In verschillende landen, waaronder Iran en China, komt de bevolking op straat om te protesteren tegen de huidige gang van zaken. Een burgeropstand kan leiden tot een beter leven voor de bevolking, maar net zo goed kan de fragiele wereldvrede daarmee helemaal ten einde komen.
In het nieuws: In Iran betoogt de bevolking al sinds 16 september, na de dood van Masha Amini. In China trokken inwoners afgelopen weekend de straat op om te protesteren tegen het strenge “Zero COVID”-beleid van de Communistische Partij.
- De bevolking in Iran kaart met hun protesten het strenge regime van de Ayatollah aan. De betogingen startten na de dood van Masha Amini, een 22-jarige vrouw die mogelijks overleed aan politiegeweld. Twee dagen voor haar dood werd ze door de zedenpolitie gearresteerd, omdat ze haar hoofddoek niet goed droeg. Vervolgens zou ze door de politie zijn mishandeld; na twee dagen in coma overleed ze.
- In China startte het protest na een zware appartementsbrand in Urumqi, een stad in de westelijke provincie Xinjiang. De brandweer raakte niet op tijd bij de brand, gehinderd door de strenge COVID-politie en diens maatregelen, waardoor tien mensen stierven en negen anderen gewond raakten.
De geschiedenis: De geschiedenis leert dat interne protesten soms de lokale bevolking ten goede komen. Tegelijk zou het niet de eerste keer zijn dat een land een oorlog begint om de aandacht af te leiden van de interne problemen. Enkele historische voorbeelden.
1. De Franse Revolutie
Aan het einde van de 18e eeuw stond Frankrijk er slecht voor: misnoegd door het gedrag van de machtsbeluste, wereldvreemde adel, de precaire economische situatie van het land, hongersnood, en het grote machtsonevenwicht tussen de adel en clerus enerzijds, en het ‘gewone volk’ anderzijds, besloot de bevolking dat het genoeg was geweest. Bij de bestorming van de Bastille, op 14 juli 1789, kwam alle opgekropte woede samen, wat uiteindelijk drie jaar later leidde tot het opheffen van het Koninkrijk Frankrijk, en de dood van Lodewijk XVI door de guillotine.
In de jaren nadien kwam de Franse bevolking onder een waar schrikbewind, aangevuurd door Maximilien de Robespierre. Tegelijk kwam er ook een oorlog op gang: in 1791 ondertekenden Oostenrijk en Pruisen het Verdrag van Pillnitz, waarmee ze afspraken Frankrijk de oorlog te verklaren, moest koning Lodewijk XVI worden afgezet. Dit gebeurde ook, en toen de koning in 1793 werd gedood, sloten een resem andere Europese grootmachten, waaronder Spanje, Groot-Brittannië en de Nederlanden, zich aan bij de Coalitie.
Pas in 1797 sloten de geallieerden, na een verpletterende nederlaag, vrede met Frankrijk. Maar niet voor lang, want twee jaar later brak de Tweede Coalitieoorlog uit, die ook weer drie jaar zou duren. Tijdens de oorlog vond er echter een machtswissel plaats. De toen 31-jarige generaal Napoleon Bonaparte werd benoemd tot Eerste Consul, en zou zichzelf nadien nog tot koning, en zelfs keizer van Frankrijk uitroepen.
2. De Russische Revolutie
Tijdens de Eerste Wereldoorlog kende Rusland zware interne problemen, vergelijkbaar met die in Frankrijk een dikke eeuw ervoor. De bevolking werd steeds armer, door de industrialisatie groeiden steden zo snel dat de infrastructuur niet kon volgen.
Doe daar nog eens een drie jaar durende oorlog en miljoenen slachtoffers bovenop, en alle ingrediënten voor een burgeroorlog waren aanwezig. Een deel van de woedende menigte sloot zich aan bij de communistische ‘Bolsjewieken’. Die slaagden erin tsaar Nicolaas II tot troonsafstand te dwingen, en zouden hem en zijn gezin later op brutale wijze vermoorden. In november 1917 greep Vladimir Lenin de macht, en installeerde in Rusland een dictatoriaal schrikbewind, waarna opnieuw een burgeroorlog uitbrak.
