Wetenschappers eindigen debat over de oorsprong van Christoffel Columbus


Key takeaways

  • Spaanse wetenschappers hebben door middel van DNA-analyse bevestigd dat het stoffelijk overschot dat in de kathedraal van Sevilla begraven ligt, toebehoort aan Christoffel Columbus.
  • Deze bevestiging maakt een einde aan een eeuwenoud debat over de laatste rustplaats van Columbus en werpt licht op zijn nationale identiteit, waarover gespeculeerd werd.
  • De bevindingen leveren onweerlegbaar bewijs dat eerdere theorieën over de begraafplaats in Sevilla bevestigt.

Eeuwenoud debat

Spaanse wetenschappers staan op het punt om nieuwe bevindingen te onthullen over de oorsprong van Christoffel Columbus, waarmee een eeuwenoud debat wordt beslecht. Met behulp van DNA-analyse hebben ze definitief bevestigd dat de overblijfselen die in de kathedraal van Sevilla zijn bijgezet van de beroemde ontdekkingsreiziger zijn. Deze bevestiging maakt een einde aan de rivaliserende claims rondom zijn laatste rustplaats en werpt licht op zijn nationale identiteit, waarover lang is gespeculeerd.

Overblijfselen

Een team onderzoekers, aangevoerd door forensisch expert Miguel Lorente, analyseerde nauwgezet kleine monsters van de overblijfselen in de kathedraal van Sevilla. Deze monsters werden vergeleken met die van Columbus’ bekende familieleden en afstammelingen. Lorente erkende de complexiteit van het bepalen van de nationaliteit van Columbus vanwege de enorme hoeveelheid historische gegevens, maar beweerde dat het uiteindelijke resultaat “bijna absoluut betrouwbaar” is.

De reis van het stoffelijk overschot van Columbus was complex en ging over meerdere locaties. Hij stierf in 1506 in Valladolid, Spanje, en sprak de wens uit om begraven te worden op Hispaniola, dat nu wordt gedeeld door de Dominicaanse Republiek en Haïti. Zijn overblijfselen werden in eerste instantie daarheen gebracht in 1542, later verplaatst naar Cuba in 1795 en uiteindelijk – zoals eerder werd aangenomen – naar Sevilla in 1898. Het is echter nog steeds mogelijk dat een deel van zijn overblijfselen zich in het Caribisch gebied bevindt.

In 1877 groeven arbeiders achter het altaar van een kathedraal in Santo Domingo, de hoofdstad van de Dominicaanse Republiek, een loden kist op met botfragmenten die aan Columbus zouden hebben toebehoord. Lorente suggereerde dat beide beweringen waar konden zijn, gezien het feit dat beide sets botten incompleet waren.

Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!

Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.