“Wie moet ik bellen als ik met Europa wil spreken?” Die vraag blijft ook na 50 jaar onbeantwoord

“Who do I call if I want to speak to Europe?” (“Wie moet ik bellen als ik met Europa wil spreken?”). Het is een oneliner die graag aan voormalig Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger wordt toegedicht. De boutade wordt van het schap gehaald telkens men het Europese onvermogen om een rol van belang te spelen op het wereldtoneel wil benadrukken. Dat Kissinger ten tijde van de Koude Oorlog deze woorden zou hebben uitgesproken, heeft hij ondertussen meermaals ontkracht. Wat niet verhindert dat er ruim vijf decennia later nog altijd geen eenduidig antwoord op de vraag is. En dat wordt in het tijdperk van ‘America First’ een steeds groter probleem.

Hoopten vele Europeanen dat de neerbuigende manier waarop voormalig president Donald Trump over het Avondland sprak een accident de parcours was, dan ontwaakt Europa stilaan uit de natte droom waarin zijn opvolger Joe Biden het ancien regime snel zou herstellen.

America is back on the global scene”, had EU-voorzitter Charles Michel nochtans gezegd toen Biden in juni de Belgische hoofdstad bezocht. Bewijzen daarvan zijn ver te zoeken. Dat de VS weigerde de reisbeperkingen voor Europeanen op te heffen toen Brussel dat wel deed, zorgde al snel voor enige wrevel. Maar het gevoel van debacle dat als een wolk over de situatie in Afghanistan hangt, heeft de langlopende discussie over een meer strategische Europese autonomie opnieuw doen oplaaien.

“We moeten Europa zodanig versterken dat we het nooit aan de Amerikanen hoeven over te laten”, zei Armin Laschet, die kandidaat is om de Duitse bondskanselier Angela Merkel op te volgen, zondag in een televisiedebat. Eerder had hij de terugtrekking uit Afghanistan “het grootste debacle” genoemd dat de NAVO sinds haar oprichting heeft meegemaakt”.

2024: president Trump of iemand die de Trump-doctrine goed gezind is

Afghanistan en het unilaterale optreden van de VS daar heeft de Europeanen opnieuw wakker geschud. De kans dat de volgende president “Trump” zal heten of op zijn minst de Trump-doctrine goed gezind zal zijn, is reëel. Europa heeft dus nog een goede drie jaar om iemand te vinden die de telefoon kan opnemen wanneer die rinkelt.

Het leek er een tijd op als ging Angela Merkel die rol op zich nemen. Maar dat deed ze uiteindelijk nooit. Binnen de EU was het voor haar altijd ‘Deutschland zuerst’.  Anderen kijken naar Emmanuel Macron.  Als die in april 2022 wordt herverkozen, bestaat de kans dat hij zich – nu Merkels rijk ten einde komt – gaat opwerpen als “de volgende natuurlijke leider” van de Unie.

Een recent incident waarbij beide betrokken waren en dat weinig weerklank kreeg in de mainstreampers, maakt vooral het onvermogen van het Franco-Germaanse duo duidelijk om een vorm van strategisch leiderschap aan de dag te leggen.

Merkel en Macron waren bereid Poetin een overwinning te schenken, ongeacht de sancties

In juni probeerden beide om – na een ontmoeting tussen Poetin en Biden – de andere EU-leiders ervan te overtuigen de diplomatieke relatie met Moskou te herstellen. Insiders stellen dat beide gepikeerd waren omdat Biden eerst met Poetin ging praten vooraleer hij met hen aan tafel ging zitten. Enkel daarom wilde het duo zich in de dialoog mengen. Maar of dat met de waarheid strookt is niet eens van belang.

De relatie tussen Brussel en Moskou bevindt zich sinds de Russische annexatie van de Krim en het neerhalen van een passagiersvliegtuig boven Oekraïne op een dieptepunt. Dat Poetin sinds 2014 op dat vlak niet één toegeving had gedaan, leek het Frans-Duitse duo niet te storen. Ongeacht de sancties waren ze bereid Poetin een overwinning te schenken, die de Russische leider in eigen land enkel meer prestige zou hebben opgeleverd. 

Daar gaat de gewone meerderheid van stemmen binnen de EU

Op geen enkel moment leken Merkel en Macron bezorgd om wat hun plan voor de kleine Baltische staten zou betekend hebben. Maar de tegenstand was van die aard dat verschillende Oost-Europese staten bereid waren hun veto te gebruiken. Waarna er voor Merkel en Macron weinig anders op zat dan hun plan in te trekken. Dat maakt de kans dat de unanimiteit van stemmen binnen de EU op een dag wordt opgeheven, zo goed als nihil. De kleine Baltische staten begrijpen maar al te goed wat een gewone meerderheid van stemmen in deze voor hen had betekend. Zij zullen aan dat vetorecht nooit verzaken.

Hebben Merkel, noch Macron ooit strategisch leiderschap gedemonstreerd, dan geldt dat evenzeer voor mogelijke opvolgers. Het toekomstige succes van de EU zal dus in belangrijke mate eerst afhangen van de vraag of ze zich kan losmaken van de illusie van Frans-Duits leiderschap. Tot het zover is blijft de vraag “Who do I call if I want to speak to Europe?” nog steeds onbeantwoord.

Meer