Het Witte Leger probeerde een tegengewicht te bieden aan de Bolsjewieken, en werden daarin gesteund door heel wat buitenlandse mogendheden, waaronder Groot-Brittannië, Japan, Frankrijk en de Verenigde Staten. Dit leidde dan wel niet tot een rechtstreekse oorlog met de Bolsjewieken, maar zorgde wel dat, na het verlies van het Witte Leger, de lokale bevolking zich meer achter de Bolsjewieken schaarden. De Russische burgeroorlog leidde tot een roep van onafhankelijkheid in verschillende delen van het land, waaronder Estland, Letland en Oekraïne. In 1919 kwam het wel tot een oorlog, tussen de Sovjet-Unie (de door Lenin opgerichte staat) en Polen. De oorlog eindigde met een Poolse overwinning.
3. De Iraanse revolutie van 1979
In 1953 greep sjah Mohammad Reza Pahlavi de macht in Iran, en hij voer een scherpe pro-Amerikaanse en pro-westerse koers. Tien jaar later begon hij het land radicaal te moderniseren, dik tegen de zin van de bevolking en Ayatollah Ruhollah Khomeini, een van de belangrijkste religieuze leiders van het land. De sjah slaagde erin de opstand de kop in te drukken, en Khomeini werd verbannen uit het land.
Tussen 1977 en 1979 laaiden de protesten opnieuw op, aangestookt door de geestelijke leider in ballingschap. Op 16 januari 1979 was het sjah Pahlavi die het land ontvluchtte, en Khomeini werd door de regering in eer hersteld. Aan het einde van dat jaar werd hij Hoogste leider van het land.
De revolutionairen schopten echter tegen heel wat schenen: de Amerikanen waren met Pahlavi hun marionet kwijt, en in verschillende andere landen in de regio werden revolutionairen gesteund door het nieuwe regime van Khomeini. Dit leidde zelfs tot de Irak-Iranoorlog: de leider van Irak, Saddam Hoessein, maakte van de chaos in zijn buurland gebruik om de olierijke provincie Khoezistan binnen te vallen, een zet die een acht jaar durende oorlog ontketende.
En vandaag?
Met de oorlog in Oekraïne in het achterhoofd, is het niet ondenkbaar dat Iran of China de oorlog gaat verklaren aan een naburig land, als de interne problemen nog lang aanslepen. Beiden hebben een boeman vlakbij liggen.
China is zo al decennia lang in diplomatieke oorlog met Taiwan, officieel de Republiek China. Taiwan streeft naar onafhankelijkheid, terwijl China de eilandstaat als een afvallige provincie beschouwt. De Volksrepubliek China (geregeerd door de Communistische Partij) is het enige China.
De kans zit er dus in, als de anti-COVID-protesten blijven groeien en dreigen het land te verlammen, dat het Chinese leger de straat van Taiwan oversteekt. Daar hint het al lang op, maar een echte invasie van het eiland kwam er nog niet.
Ook Iran heeft al de geknipte kandidaat gevonden om binnen te vallen: Saudi-Arabië. Het beschuldigt de Saudi’s al van het aanwakkeren van de huidige revolutie, samen met de Verenigde Staten en Israël. Majoor-generaal Hossein Salami, de opperbevelhebber van de Iraanse Revolutionaire Garde, het elitekorps van het leger, waarschuwde begin november dat de betogingen gedaan moesten zijn. Ook Saudi-Arabië kreeg een veeg uit de pan: Salami waarschuwde dat het de verslaggeving over de betogingen in Iran moet beteugelen. “Dit is de laatste waarschuwing. Jullie zijn hierbij betrokken, en weet dat jullie kwetsbaar zijn”, zo zei Salami onomwonden.
Saudi-Arabië vreest nu dat ze worden aangevallen, als de protesten in Iran nog lang doorgaan.
Volgens een Amerikaanse bron, gecontacteerd door CNN, staan Amerikaanse F-22 Raptor-gevechtsvliegtuigen paraat in Saudi-Arabië, om in te grijpen bij dreigingen. Ned Price, de woordvoerder van het Pentagon, het Amerikaans ministerie van Defensie, geeft aan dat de VS “bezorgd is over een dreiging” en “in constant contact staat via militaire, diplomatieke en inlichtingenkanalen met Saudi-Arabië. “We zullen niet aarzelen om onze doelen en die van onze partners in de regio te verdedigen”.
(fjc)