De beurskoers van KBC verloor gisteren bijna 6 procent en zit ook vanochtend weer in het slop. Nochtans zeggen experten dat de Europese banken niet blootstaan aan de problemen die Silicon Valley Bank en enkele andere regionale banken in de VS onderuit halen.
In het nieuws: De Europese bankaandelen werden meegesleurd in de val van sommige Amerikaanse sectorgenoten.
Nochtans: Analisten merken op dat de situatie van de Europese banken helemaal anders is dan die van de geviseerde regionale Amerikaanse banken:
- Europese banken houden relatief gezien geen grote obligatieportefeuilles aan zoals SVB en steunen eerder op kortetermijnfinanciering.
- De regels op het vlak van beschikbare liquiditeit zijn strenger dan voor Amerikaanse regionale banken.
- De kapitaalposities zijn beter dan ooit.
- Er is vooralsnog geen sprake van spaardersvlucht omwille van de karige spaarrente, zoals in de VS.
- Kortom: Europese banken hoeven niet vervroegd en met verlies hun laagrentende obligaties te verkopen, zoals SVB dat deed.
Letterlijk: “Op basis van hun gezonde liquiditeits- en financieringsprofielen, hun kaspositie en hun stabiele depositobasis zijn de grote Europese banken volgens ons over het algemeen goed gepositioneerd om te voorkomen dat ze hun obligaties met verlies moeten verkopen”, besluit kredietbeoordelaar Moody’s in een commentaar.
Het trauma van 2008
Wat is er dan aan de hand? Volgens broker Bolero (deel van KBC) zou er wel eens sprake kunnen zijn van winstnemingen.
- “Het feit dat Europese banken geraakt worden, is waarschijnlijk deels een gevolg van de sterke prestaties in de afgelopen maand en de positionering van beleggers die over het algemeen positief waren over de Europese banksector.”
- En wellicht dat ook het trauma van de bankencrisis uit 2008 weer opborrelt. Die begon bij eveneens bij regionale Amerikaanse banken, om zich daarna te verspreiden naar grotere banken in de VS en uiteindelijk naar Europa en elders in de wereld.
- Bolero: “Intussen blijkt het beleggerssentiment over banken hard geraakt en zal de aandacht ook verschuiven naar depositogroei en de financieringskosten.”