In het kader van het NAVO-verdrag, en in het licht van de huidige oorlog in Oekraïne en geopolitieke spanningen aan de grenzen van de NAVO, zijn enkele honderden Belgische soldaten gestationeerd in het buitenland. Minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) trok naar Roemenië om de troepen te bezoeken, de Kamercommissie Defensie vloog dan weer richting Estland, waar Belgische F-16’s het luchtruim bewaken.
Op dinsdag 7 juni vloog minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) voor de tweede keer richting Roemenië, om daar de 300 aanwezige soldaten van de 1/3e Lansiers te bezoeken. De soldaten maken samen met 500 Franse elitesoldaten van het 27e bataljon Chasseurs Alpins deel uit van de Very High Readiness Joint Taskforce (VJTF), een gevechtsgroep van de NAVO die op zeer korte tijd inzetbaar moet zijn.
Lunchen en schieten
In de basis in het Roemeense Cincu bracht Dedonder, samen met haar Roemeense ambtsgenoot Vasile Dîncu, tijd door met de soldaten. Ze lunchten met de troepen, en kregen nadien demo’s van drie verschillende schietoefeningen, telkens met andere wapens.
Nadien maakte de ministers van Defensie ook bekend dat de uitrol van NAVO-troepen van blijvende aard is. Zo zullen Belgische, Franse en Nederlandse soldaten, met onder meer ook de Belgische Genietroepen, samen de basis in Cincu verder uitbouwen. In de toekomst moet deze basis plaats kunnen bieden aan 1.000 militairen. De huidige aanwezige Belgische soldaten zullen dat echter niet rechtstreeks meemaken: zij worden eind juni afgelost door Nederlandse soldaten, en keren zelf terug naar het thuisland.
Air Dedonder
Het vorige bezoek van de minister, aan de troepen in Estland, zorgde binnen de commissie Defensie voor heel wat ophef. De minister zou namelijk speciaal een groter toestel hebben gecharterd om heel wat pers mee te nemen. De nationale media (VTM, RTL, Het Laatste Nieuws en Le Soir) waren aanwezig, maar ook twee journalisten van Notélé, een lokaal televisiestation in Dedonders thuisbasis Doornik. Voor geïnteresseerde Kamerleden was echter geen plaats.
Het was vooral Theo Francken, de defensieman bij uitstek voor federale oppositiepartij N-VA, die Dedonder aanpakte hierover: “Dit is ongelofelijk. Moet men hiervoor publieke middelen inzetten, in deze tijden? Een peperduur toestel charteren, gewoon om meer pers te kunnen meenemen?”, vroeg Francken zich af. De woordvoerder van de minister suste echter meteen, en gaf aan dat een vliegtuig werd gecharterd omdat alle MRTT-toestellen (die in de lucht F-16’s kunnen bijtanken) in gebruik waren. Voor de aanwezigheid van de twee Notélé-journalisten had hij ook een verklaring: “RTBF en VRT hadden dan afgezegd, waardoor er plaats was voor een lokale zender”.
De Kamerleden die in de commissie Defensie zetelen kregen nu echter wel de kans. Zij vlogen niet mee met Dedonder naar Roemenië, maar trokken (beter laat dan nooit) naar Estland. De Kamerleden, onder meer N-VA’ers Theo Francken en Peter Buysrogge en Open Vld’er Jasper Pillen, bezochten namelijk de luchtmachtbasis van Amari in Estland, waar vier Belgische F-16’s (en bijhorend personeel) instaan voor de verdediging van het NAVO-luchtruim. Zij staan standby om vijandige vliegtuigen te onderscheppen en terug naar huis te leiden, en kunnen ook de eerste slagen toedienen als het tot echte gevechten komt.
(fjc)