Het was een van de belangrijkste geopolitieke gebeurtenissen van de afgelopen jaren: na twintig jaar militaire en politieke aanwezigheid trokken de Verenigde Staten terug uit Afghanistan. Wat volgde was een sprint naar de macht door de taliban, die het land razendsnel overrompelde en zo het Westen een ongelooflijke kater bezorgde. De Luikse kinesitherapeut Eric Weerts heeft al meer dan 20 jaar een hechte band met Afghanistan en de lokale bevolking. Hij is net terug van een maandlange missie in het land voor de ngo Handicap International en vertelt aan Business AM over zijn ervaringen in een van de meest geïsoleerde landen ter wereld.
Sinds 2001 is Eric Weerts actief als kinesitherapeut in Afghanistan, waar hij samen met de ngo Handicap International (HI) revalidatiecentra opricht en opleidingsprogramma’s voor de lokale bevolking voorziet. Doorheen de jaren bouwde Handicap International er een organisatie op die bovenop de expats ondertussen bijna 320 Afghaanse medewerkers telt. Zij worden met de hulp en expertise van buitenlandse artsen, therapeuten en sociale werkers opgeleid om preventie, eerstelijnszorg en revalidatie te voorzien voor kwetsbare groepen.
In augustus zag Weerts zich gedwongen om terug naar België te keren. “We zijn vertrokken omdat de situatie onduidelijk was”, vertelt hij. “Naargelang de nationaliteiten van onze expats, werd beslist dat iedereen ofwel naar huis zou gaan, ofwel zich regionaal zou neerzetten totdat de situatie terug beter werd.”
Terugkeer naar een geïsoleerd land
In november was de tijd rijp en kon hij terugkeren naar Afghanistan, al was zoiets makkelijker gezegd dan gedaan. Sinds de overname door de taliban is Afghanistan een van de meest geïsoleerde landen ter wereld. Hoewel er geen problemen waren met de visa, moesten de medewerkers dus naar creatieve manieren zoeken om het land binnen te geraken: “ Er waren geen commerciële vluchten meer naar Afghanistan, dus we konden het land niet meer binnen. De buurlanden lieten het ons ook niet toe om de grens over te steken. Ik heb een visum aangevraagd in zo goed als alle buurlanden van Afghanistan. Dan zag ik welke ambassade mij het snelst goedkeuring zou geven. Vandaar uit werden specifieke vluchten georganiseerd door de VN die ons in het land brachten. Zo ben ik uiteindelijk binnen geraakt, die procedure heeft jammer genoeg heel lang geduurd.”
Zodra Weerts voet aan grond zette, merkte hij dat het land dat hij in augustus moest verlaten niet meer hetzelfde was: “Er was een zeer grote, akelige stilte. Normaal heerst er een enorme chaos op de luchthaven. Nu was alles er stilgevallen. De laatste keer dat ik het land moest verlaten waren er veel vernielingen, onduidelijkheid, militaire aanwezigheid. Die was er nu totaal niet meer. We kregen een soort persoonlijke ontvangst omdat er slechts een tiental buitenlanders het land binnenkwamen, terwijl dat voorheen een enorme stroom was.”
Meer veiligheid, maar een humanitaire ramp
Voor de Afghaanse bevolking heeft de omwenteling slechts één voordeel: er is meer duidelijkheid en veiligheid. De chaos van de wankele vorige regering heeft plaatsgemaakt voor een stabielere klaarheid, de taliban zit aan de macht en zij hebben het voor het zeggen. Hoewel er nog regelmatig aanslagen plaatsvinden, zijn het er een stuk minder dan vroeger. “Maar de huidige situatie beantwoordt duidelijk niet aan de aspiraties van de Afghanen. Ze willen economisch vooruit, ze willen dat hun kinderen naar school kunnen gaan – ook de meisjes. Ze willen dat hun salarissen worden uitbetaald. De economie gaat er nu slecht, hun geld heeft geen waarde meer, de inflatie gaat omhoog. Dat is wat de meerderheid van de Afghanen voelt.”
De Afghaanse economie hing 20 jaar lang aan een immense levenslijn van buitenlandse hulp, sinds de omwenteling is die lijn doorgesneden. In 2020 pompte de VS nog 20 miljard dollar in de Afghaanse economie, die gigantische steun is compleet stilgevallen. Omdat ze niks met de taliban te maken willen hebben, heffen de westerse landen een handelsembargo op Afghanistan. “Voor de omwenteling was er nog een economie”, vertelt Weerts. “Dankzij aangepast onderwijs en economische participatie konden kwetsbare mensen terug integreren in die economie. Dat is helemaal weg nu.”
Alle geldstromen werden bevroren en kredietverleners blokkeerden de toegang tot buitenlandse leningen. Hierdoor is de Afghaanse economie compleet in elkaar gestort. “Door de inflatie verdwijnen alle middelen als sneeuw voor de zon. Zelfs als mensen geld hadden op hun rekening, kunnen ze het niet afhalen, omdat er geen garanties meer bestaan om cash geld af te halen. Nu moet die economie helemaal in een informeel kanaal verdwijnen. Voor mensen die kwetsbaar zijn is dat nog moeilijker om daar toegang toe te krijgen.” Het geweld van voor en tijdens de machtsgreep van de taliban mag verdwenen zijn, de economische problemen brengen een nieuwe kwaal met zich mee: hongersnood. “Dat zien we vooral bij jonge kinderen en boorlingen opduiken. Het probleem was er wel al, maar was meer sporadisch.”
