Voor het eerst sinds het brexit-referendum in Groot-Brittannië, keren Europese kopers terug naar de huizenmarkt van Londen. Tijdens de eerste helft van dit jaar was bij 13 procent van de huizenverkoop in de Britse hoofdstad een koper uit de Europese Unie betrokken. Dat betekende een stijging met 3 procentpunt tegenover dezelfde periode vorig jaar. Dat blijkt uit een rapport van vastgoedconsulent Hamptons International.

In het jaar na het referendum was het aandeel van de Europese vastgoedkopers in Londen sterk teruggevallen. Die trend werd in de duurste wijken van de stad – waaronder Mayfair en Belgravia – het sterkst gevoeld.

Onzekerheid

Twee jaar geleden vormden klanten uit de Europese Unie tijdens het tweede kwartaal, net voor de stemming over de brexit, nog 28 procent van de vastgoedaankopen die in deze exclusieve wijken werden geregistreerd. Tijdens het eerste kwartaal van vorig jaar was dat teruggevallen tot 8 procent.

Experts verklaren die terugval door de onzekerheid over de invulling van de brexit, de bezorgdheid over de migratieregels en potentiële transfers van Europese medewerkers vanuit London City naar andere locaties. Daarnaast wordt ook gewezen op de extra fiscale lasten die aan eigenaars van een tweede woning werden opgelegd.

“Sindsdien zijn de overzeese kopers echter teruggekeerd naar de Londense huizenmarkt,” aldus de Britse krant The Times. “Velen laten zich immers verleiden door het goedkopere Britse pond en de dalende vastgoedprijzen.”

Uit de cijfers van Hamptons blijkt dat buitenlandse kopers tijdens de eerste zes maanden van dit jaar 35 procent van alle woningverkopen in Londen voor hun rekening namen, tegenover 33 procent in dezelfde periode vorig jaar.

Dat is het hoogste niveau in meer dan vijf jaar. In de duurste wijken van het Londense centrum steeg het aandeel van de kopers uit de Europese Unie op één jaar tijd met 5 procentpunten tot 15 procent.

Goedkoper

Aneisha Beveridge, analiste bij Hamptons, zegt dat de val van het Britse pond een duidelijke reden is geweest voor de terugkeer van de Europese kopers. “Voor een Londense woning die twee jaar geleden 1 miljoen pond zou hebben gekost, moet nu nog 885.450 pond worden betaald,” zegt ze. “Dat is het gevolg van de waardeverminding van het pond.”

“Dit betekent dat een woning in Groot-Brittannië voor een koper uit de Europese Unie nu 11 procent goedkoper is dan twee jaar geleden. Daarmee heeft het internationale publiek een bijzonder groot voordeel tegenover de binnenlandse gegadigden. Valuta zijn voor het internationale publiek de belangrijkste reden om in Londen vastgoed te kopen.”

Beveridge voegt eraan toe dat de Europeanen zich mogelijk veiliger voelen in hun Britse aankopen, omdat onzekerheden rond de brexit eventueel zouden kunnen zijn afgezwakt.

“De twijfels over de toekomstige relatie van Groot-Brittannië met de andere Europese landen was duidelijk één van de redenen waarom veel Europese kopers zich uit de Londense vastgoedmarkt hadden teruggetrokken,” aldus de analiste. “Mogelijk hebben ze nu het gevoel dat de situatie wellicht niet zo negatief is als door Europa werd gevreesd.”