Wat is het rendement van beleggen in fondsen?

Beleggingsfondsen zijn erg populair. Logisch, want een spaarboekje brengt niets meer op en beleggingsfondsen zijn een relatief veilige vorm van beleggen. Het rendement van fondsen varieert onderling erg sterk. Maar waar is dat nu van afhankelijk? En wat zijn de voor- en nadelen van beleggen in fondsen? Dat lees je in dit artikel.

Wat is een beleggingsfonds?

Een beleggingsfonds is feitelijk een ‘spaarpot’ waarin individuele beleggers samen hun geld stoppen. Het totale bedrag dat in een fonds zit, noemt men het fondsvermogen. De fondsbeheerder belegt dat bedrag in verschillende obligaties, aandelen en mogelijk andere activa. Dat is ook meteen het grote voordeel van een beleggingsfonds: er is altijd diversificatie. Een bijkomend voordeel is dat je toegang hebt tot de ‘grote’ beleggingen, waar je anders als gewone belegger niet bij zou komen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan obligaties waarop enkel een professionele belegger met een flink kapitaal kan intekenen.

 

Welke fondsen bieden het hoogste rendement?

Het potentiële rendement hangt voor een groot deel samen met het risico dat je bereidt bent om te lopen. Wil je graag gaan voor een hoog rendement en durf je het bijhorende risico aan? Dan kies je het best voor een fonds dat vooral belegt in aandelen. Wil je het liever voorzichtiger aanpakken, dan kies je beter voor een fonds dat zich vooral richt op obligaties. Je kan zelf ook altijd zien wat het risico van een bepaald fonds is. Daar wordt namelijk een score van 1 (laag) tot 7 (hoog) aan toegekend.

Technologiesector biedt hoogste groei

Het voorbije jaar zag men het hoogste rendement vooral in de technologiesector. Er waren zelfs verschillende beleggingsfondsen in dat segment die een rendement optekenden van meer dan dertig procent. Al gold dat uiteraard niet voor elk product.

Ook diverse fondsen met ‘groei’ of ‘growth’ in hun namen, boekten een prima resultaat. Zij beleggen in aandelen van snelgroeiende bedrijven, die een bovengemiddelde winstgroei en omzet halen.

Verder duiken fondsen met een focus op beursgenoteerde of ‘large caps’ meermaals op in lijsten die gaan over het hoogste rendement. Welke beleggingsfondsen onderaan de lijsten te vinden zijn, wekt – gezien de woelige politieke tijden die men daar ervaart – vast geen verwondering op: fondsen met een Turkse klemtoon.

 

Voordelen van beleggen in fondsen

Zoals eerder al aangegeven, is een groot voordeel van beleggen in fondsen dat je direct beschikt over diversificatie. Ook al koop je slechts toegang tot één fonds, dan nog heb je een goed gespreide portefeuille. Op die manier loop je meteen veel minder risico, dan wanneer je portefeuille uit slechts enkele posities bestaat. Maar beleggingsfondsen bieden nog meer voordelen:

Toegang tot expertise

Om goed te kunnen beleggen en de bijbehorende risico’s in te schatten, heb je verstand van zaken nodig. Als je belegt via een fonds, doe je automatisch een beroep op de kennis en expertise van de fondsbeheerder. Zo hoef je niet zelf de financiële markt uit te pluizen en onderzoek te verrichten naar bedrijven, producten, aandelen en obligaties.

Lagere kosten

Het kan relatief duur zijn om zelf via individuele posities te werken aan een diverse portefeuille. Omdat je bij een beleggingsfonds het vermogen van meerdere beleggers samenbrengt, kan dit door de fondsbeheerder volgens het gedefinieerde beleggingsbeleid worden beheerd. Door de omvang van dat vermogen, kan dat efficiënter en daarom goedkoper. Zo heb je als belegger lagere kosten dan wanneer je zelf allemaal kleine posities moet aanschaffen.

