Vorige maand kondigde Chinees president Xi Jinping de lancering van een nieuw economisch beleidsprogramma aan. Dat moet China naar “gedeelde welvaart” leiden. Het grootste doel is de ongelijke verdeling van de rijkdom in het land aan te pakken. Hoe is hij van plan dit te doen? De provincie Zhejiang, het bolwerk van internetreus Alibaba, fungeert als laboratorium.
Met 65 miljoen inwoners, waaronder vier van de tien rijkste mensen in China, is de provincie Zhejiang de op twee na rijkste provincie van het land.
Het is met name daar dat Alibaba (e-commerce) en Geely (auto) werden opgericht. Deze twee kolossen hebben nog steeds hun hoofdkwartier in de provinciehoofdstad Hangzhou. In Zhejiang is de particuliere sector goed voor 66 procent van het bruto binnenlands product (bbp) van de provincie, vergeleken met ongeveer 60 procent op nationaal niveau.
De provincie is dan ook een zeer interessante plaats voor China om zijn verschillende projecten te testen die tot gemeenschappelijke welvaart moeten leiden. Het was dan ook niet meer dan logisch dat de nationale autoriteiten in juni jongstleden de provincie hebben uitgekozen om een proefproject ter vermindering van de ongelijkheid op te zetten.
Eén ding is duidelijk: China is niet van plan een welvaartsstaat te worden die de belastingen verhoogt en de rijkdom herverdeelt onder de armsten. Het is voornemens een eigen strategie te kiezen. Dat wil zeggen het verhogen van het inkomen door investeringen van de particuliere sector in de armste gebieden en het aanmoedigen van plattelandsbewoners om hun eigen bedrijf te beginnen.
Hoe ziet het eruit?
In zes punten vat Bloomberg de belangrijkste elementen van het proefproject in Zhejiang samen:
1. Bescheiden doelstellingen
Het zal geen verbazing wekken dat in China de grootste inkomenskloof bestaat tussen mensen die in stedelijke gebieden wonen en mensen die op het platteland wonen. In het hele land verdienen stedelingen drie keer zoveel.
De situatie is beter in Zhejiang, waar de verhouding aan het eind van vorig jaar 2 was. Het doel is om het in vijf jaar terug te brengen tot 1,9. Met andere woorden: niet bijzonder ambitieus. Dit is reeds bereikt, aangezien stadsbewoners nu 1,8 maal meer verdienen dan plattelandsbewoners.
Andere doelstellingen zijn de vermindering van de ongelijkheden tussen de steden en de ambitie om het aandeel van de beloning van arbeid in het bbp tot meer dan de helft te verhogen. Beide zouden uiteindelijk vanzelf gebeuren, gezien de trends.
2. Snelle groei
De Communistische Partij is van mening dat snelle groei de beste manier is om ongelijkheid te doen afnemen zonder conflicten te veroorzaken. Om dat te bereiken is er het Chinese model van verstedelijking en modernisering van de verwerkende industrie in hoogtechnologische sectoren. Een model dat zijn waarde al heeft bewezen dankzij overheidsinvesteringen.
Door de verwachte toename van het verstedelijkingstempo zou het gemiddelde inkomen van de provincie de komende vier jaar moeten kunnen stijgen tot een samengesteld jaarlijks groeipercentage van 7,4 procent.
3. Rustige vastgoedmarkt
Het ontstaan van een commerciële vastgoedmarkt in China twintig jaar geleden heeft geleid tot stijgende prijzen. En ontevredenheid. Zhejiang moet dit fenomeen stoppen.
Om dit te bereiken zal de provincie een systeem moeten opzetten dat bestaat uit onroerend-goedbelastingen en maatregelen (subsidies) om de bouw van huurwoningen te stimuleren.
4. Plattelandsontwikkeling
Terwijl mensen die op het platteland wonen, moeten worden aangemoedigd om naar de steden te verhuizen, mogen degenen die blijven, niet achterblijven. Zhejiang zal daarom de bestaande plattelandsbedrijven, hoofdzakelijk in de landbouw en het toerisme, moeten steunen en tegelijk de terugkeer van de verwerkende industrie moeten aanmoedigen.
Banken zullen plattelandsondernemingen goedkopere leningen moeten aanbieden. Stedelijke bedrijven zullen worden aangemoedigd om in plattelandsgebieden filialen te openen en uit te breiden, zelfs als deze niet goed presteren.
5. Meer voorlichten en beter behandelen
Zhejiang zal meer moeten uitgeven aan onderwijs en gezondheidszorg. Dit zal resulteren in een beter gekwalificeerde en gezondere jonge burgerstand, die gemakkelijker haar plaats op de arbeidsmarkt zal kunnen vinden. En die dus niet langer afhankelijk zullen zijn van sociale bijstand.
China kan het zich niet veroorloven “de luilakken te voeden”, zei Han Wenxiu, een hoge ambtenaar van de commissie voor economische zaken van de partij, vorige week tegen de pers, en omschreef “welvaart” als een “valstrik”.
6. Donaties aan liefdadigheidsinstellingen
Miljardairs in Zhejiang zal worden gevraagd een deel van hun rijkdom aan de samenleving te schenken. Sociale druk en morele verplichting zouden voldoende moeten zijn om hen hiertoe aan te zetten. Anders zal Peking wel erg overtuigend zijn.
Alle grote bedrijven van het land hebben de hint al begrepen. In de afgelopen weken zijn er enorme donaties gedaan. Dit geldt met name voor Big Tech-bedrijven Pinduoduo en Tencent, die van plan zijn enkele tientallen miljarden yuan (enkele miljarden euro’s) te schenken aan plattelandsgebieden, boeren, sociale programma’s en onderwijsinstellingen.
Volgens Bloomberg liggen de donaties van Chinese miljardairs in 2021 al 20 procent hoger dan in 2020. “Het engste voor hen is dat ze niet weten hoeveel als genoeg wordt beschouwd. Het enige wat zij kunnen doen is kijken naar hoeveel hun leeftijdgenoten hebben gegeven en proberen hetzelfde te doen”, vertelde een manager van een liefdadigheidsinstelling aan de Financial Times.
(lb, am)
Lees ook: