Fabrikanten van windturbines zitten in de problemen. Dat is althans wat drie van hen deze week bekendmaakten op een belangrijk industrie-evenement in het Spaanse Bilbao. Ze roepen politici op om hen te helpen.
Op het ‘WindEurope 2022’-evenement, dat midden deze week in Bilbao plaatsvond, stelden verschillende directeurs van windturbinebedrijven de malaise waarin ze zijn beland aan de kaak, meldt Recharge. Naar eigen zeggen staat het water hen aan de lippen.
Terwijl de pandemie vorig jaar de prijzen had opgedreven, begon de sector geleidelijk weer op gang te komen. Maar de oorlog in Oekraïne heeft opnieuw “alles overhoop gegooid”, verklaarde Sheri Hickok, General Manager van GE Renewable Energy (de Franse dochteronderneming van het Amerikaanse General Electric).
“De toestand van de toeleveringsketen is ongezond”
Volgens Hickok is “de toestand van de toeleveringsketen (…) ongezond op het ogenblik (…) omdat we een inflatoire markt hebben die groter is dan wat iemand zelfs vorig jaar verwachtte. De prijs van staal verdrievoudigt.”
Staal voor offshore-windturbines wordt momenteel gekocht voor meer dan 2.000 dollar per ton, zei zij. Daarbij komt dat ook de prijzen voor koper, koolstof en in de logistiek de pan uit zijn gerezen.
Geconfronteerd met deze moeilijkheden “verkleinen de verschillende leveranciers in de sector hun voetafdruk en verminderen zij de werkgelegenheid in Europa”, betreurde zij. Twee weken geleden kondigde de Deense reus Vestas aan wereldwijd 275 banen te schrappen, waarvan 75 in Denemarken.
“Als de regering denkt dat deze toeleveringsketen in een oogwenk kan omslaan en aan twee of drie keer de vraag kan voldoen, is dat niet redelijk”, concludeerde Hicock.
De meest recente doelstellingen die de Europese Commissie heeft bekendgemaakt – als reactie op de oorlog in Oekraïne, om de energieafhankelijkheid van Rusland te verminderen – zijn een verhoging van de Europese windenergiecapaciteit van 190 tot 480 gigawatt (GW) tegen 2030.
Afhankelijk van China
José Luis Blanco, algemeen directeur van het Duitse bedrijf Nordex, wees op de grote afhankelijkheid van de sector van China.
“Momenteel komt zo’n 85 procent van de onderdelen in de industrie uit China,” zei hij, benadrukkend dat hij dit als een “enorm risico” ziet. Als Europa zijn windenergiecapaciteit wil verdrievoudigen, moet het beter zijn best doen om een onafhankelijke toeleveringsketen te ondersteunen, zei hij.
De Nordex-chef beklemtoonde ook dat het probleem dateert van voor de oorlog in Oekraïne. Volgens hem wordt de economische situatie van de windindustrie sterk beïnvloed door de bied- en veilingsmechanismen die door vele autoriteiten zijn ingevoerd.
“Wij verkopen nog steeds met verlies, wegens de dynamiek van de veilingen, wegens de geringe voorspelbaarheid van de volumes”, legde hij uit. “We investeren in volumes vertrouwend op de dynamiek van de markt, dan komt het volume niet, dan staat een fabriek leeg, [en dan] is het beter [om] wat cashflow te hebben dan geen cashflow – en [daardoor] komt de sector in een zelfdestructieve loop.”
“De enige drijvende kracht achter de ontwikkeling waren de lage kosten”
Jürgen Zeschky, algemeen directeur van het Duitse bedrijf Enercon, had een gelijkaardige verzuchting. Voor hem “verkeren alle Europese fabrikanten van landapparatuur in moeilijkheden”. “De afgelopen acht jaar waren de kosten de enige drijvende kracht achter de ontwikkeling, met lage energiekosten en lage turbineprijzen die de hele sector stimuleerden”, klonk het.
Een dynamiek die de sector tot uitbestedingen heeft aangezet. Volgens Zeschky is dit nu meer dan problematisch. Door de oorlog van Rusland in Oekraïne “worden we geconfronteerd met een situatie waarin het niet alleen gaat om de kosten, maar om een onafhankelijke, veerkrachtige en betrouwbare energiesituatie in Europa”, betoogde hij.
(lb)