 

Nadelen van beleggen in fondsen

Zoals aan alles, zitten er ook aan het beleggen van fondsen nadelen. Ondanks dat het risico relatief laag is bij beleggingsfondsen, is dat vooral in vergelijking met andere vormen van beleggen. Er bestaat altijd een kans dat je verlies lijdt. Verder zijn dit nadelen om rekening mee te houden:

Geen controle

Hoewel het een voordeel is dat je zelf geen omkijken hebt naar je beleggingen, staat daar tegenover dat je er ook geen controle over hebt. Je kiest als belegger uiteraard in welk fonds je belegt, maar vanaf daar wordt het helemaal door de fondsbeheerder geregeld. Uiteindelijk leg je dus een deel van jouw vermogen in de handen van iemand anders. De fondsbeheerder bepaalt de selectie en compositie van de portefeuille. Ben je het als belegger niet eens met het beheer, dan kan je maar één ding doen: je aandeel opnieuw verkopen.

Kosten

Een tweede nadeel dat je ook hierboven bij de voordelen ziet staan, zijn de kosten. Ook al zijn die lager dan wanneer je als belegger alle individuele posities zelf zou aanschaffen, het beheer van een beleggingsfonds kost geld. En die rekening wordt doorgeschoven naar de beleggers in de vorm van lopende kosten. In die kosten zitten onder andere de beheerskosten voor de fondsbeheerder. Hoe hoog die precies zijn, hangt af van de fondsaanbieder en het type fonds. Naast de lopende kosten, komen er ook nog eventuele prestatievergoedingen en transactiekosten bij.

Niet beursgenoteerd

De meeste beleggingsfondsen zijn niet beursgenoteerd. Daardoor kan de aan- en verkoop niet direct geregeld worden. De handel gebeurt op basis van nettovermogenswaarde, ook net asset value (NAV) genoemd. NAV is gelijk aan het totale beheerde vermogen van een fonds, gedeeld door het aantal uitstaande participaties (aandelen) in dat fonds. Dit is de koers van een beleggingsfonds, die op dagelijkse basis wordt berekend. Alle transacties rekent men af tegen die koers. Omdat men dus slechts eenmaal per dag een koers bepaalt, krijg je als belegger jouw verkoopopbrengst niet onmiddellijk bijgeschreven. Die afhandeling kan zelfs een aantal dagen duren, doordat er ook nog achterliggende administratieve afwikkelingen van de transactie dienen te gebeuren.

 

Alternatief: tak 23-beleggingsverzekering

Ben je nog niet helemaal zeker of een beleggingsfonds is wat je zoekt? Of wil je simpelweg nog kijken naar alternatieven? Overweeg dan de tak 23-beleggingsverzekering. Puur economisch is er geen verschil tussen een beleggingsfonds van een bank en de tak 23-beleggingsverzekering die een verzekeringsmaatschappij biedt. Juridisch en fiscaal zitten er echter wel verschillen.

Juridisch ziet men een tak 23 als een levensverzekering. Om die reden kan je een begunstigde aanduiden die het kapitaal krijgt bij jouw overlijden. Fiscaal gezien zijn de opbrengsten van tak 23 volledig vrijgesteld van belasting. Bij beleggingsfondsen kan dat anders liggen: wanneer een fonds minstens 10 procent van zijn vermogen in obligaties investeert, moet je op de meerwaarde, geboekt met die obligaties, roerende voorheffing betalen. Verkoop je een beleggingsfonds van het kapitalisatietype, dat zijn jaarlijkse inkomsten niet uitkeerde aan de aandeelhouders, dan moet je een beurstaks van 1,32 procent betalen. Ook wordt gekeken of jouw totale beleggingsportefeuille meer dan 500.000 euro groot is. Beleggingsfondsen worden daarin wel meegeteld, maar een tak 23-beleggingsverzekering niet.

Nadelen tak 23-beleggingsverzekering

Natuurlijk zitten er ook aan tak 23 nadelen. Zo dien je bij de storting van je premie te rekenen op een tak van twee procent. Een ander punt is dat er hogere instapkosten zijn dan bij een gewoon beleggingsfonds. Stap je er na enkele maanden of jaren al uit, dan moet je doorgaans ook hogere uitstapkosten betalen.

Ook bij een tak 23 hangen het rendement en het risico heel erg samen. Kies je voor een aandelenfonds, dan is jouw opbrengt mogelijk hoger. Maar je moet wel bereidt zijn om het hogere risico te dragen. Bij tak 23-beleggingsverzekering kan je eveneens zien welke risicoklasse (1 tot 7) een bepaald fonds heeft.

Meer