Volgens Weerts is die economische impact duidelijk te zien aan het gezondheidssysteem in Afghanistan. Dokters en zorgmedewerkers zagen hun salaris plots wegvallen: “Er zijn een paar mensen die nog komen werken, voor wat ze denken te kunnen verdienen aan het eind van de maand. Hierdoor worden de basiszorgen wel voorzien, maar op een heel primaire manier. Zodra er zich complicaties voordoen, worden die niet meer behandeld. Dat wil zeggen dat de oplossing om een open breuk te redden, steeds meer amputatie wordt.” Het werk van Handicap International draait sinds de omwenteling meer om basiszorg, en het helpen om posten voor eerstelijnszorg op te zetten. “Dat is verontrustend, want de humanitaire corridor is daar niet voor uitgerust. Er moet een regering zijn die de functionarissen kan betalen en dat is niet het geval.”
Internationale verantwoordelijkheid
De internationale gemeenschap heeft volgens de Luikse kinesist een verantwoordelijkheid op te nemen. De enige middelen die het land van buitenaf binnenkomen, zijn bedoeld voor humanitaire hulp. Maar er is meer nodig om de noden van de bevolking te beantwoorden: “Als we kijken hoe de geldstromen nu binnenkomen, is dat eigenlijk maar een pleister op een gigantische wonde. De Afghaanse bevolking wordt nu in de steek gelaten. Alle 39 miljoen Afghanen zijn nu het slachtoffer zijn van dat internationaal embargo. We weten dat de humanitaire corridor, hoe ver dat die ook kan uitgebouwd worden, nooit zal volstaan om die volledige bevolking te ondersteunen.”
“Voor de omwenteling hielpen we ongeveer 18 miljoen mensen omdat ze kwetsbaar waren, nu zien we dat cijfer naar 24 miljoen gaan. Dat wil zeggen dat er 6 miljoen mensen zijn bijgekomen in de kwetsbare categorie. Dat is nog maar na drie à vier maanden omwenteling. Nu moeten we wachten tot de winter voorbij is tot er een politieke oplossing komt die perspectief kan geven, maar we zien het niet zeer hoopvol in. Desondanks hopen we vooral dat de internationale gemeenschap meer zijn verantwoordelijkheid zal nemen. Zo kan ofwel die humanitaire corridor omgezet worden in iets dat informeel voor beide partijen aanvaardbaar is.”
Werken onder de talibanregering
Op de vraag of er opnieuw een omwenteling moet komen met de steun van het Westen, of dat de internationale gemeenschap de pijnlijke realiteit onder ogen moet zien dat ze met de taliban aan tafel moeten gaan, heeft Eric Weerts geen antwoord: “Als ngo houden wij ons daarbuiten.” Wat wel belangrijk is, is samenwerking met de lokale bevolking. Die moet volgens Weerts blijven doorgaan, taliban of niet, zolang het onder de voorwaarden van Handicap International kan doorgaan. “Toen we moesten werken tussen twee schaduwzones van regeringen, hadden we nog steeds toegang tot de kwetsbare mensen. Dat komt omdat we samenwerkten met de Afghanen, met de Afghaanse gemeenschap en dat we respect tonen voor hun cultuur.”
De werking van Handicap International houdt onder andere in om een zo toegankelijk mogelijke zorgverlening op poten zetten. Daar spelen de Afghaanse vrouwen een cruciale rol in. Zo’n 60 procent van de studenten kinesitherapie en orthopedische techniekers van Handicap International zijn vrouwen. “We gaan daarover een beleefde discussie aan met de machthebbers. Dan maken we het ze zeer duidelijk, dat als hun vrouwen of dochters op een dag ziek worden, er geen vrouwelijke therapeuten zullen zijn om die te helpen. Met de uitwisselingen die we tot nu toe hebben gehad, merken we dat er een soort pragmatisme bestaat. De taliban kan blijven proberen hun vrouwen allerlei beperkingen op te leggen, maar dan zullen ze na verloop van tijd merken dat ook hun eigen vrouwen of dochters niet meer zullen behandeld worden in geval van nood.”
Over het algemeen schat Weerts de situatie negatief in, sinds de omwenteling wordt Afghanistan geteisterd door nieuwe problemen van een andere aard dan voordien. Maar er is ook reden om optimistisch te zijn: “Bij onze Afghaanse medewerkers zien we dat zij de juiste capaciteiten hebben, en zeer weerbaar zijn door de veranderingen die ze de laatste twintig dertig jaar hebben meegemaakt. De opbouw die de laatste twintig jaar werd gedaan zal ook niet zomaar van de ene dag op de andere verdwijnen. Daar zijn we zeker van. De taliban die het land in augustus overgenomen, hebben twintig jaar geleden een compleet ander land verlaten.”
Momenteel wacht Eric Weerts op een nieuwe goedkeuring voor zijn visum. In februari zal de kinesist opnieuw voor vier of zes weken naar Afghanistan reizen.
(kg)