleerd voor hun rekennoden. Maar dat zie je bijvoorbeeld ook in in grote chemische bedrijven en in de materiaalwetenschappen. Of ik denk aan de petrochemie, die zelf vaak heel krachtige supercomputers hebben of sterk investeren in commerciële clouds bij Google en Amazon.”
“Die server-ruimtes zijn vaak grote lokalen met een grote koelinstallatie. Verder zien we daar dan grote server-racks staan. Dus lange rijen kasten waarin dan al die rekenkracht eigenlijk verzameld zit. Wij moeten in principe nooit in die serverruimtes aanwezig zijn, omdat wij eigenlijk altijd van op afstand kunnen inloggen op die systemen. Dat geldt ook voor onze gebruikers.”
Zijn kmo’s al in staat om zo een supercomputer aan te schaffen?
“Zo’n supercomputer vergt al gauw een investering van 1 miljoen en meer. Dus vaak zien we dat niet. We zien wel bij kleinere bedrijven dat er servers worden aangekocht waarin dan verschillende processoren op verschillende GPU’s verzameld zijn. Maar vaak zien we dat kmo’s samenwerken met rekencentra zoals het onze of met met commerciële spelers. En we zien daar heel grote verschillen tussen bedrijven die daar heel ver gevorderd in zijn of uiteindelijk zelf die die rekenkracht voor bepaalde toepassingen gaan aanbieden als service.”
“We zien bedrijven die het gebruiken, bijvoorbeeld in R&D, in onderzoek en ontwikkeling. Maar we zien aan de andere kant van het spectrum ook bedrijven die misschien wat achterop lopen en daardoor kansen missen bij hun innovatie of in het versnellen van van hun bedrijfsprocessen.”
“We zien heel grote verschillen tussen bedrijven. Dus er zijn kmo’s of zelfs startups waarbij alle personeel ervaring heeft met bijvoorbeeld wetenschappelijk programmeren of met het verwerken van grote hoeveelheden data. Die zijn vaak heel snel aan de slag met zo’n systemen.”
“Zowel vanuit de Vlaamse overheid, vanuit België en vanuit Europa zijn er heel wat initiatieven om bedrijven die zelf de expertise missen, of misschien extra training nodig hebben, te helpen bij zo’n traject richting supercomputers en richting high performance computing. Die ondersteuning kan enerzijds financieel zijn, maar ook door die bedrijven te gaan koppelen met onderzoekers op de universiteiten of in kenniscentra of via ondersteuning door onze eigen collega’s. Dus wij geven heel wat training en wij doen ook aan ondersteuning, bijvoorbeeld richting programmeerproblemen of met het opzetten van workflows op onze systemen.”
Hoe beschermen jullie zeg tegen cyberaanvallen of ransomware?
“Uiteraard is de beveiliging van de data die op onze systemen verzameld wordt een enorm hoge prioriteit. Die beveiling gebeurt in veel verschillende lagen. Niet iedereen heeft toegang tot onze systemen om bij ons in te loggen. Daarvoor zijn RSA-sleutels nodig, die van encryptie zijn voorzien. Veel supercomputers werken ook bijvoorbeeld met multifactor-authenticatie, zodat je echt niet alleen via de sleutel, maar ook nog eens via een een tweede kanaal moet connecteren om toegang te krijgen tot jouw gedeelte op de supercomputer.
We blokkeren bijvoorbeeld ook toegang vanuit het buitenland. Niet alle onderdelen van een supercomputer zijn rechtstreeks verbonden met het internet. Moest het ooit gebeuren dat toch een inbreuk wordt gepleegd op de veiligheid, worden systemen onmiddellijk offline gehaald en platgelegd. Maar ook daar is de impact vaak beperkt. Ten eerste zijn er back-ups van alle data die verwerkt worden op onze systemen én de supercomputer voert ook enkel het rekengedeelte uit. Dus een supercomputer heeft maar tijdelijk toegang tot bepaalde data voor de verwerking van data. Maar die supercomputer dient dus niet voor de opslag van die data, die is enkel daar aanwezig op het moment dat ze verwerkt worden. Daarna is die data niet meer op de supercomputer opgeslagen.” (kg)