Nu de druk op de ziekenhuizen beetje per beetje afneemt, mogen ze het aantal voor coronapatiënten voorbehouden bedden wat afbouwen. Ze kunnen opnieuw kleinere, niet-essentiële ingrepen uitvoeren.

Dat staat in een omzendbrief van het comité ‘Hospital & Transport Surge Capacity’, het interfederale overlegorgaan dat de toestand in de ziekenhuizen monitort. ‘We proberen geleidelijk aan de gewone activiteiten weer mogelijk te maken in de ziekenhuizen’, zegt Geert Meyfroidt aan persagentschap Belga. Hij is als voorzitter van de Belgische Vereniging Intensieve Geneeskunde lid van het comité.

Het gaat om een ‘herstart met de handrem op’, benadrukt Meyfroidt. Dat komt omdat de druk op de diensten intensieve zorgen zeker tot het einde van het jaar hoog zal blijven. Concreet kunnen de ziekenhuizen het coronanoodplan gradueel beginnen verlagen, van fase 2B naar 2A. Ze mogen het aantal bedden voor coronapatiënten afbouwen, maar moeten die wel nog twee weken in reserve houden voor een eventuele heropflakkering.

Ziekenhuizen beslissen

Daarnaast krijgen ziekenhuizen de mogelijkheid om niet-essentiële zorg weer op te starten. ‘De hervatting van de reguliere activiteiten is wenselijk en noodzakelijk voor de volksgezondheid’, staat te lezen in de omzendbrief. Zo worden klassieke hospitalisaties en dagopnames, waarbij de patiënten niet via intensieve zorgen moeten passeren, weer mogelijk.

De verantwoordelijkheid om de niet-essentiële zorg herop te starten, ligt bij de ziekenhuizen zelf. Ze beslissen of ze de ruimte hebben om weer niet-essentiële ingrepen uit te voeren of niet, en welke. ‘Voornamelijk de beschikbaarheid van personeel zal hierin een bepalende factor zijn’, klinkt het nog in de omzendbrief.