De Jamón ibérico of pata negra is een welbekende Spaanse delicatesse, die tot de beste rauwe hamsoorten ter wereld wordt gerekend. De ham wordt voornamelijk in Zuidwest-Spanje geproduceerd. De naam pata negra is afkomstig van de zwarte poten van het varken, maar is geen officiële benaming. In Spanje is deze term zelfs verboden.
7 interessante weetjes over deze delicatesse: 1. Spanjaarden eten elk jaar gemiddeld 4,5 kilo van deze delicatesse, wat van het land de – op China, VS en Duitsland na – grootste producent van varkensvlees maakt.
2. Elke van deze hammen weegt gemiddeld zo’n 8 kilo en kost tot 360 euro per stuk. 3. De varkens die voor deze ham worden gekweekt worden enkel gevoed met eikels, wat hun vlees volgens aficionado’s een onevenaarbare nootachtige en zoete smaak geeft. De dieren kunnen kunnen ook vrij rondlopen, wat hun vetvorming bevordert. 4. De beste Jamón ibérico wordt beschermd door vier verschillende certificaten van oorsprong, uit de verschillende Spaanse provincies waar varkens van het ibérico-ras worden gekweekt. Elke ham behoort tot een van volgende soorten: de Bellota, de Cebo, de Cebo de Campo en de Recebo. Optimaal wordt een Jamón ibérico pas na 4 jaar drogen geconsumeerd. 5. Spanje exporteerde zo’n 20.000 ton Jamón ibérico per jaar, tot verschillende landen – waaronder de VS- de import aan banden legden nadat in verschillende landen de varkenspest uitbrak. Tot op vandaag mogen amper 2 Spaanse slachthuizen hun hammen naar de VS exporteren. 6. In Spanje zijn een honderdtal professionele hamsnijders. Ze krijgen 180 à 200 euro betaald om een ham te snijden. Ze hebben daarvoor anderhalf uur nodig. 7. De rock star onder de hamsnijders is Florencio Sanchidrià n. Hij snijdt hammen voor de Oscars, privé-Hollywoodparty’s, casino’s in Las Vegas en Macau en voor ministers, pausen en presidenten. Hij vraagt 3.000 euro om in anderhalf uur een ham te snijden.